Ik was vorige week zaterdag in Monaco tijdens de Historic
Grand Prix 2012, niet zozeer voor de oude raceauto’s, maar het kwam
toevallig zo uit. Om onze bestemming in Monaco te bereiken moeten mijn vrouw en
ik een alternatief parcours afleggen. Het gehele stratencircuit is afgezet met
hoge hekken voorzien van zeildoek om het zicht van de voorbijgangers af te
houden van de races. Je kunt voor een klein bedrag op een tribune plaatsnemen,
maar gratis kijken is uitgesloten. Terwijl we door het warme stadshart onze weg
proberen te vinden, loop ik langs een jongeman achter de kinderwagen. Er flitst
direct een naam door mijn hoofd. Gilbert!
Nonchalant loop ik een eindje door en stop voor een
etalage met horloges die per stuk meer kosten dan mijn hele fietsenpark bij
elkaar, maar dat heb je hier al snel. Mijn vrouw komt naast me staan en vraagt
zich verbaasd af waar ik naar kijk. “Gilbert!” zeg ik op fluistertoon. “Wie?”
“Gilbert! Daar, achter de kinderwagen!” “Gilbert?” “Jaha, Philippe Gilbert!”
“Oh, weet je het zeker?”
Tja, weet ik het zeker? Hem herkennen in vol tenue met
helm en bril, op de fiets in volle vlucht. Eitje. Zeker met zijn driekleur aan.
Maar nu loopt er een mager mannetje achter een buggy langzaam op mij af.
Strakke lange broek en dito strak blauw shirt aan. Een gewone jongeman met
kind. Ik twijfel. Er zijn heel weinig aanknopingspunten. Hij loopt ons voorbij.
“Ik denk dat het hem is” hoor ik mezelf zeggen. “Zal ik een foto van hem
maken?” vraagt mijn vrouw. Ze heeft de halve wereld rondgetoerd met een band en
is niet snel onder de indruk van VIPs in het wild.
Nee, stel dat ik me vergis. Sta ik mooi voor lul. Er
stopt een Bentley naast Gilbert. Een matzwarte Bentley cabrio met een kale,
‘enge’ man en een te jonge blonde dame als bijrijdster. Zo’n auto voor erbij.
Voor als je niet met de Lamborghini op pad wilt, maar toch een beetje knap voor
de dag wilt komen.
Door de herrie van de rondracende oldtimers op het
circuit achter ons hoor ik geen woord van het gesprekje dat op een tiental
meters van me vandaan plaatsvindt. Mijn Frans is er trouwens te slecht voor. Ze
schijnen elkaar te kennen en er wordt gelachen. We lopen weer door en langs
Gilbert om op de hoek stil te staan en te doen alsof we op zoek zijn naar een
geschikt restaurant voor de lunch.
Gilbert in Monaco. Hij is zich vast aan het voorbereiden
op de rest van het seizoen. Een beetje rammen tegen de Col de la Madone,
Lance’s favoriete trainingsklimmetje. Eens zien waar hij staat na het mindere
voorseizoen. Of de beentjes het nog willen doen. De kale man doet heel joviaal.
Ik heb geen idee wie hij is en mijn fantasie slaat op hol.
Het zal toch niet zijn geheime leverancier zijn? “Hé
Philippe, nog wat nodig voor de Ronde van België? Ik heb nog een paar mooie
spullen voor je. Kunnen ze nog niet zien bij de controles, topkwaliteit!”.
“Nee, ik ben nog voorzien”.
Nee, ik wuif de gedachte weg. Gilbert is clean. Anders
had hij wel beter gereden dit voorjaar.
Waar gaat het dan over? Het feestje van gisteren of
morgenavond? De aanstaande Ronde van België? Of gewoon over koetjes en kalfjes?
Hoe langer ik hem gadesla, des te meer geloof ik dat het
werkelijk Gilbert is. Maar hoe weet ik het zeker? Er zijn vast meer mannen met
zo’n gezicht.
Uit de buggy wordt de speen weggeslingerd. De kleine
raakt kennelijk verveeld. De jongeman bukt zich en ik weet het zeker. GILBERT!
“Weet je het al?” zegt mijn vrouw. “Foto maken?”
“Niet nodig” zeg ik. Het is Gilbert en hij is in heel
goede doen! Want terwijl hij bukt, bollen zijn spieren onder de dunne stof van
zijn slim fit broek. WOW! Legpower van het ergste soort.
Gilbert tilt de kleine uit het kleine wagentje in de
grote wagen en klapt de buggy in. Die verdwijnt samen met Gilbert op de
achterbank van de Bentley.
Daar gaat hij, Philippe Gilbert, aankomend winnaar van de
Ronde van België en alle daarop volgende koersen…
Rork Steijn
Geen opmerkingen:
Een reactie posten