dinsdag 1 juli 2014

Clubkampioenschap FC Trappist - categorie B

Tijdens de warming-up richting Spaarnwoude bespreek ik met Natascha het game plan. Deze rit is de dubbele afstand (in tijd) van wat we normaal rijden en vereist een andere aanpak. Er blind invliegen is er niet bij vandaag. Mijn idee is om het eerste uur rustig mee te peddelen in de buik van het peloton. In het tweede uur het hoogst noodzakelijke te doen en vijf ronden voor het einde eens flink aan de boom te schudden. Goed eten en drinken onderweg, want twee uur koers hakt erin. De afstand en tijdsduur zouden geen probleem moeten zijn vandaag. Wie vormen het gevaar of zijn de kanshebbers voor vandaag? Buiten mezelf gerekend, schat ik Eric (vdH), Frans en Evert om diverse redenen hoog in voor deze koers. Piet, Theo, Jitze, Felix en nog een aantal anderen kunnen behoorlijk sprinten. Maar kunnen ze het ook na twee uurtjes koers? Ik weet dat Jan in Italië zit, want anders hoefde ik alleen hem maar in de gaten te houden. Vaste waarde enzo.

Mijn beentjes voelen niet super. Ik ben al voorbij mijn piekmoment na de Moors and Shores. Ze stribbelen net niet tegen. Het weer is prima en de voorspellingen zijn gunstig. Droog. Dat moet ook wel, want ik heb er slicks om liggen vandaag. Zeker na mijn lekke band vorige week, heb ik geen risico genomen en zowel voor als achter vervangen.

De opkomst valt een beetje tegen. Het afwijkende tijdstip en de duur van de koers zullen hier wel debet aan zijn. Het kon wel eens een rare wedstrijd worden. Ik besluit om het voorbeeld van Theo te volgen en direct maar tempo te maken na de start om te voorkomen dat we te gezapig gaan vertrekken. Kan het systeem mooi even warmdraaien. Mijn game plan kan wel direct overboord, want er wordt erg onregelmatig gereden. Het gemiddelde per ronde ligt wat lager dan normaal. Het is echter een komen en gaan van uitlooppogingen, die de snelheid in de ronde erg laten fluctueren. Ik moet diverse keren aan de bak om potentiële ontsnappingen in de kiem te smoren. Al snel heb ik in de gaten dat de versnelling wel in de benen zit, maar de macht om daarna de snelheid hoog te houden ontbreekt in zijn geheel. Na anderhalf uur koers beginnen ze te protesteren bij elke aanzet tot versnelling. Kramp ligt op de loer. Drinken is het advies. Natascha heeft het oorspronkelijke game plan gevolgd en komt nu pas voorin rijden. Ze spaart zich aan alle kanten. Slimme meid. Bij het ingaan van de laatste ronde is het peloton compleet en maken we ons op voor een “massasprint”.


Natascha speelt voor leadout(wo)man. Op het moment dat we willen vertrekken over de rechterkant, splijt de groep in tweeën. Het gat in het midden is groot genoeg voor ons en Natascha duikt erin met ondergetekende aan het wiel. Mijn benen vinden het al lang niet meer leuk. Shut up legs!!! We komen de groep aan de rechterzijde niet voorbij. Te weinig power. Vlak voor het ingaan van de laatste bocht, schuif ik ze mee de bocht in. Ik ga dus aan de buitenzijde uitkomen. Niet ideaal, maar het moet maar. We draaien de bocht goed door en bij het uitkomen zet ik direct aan. Dat vinden de benen helemaal niet meer leuk. Kramp schiet als messen door mijn bovenbenen. Alles blokkeert in één klap. Ik verlies bijna de controle en drift zwaar naar buiten toe. Piet is vertrokken voor zijn eerste plaats. Automatisch schakel ik direct een tand lichter en probeer mijn benen tot trappen te manen. Wonder boven wonder verdwijnt de spanning als sneeuw voor de zon. Ik zet direct aan, kom enigszins op snelheid en schakel bij. Piet kan ik vergeten, maar ik lig nog steeds op de tweede plek. De benen schreeuwen moord en brand en de spieren zwiepen ongecontroleerd heen en weer. Nog een klein stukje. Ik kijk naar links en zie een renner helemaal aan de binnenkant akelig dichtbij komen. Ik werp mezelf over de streep. Het scheelt een olifantenschaamhaar…ik houd amper een banddikte over op de streep. De kramp flikkert als een knipperlicht door mijn bovenbenen. Tweede plaats, bloemen! Jammer? Nee, eigenlijk ben ik heel blij. Ik had geen goede benen vandaag en met de kramp na de laatste bocht had het gemakkelijk helemaal niets kunnen zijn of erger nog, rechtdoor de bosjes in met alle gevolgen van dien. Ik klim met enige moeite het ereschavot op. Piet glundert van oor tot oor. Clubkampioen, wie zou daar niet blij van worden. Het was Felix, die me het vuur aan de schenen had gelegd in die laatste meters. Als de streep een halve meter verder had gelegen, hadden we nu van plaats kunnen wisselen.