We vertrekken in een rustig tempo. Nog al
wiedes, want het loopt direct even stevig omhoog. De eerste kilometers rijden
we over een oude spoorlijn waar de rails en bielzen al sinds de jaren 70 zijn
verdwenen. Hier reed vroeger de stoomtrein over oude ijzeren bruggetjes, waar
we zo nu en dan overheen ratelen. Het is droog, maar de ondergrond is
behoorlijk nat. Het heeft de afgelopen tijd veel geregend en achter de eerste
berg schijnt het behoorlijk te regenen vandaag. Een regenjack is verplicht
vandaag. Evenals twee reserve bandjes, plakspul, bandenlichters minitool met
kettingpons, een power lock voor de ketting en een pomp. Hier wordt op
gecontroleerd. Uiteraard dien je ook genoeg eten en drinken bij je te hebben.
Er zijn twee food stops met biscuits, water en fruit, maar je kunt beter zelf
alles bij je hebben voor deze tocht.
Vandaag heb ik mijn Camelback (2L), twee
bidons (500ml), vier repen en drie gels bij me. Daar moet ik een heel eind
meekomen. Daarnaast heb ik de verplichte onderdelen bij me, maar geen
regenjack. Ik draag mijn nieuwste aanwinst een Castelli Gabba. Deze blijkt
tijdens de tocht van onschatbare waarde. Samen met de Nanoflex arm- en
beenstukken en mijn Sealskins sokken, ben ik meer dan behoorlijk gewapend tegen
de elementen.
We rijden over alle soorten ondergronden die
je maar kunt bedenken. Soms ben je als veldrijder in het voordeel soms als
mountainbiker en meer dan me lief is zijn de downhillers of freeriders in het
voordeel in de afdalingen. Dan is het klapperen en stuiteren geblazen, iets dat
mijn gebroken rib niet kan waarderen. Mijn armen hebben het zwaar te verduren,
omdat ze de meeste klappen moeten opvangen, meer dan normaal. Het minimaal
kunnen trainen op core stabiliteit in de afgelopen weken is duidelijk te
merken. Het is alle hens aan dek.
Na 22 km zit de eerste klim erop en begint een
razende afdaling. Boven stormde het behoorlijk en had ik moeite om overeind te
blijven. De schapen lagen daar stil achter de kleine stenen muurtjes ons
verbaasd aan te gapen, terwijl in de beekjes het water zich woest een weg naar
beneden zocht.
Het regent nu behoorlijk. Op zijn Engels dan
wel te verstaan. Een niet aflatende motregen, alles is nu gehuld in grijze,
vochtige lucht. We zijn pas 35 km onderweg en de twijfel slaat toe. 6 uur is de
geschatte tijd van de organisatie voor de snelste rijders op de Massif. Ik had
er gedacht korter over te doen, maar ik klok nu op 35 km twee uur af. Het zijn
de klimmetjes van meer dan 20% die me de das om doen. Ik kan niet beschikken
over mijn gehele lichaam, het is roeien met de riemen die ik wel heb. Ik kijk
het aan tot de splitsing van de route op 50 km en zal dan mijn beslissing
nemen. Tot die tijd is het op en af. Eindeloos genieten is dit. Het ene moment
kruip ik stapvoets omhoog, het andere moment is het in razende vaart een
grasheuvel af. Spiegelglad en geen remvermogen om over naar huis te schrijven.
Gelukkig houden racemarshals ieder veehek open zodra je eraan komt. Alles is
prima uitgepijld, met flinke waarschuwingsborden voor aankomende obstakels of
gevaarlijke situatie, zodat je tijdig kunt inhouden.
Het voordeel van het starten in groep, is dat
je maar met beperkte deelnemers tegelijk onderweg bent. Ik ben nog niet vaak
ingehaald en voor me uit zitten hoogstens een man of tien. Ideaal!
De Massif heeft 13 technische secties (als bij
Parijs-Roubaix) met klinkende namen zoals de Bone Shaker, dan weet je het wel. De
Mini Massif heeft er slechts 9 van de 13, maar dat maakt het niet minder
makkelijk. Om mezelf te beschermen en niet tot het uiterste te hoeven gaan,
besluit ik bij de splitsing van de routes te gaan voor de Mini Massif en daar
een knappe tijd neer te zetten. Dat zal nog niet meevallen, want er zit nog een
pittige klim aan te komen. Als tegen prestatie moet ik van mezelf wel proberen
alles op het grote blad (46T) te doen. Dat zal nog niet mee zal vallen.
Eigenlijk is de Mini Massif een short cut naar
de laatste twee secties van de Massif met daar tussen een behoorlijk irritante
klim en dito extreem technische afdaling in een bos op een steenachtige
glibberige ondergrond. Als ik hier op mijn plaat ga, dan is het vast einde
oefening. De mannen met een stevige MTB zullen dit stuk best waarderen, maar ik
ben gewoon al blij dat ik heelhuids beneden ben.
De laatste 10 km zie ik niemand meer voor me
uit rijden. Ik probeer nog flink tempo te maken, maar ik tel wel 9 klimmetjes
met een maal zelf 23% stijging, eigenlijk de zwaarste 30 meter van de hele
tocht! Moe maar voldaan bereik ik de finish, waar het nog heel rustig is en de
padvinders me bijna de fiets uit de handen trekken om hem geheel schoon te
maken. 4 uur en 7 minuten ben ik onderweg geweest volgens het systeem. Een
geprint bonnetje krijg ik mee als bewijs.
Uiteindelijk heb ik de 33ste tijd
geklokt van de 330 deelnemer(sters) op de Mini Massif en van mijn startgroep
ben ik als tweede binnengekomen op deze afstand. Zeker gezien de lichamelijke
gesteldheid, de weersomstandigheden en het voor mij onbekende terrein, niet
onverdienstelijk.
Wat een mooie tocht!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten