18-06-2014
|
2e
zomerwedstrijd langste dagwedstrijd - categorie B
|
Mijn eerste
langste dagwedstrijd bij de Trappist. Afgelopen zondag reed ik nog een
Adventure Cyclocross over 95 km in Good Old England. (zie mijn blog) Deze
kilometers zitten nog behoorlijk in de benen, vooral het na-ijleffect van de
onverharde, 25%-plus klimmetjes doet mij het ergste vrezen. Aan de afstand zal
het niet liggen vandaag, meer aan de bereidheid van de beentjes om er eens
flink tegenaan te gaan. Tijdens de warming-up op weg naar het parkoers timmer
ik een game plan in elkaar. Het eerste uur vooral rustig meerijden en je niet
gek laten maken bij elke ontsnappingspoging. Daarna zien we wel hoe de vlag
erbij hangt. Ik ben als een van de eersten op het parkoers en er schijnt een
fijn zonnetje, reden te meer om op het bankje in de zon te gaan zitten en
iedereen binnen te zien druppelen.
De koers. Twee
tussensprints met punten en een eindsprint na vijf kwartier en drie ronden.
Puntenkoers dus. Maakt niet uit, eerst maar eens zien hoe gemotiveerd iedereen
is. Jan en Eric kijken met een geslepen blik in hun ogen naar de concurrentie
en Leon doet alsof hij geen kanshebber is, maar dat is maar schijn. Ik heb hem
wel door. In zijn hart brandt het heilige vuur onverminderd voort, net als bij
Frans. De eerste ronde rijden we in toeristentempo…okay, wie gaat er wat aan
doen? Paul neemt het heft in handen en zet zich op kop. Het tempo gaat naar
“normaal” en iedereen is tevreden. Tot aan de eerste tussensprint gebeurt er
niet veel. Ik blijf achter in het peloton hangen en probeer een inschatting van
de conditie van de beentjes te maken. Ze voelen op zich niet slecht. Bij de
tweede tussensprint meng ik me in het gewoel. Paul en Frans zijn al een paar
ronden geleden vertrokken, maar dat kan nooit lang goed gaan. Met twee man
vooruit is te weinig om het vandaag tot een goed einde te brengen. Ze worden na
verloop van tijd weer door ons opgeslokt en het spel kan beginnen. Ik test de beentjes
een keer en trek flink door. Helaas komt er niemand mee, dus kansloos. Ik laat
me weer afzakken naar de staart van het peloton. De beentjes voelen nu super-de-luxe.
Elke pedaalslag is raak. Trappen door de boter. Het gaat gebeuren vandaag,
niemand gaat me kloppen!
De laatste
ronde. Bij het uitdraaien van de laatste bocht naar de bel voor de laatste
ronde heeft het lot iets anders in gedachte dan dat ikzelf heb gevisualiseerd.
Een harde tik en bij elke volgende wielomwenteling dezelfde onheilspellende
tik. WTF?! We krijgen de bel en iedereen wordt almaar nerveuzer. Het houden van
de lijn wordt een moeilijk begrip. Een dezer dagen liggen we hier nog op ons
muil. Daar kun je een klok op gelijk zetten. De tik gaat niet weg. Wat is het?
Niet goed natuurlijk, dat is een ding dat zeker is. Kan ik hiermee sprinten? De
fiets blijft normaal reageren, dus waarom niet? De bocht achter het juryhok
maakt een einde aan mijn illusie. Bij het uitgaan van de bocht voel ik het
achterwiel driften. Shit! Heel langzaam loopt de lucht uit de band en trekt het
peloton zonder mij naar de laatste veldslag van de dag. Alle lucht verdwijnt
als sneeuw voor de zon en ik moet lopend mijn weg naar de finish vervolgen,
mijmerend over de dingen die hadden kunnen zijn.
Een Speld, of
beter gezegd een veiligheidsspeld (zo één waarmee je rugnummer vast zit),
hoewel deze het woord veilig niet verdient, zat dus dwars door mijn achterband.
Vandaar het getik. De rechtsdraaiende bocht was genoeg om hem eens flink door
de band te duwen. Het lot, je doet er niets aan. Zuurder makend is het feit,
dat naamgenoot en mede lekke bandrijder van de dag, Eric, de koers wint. Als
Eric de sterkste van het peloton was, dan had ík hier dus vandaag kunnen
zegevieren... Als, als, als… Je koopt er geen brood voor en al helemaal geen
nieuwe achterband.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten