donderdag 10 september 2015

Henk Lubberding Classic 2015


Door omstandigheden, zoals kinkhoest, ging ik in een niet al te beste conditie naar de HLC dit jaar. Tevens was mijn fietsmaatje verhinderd, dus tufte ik zondagmorgen in alle vroegte alleen naar ’s-Heerenberg. De vrouw wilde in eerste instantie wel mee, maar na bestudering van de winkeltijden en de weersvoorspellingen bleef ze toch liever thuis. Een wijze beslissing, want de winkels bleven dicht en van de vier uur koers heeft het ruim drie uur geregend. Zowel van boven als vanaf beneden.

Gelukkig waren er nog enkele Haarlemmers afgereisd naar de HLC (Bikeplanet-mannen op Cannondales, maar het blijven aardige gasten). In hun opvallende tenue had ik ze, voor de start, al snel gespot. Zelf besloot ik mijn regenjas uit voorzorg maar aan te houden en mijn Trappist-shirt bedekt te houden tot de finale. Het was niet echt koud, maar fijn is anders. Je kon de regen proeven en zodra we weggeschoten waren vielen de eerste druppels.

Opvallend dit jaar was dat het niveau van renners hoger lag dan de voorgaande jaren. Minder Joepies zogezegd. Meer geschoren benen enzo. Wellicht door het nieuwe parkoers, de hogere aangekondigde beginsnelheid en de langere finale, waren er ook minder deelnemers dan andere jaren. Wel waren er meer dames aan de start. Iets dat mijn goedkeurig wel kan wegdragen.

De eerste 60 km had ik mij achter in het peloton genesteld. Nat wegdek geeft bij de vele rotondes, wegbelijning en klinkerbochten altijd de onvermijdelijke glij- en valpartijen. Meestal zonder erg, maar je wilt er toch niet bij liggen.

Ik had geen extra bidon meegenomen dit jaar. Ik dacht aan twee keer 500ml wel genoeg te hebben en het scheelde weer ballast. Samen met de vijf repen en een gelletje zou ik het wel redden tot het einde. Het was tenslotte maar vier uurtjes koers.

De hogere beginsnelheid kwam er niet echt uit mede door de weersomstandigheden en de smalle passage in Bronkhorst (kleinste dorp van Nederland). Plassen en weer terugkeren in het peloton was geen probleem. Plassen in de regen, langs de kant van de weg, op mijn leeftijd, altijd een race tegen de klok. Binnen 30 seconden afstappen, de blaas ledigen en weer opstappen. Een stressmomentje.

Voor het echt los zou gaan, had ik al besloten er niet vol voor te gaan om binnen de eerste 100 te rijden. Beter voor het herstel van de kinkhoest en, dacht ik, een stukje veiliger. Op de dijk stond de wind schuin in de rug en was het toch ouderwets bal. Binnen 100 meter vloog er al een fietscomputer onder mijn voorwiel door, het talud af en de Rijn in. Sorry Wanz! Het regenjasje zat veilig onder het shirt weggestopt en de reservekit met een extra riempje stevig onder het zadel geklemd. Het eerste jaar vlogen hier mijn minitool, binnenbanden en lichters onder mijn kont vandaan. Les 1; alles moet goed vastzitten.

De beklimming van de Eltenberg ging redelijk soepel op het grote blad. Niks mis met de beentjes. En na de eerste passage door ’s-Heerenberg zat ik in een goed groepje. Het natte wegdek noopte wel tot enige voorzichtigheid en dus geen kamikaze-afdalingen. In de afdaling van ’t Peeske ging het voor me mis. Op de witte belijning van het fietspad ging een renner onderuit en nam zijn maten mee. Ik vloog er met volle vaart op af en moest vol in de remmen. Mijn nieuwe Planet X remmen met rode nat-weer-blokjes beten zich voorbeeldig in de velgen. Ik kon het achterwiel volledig blokkeren, zette mijn kont opzij en mijn fiets zette zich dwars tot vlak voor de glijpartij. De natte weg werkte hier in mijn voordeel. Op het moment dat de fiets ging bokken, liet ik alle remmen los en zeilde ik rakelings langs de gevallen renners. Genoeg adrenaline voor de rest van de koers! Lang leve het crossen, anders had ik er geheid bij gelegen. Techniek is alles.

Tijdens de laatste plaatselijke ronde kwam Wanz weer voorbij, zonder computer. Ik beleefde een moeilijk moment. Kramp lag op de loer en kriebelde aan mijn linker kuit. Tevens waren mijn tijdrit-rugspieren nog niet helemaal hersteld van de uitdaging van afgelopen woensdag langs het Amsterdam Rijnkanaal. Ik durfde niet te forceren en dat was ook nergens voor nodig. De harstslag bleef goed. Dan maar op het kleine blad naar boven in de beklimmingen. Als voorbeeld hoe een mens kan afzien en herstellen, reed er een dame in mijn buurt, die heerlijk aan het jojoën was. Ze “stierf” bijkans een paar maal per ronde maar kwam steeds weer terug, puur op karakter. Ze genoot met volle teugen. Petje af voor deze renster!

Bovenop de laatste beklimming, met nog 3 km te gaan tot de finish, gaf ik maar eens flink gas. Even zien hoe het met de max zat. Het NK tijdrijden op Texel is volgende week zaterdag aan de beurt, dus een kleine test was noodzaak. Heerlijk was het om zonder belemmering even door stomen naar de finish met een motorrijder voor je snuit. Ik waande mij gelijk een prof. Na 120km in de zeikregen kreeg alles een ander perspectief.

De kinkhoest vond het niet echt leuk, dat laatste stuk. Ik kreeg een behoorlijke reactie terug en kon een uurtje genieten van het “ademhalen door een rietje”-syndroom met een paar flinke hoestbuien. Volgens de huisarts houd ik hier nog wel een tijdje last van. In principe kan het geen kwaad. Actie geeft reactie. Gek genoeg heb ik tijdens het fietsen nergens last van.

Al met al een fijne dag op de fiets.

Nu nog het NK tijdrijden en de GP Ger Hermans en dan kan het crossen beginnen!

dinsdag 23 juni 2015

Clubkampioenschap B 2015

Er zijn van die dagen dat je liever in bed blijft liggen. Afgelopen zondagochtend, toen rond een uur of negen de regen tegen het slaapkamerraam spatte, was zo’n moment. Ik heb me nog eens lekker omgedraaid in de hoop dat het flink zou blijven doorregenen. De gezondheid is de laatste tijd niet wat het moet zijn en om dan een kampioenschap in de regen te moeten rijden, dat zag ik niet zitten. Om 11u00 rolde ik eindelijk uit bed. Op mijn mobiel verscheen de tekst “Auto om 12u00?”. Naar buiten kijkend, nat wegdek en een dicht wolkendek ziend, werd ik nog niet echt vrolijk. Toch maar een bakje havermout naar binnen gewerkt en de tas ingepakt. Ik zou wel zien wat het werd.

Stipt twaalf uur stond Natascha voor de deur, fiets inladen en op naar Spaarnwoude. Ik verkeerde in de veronderstelling dat het hele gebeuren slechts 5 kwartier en 3 ronden zou duren. Een misrekening van mijn kant. Anderhalf uur en 6 ronden was het antwoord van Manja. Ook dat nog. Ik was slechts voorzien van één bidon en één reep. Gelukkig viel er een tweede bidon te scoren in het jury hok. Een eenzame achterblijver die mij, gevuld met water, een goede dienst ging bewijzen. De opkomst was niet bijster groot maar voldoende om in een  A- en een B-groep te vertrekken. Het wegdek was nog nat, maar de zon deed toch een poging de boel wat op te vrolijken.
Normaal gesproken heb ik een strijdplan, maar vandaag was een dag waarop het allemaal niet ging zoals het zou moeten gaan. Je kunt je daar maar het beste bij neerleggen en zien wat er van komt. De gebruikelijke schermutselingen vonden plaats. Het gemiddelde tempo lag iets lager dan anders. Er werd duidelijk met reserve gereden. Na een uur koers was de leenbidon leeg en kon overboord. Tijd voor de helft van de reep. Spaarzaam omgaan met de energie was het devies. Niels verzette weer bergen werk en riep menig kopgroepje tot de orde. Natascha en ik probeerden het een keer, maar met twee was het een kansloze onderneming. Diverse renners begonnen na anderhalf uur koers aan de benen te schudden en rek- en strekoefeningen op de fiets te doen. Gaatjes werden niet direct meer dichtgereden. Met hier en daar een krachtterm tot gevolg.

Zes ronden voor het einde bedacht  ik dat ik,  in het licht van de ontwikkelingen, hier de winst voor het grijpen had. Het peloton was te klein om de hele weg te blokkeren in de laatste ronde als het zou stilvallen. Ruimte genoeg dus om, op 500 meter voor de eindstreep, van achteruit de sprint in te zetten. Bij de bel voor de laatste ronde nam ik de laatste slok uit de bidon en schakelde over op de 13. Het enige dat nog kon gebeuren was een late uitvalpoging, maar daar had eigenlijk niemand meer de benen voor. De voorlaatste bocht draaide ik als laatste in. Men werd al behoorlijk onrustig. Niels had bijna de gehele ronde op kop gereden maar koos nu een betere positie. Niels en Bernard, besloot ik, werden de trigger. Als zij aangingen zou dat het moment zijn om te gaan of anders 500 meter voor de streep. Beide momenten vielen samen en op 500 meter begon ik van achteruit aan mijn sprint. Het zou een sprint in drie fase moeten worden. Eerst op snelheid langs het peloton op weg naar het begin van de laatste bocht. Deze zo hard mogelijk nemen en met voldoende snelheid het rechte eind opdraaien en zien wie er nog in de buurt zou komen. Bij het uitkomen van de bocht ging ik opnieuw op de pedalen staan. De bovenbenen flipten, maar uit ervaring weet ik dat dat van korte duur is. Een relaxmoment was voldoende om ze weer in het gareel te krijgen. De eindstreep naderde met rasse schreden en ik zag niemand naderen. Alhoewel, op rechts zag ik het voorwiel van Jacques verschijnen, maar dat bleef op zijn plek. No worries. Links echter verscheen het voorwiel van Bernard en dat kroop langzaam naar voren. Nog 50 meter en Bernard zat aan de bracket, nog 25 meter en Bernard was mijn bracket voorbij. Bernard had als introducé woensdag zijn overwinning behaald en daar moest het voorlopig maar bij blijven. Nieuw lid zijn en direct clubkampioen worden, no way! Ik plaatste nog een laatste versnelling en won met slechts banddikte verschil mijn eerste clubkampioenschap. Dat het na de finish verschrikkelijk pijn deed in de benen en dat ik geen kracht meer had om eens fijn te juichen, dat mocht de binnenpret niet drukken. Opstaan met het gevoel dat het vandaag niet veel soeps ging zijn, een slechte voorbereiding hebben en uiteindelijk met de bloemen naar huis gaan, gaf een onwerkelijk gevoel. Had ik me daar gewonnen in het lelijke tenue van HSV De Kampioen. Gelukkig waren er geen foto’s van!

Om de dag nog bijzonderder te maken, won Mart bij de A’s. U leest het goed, Mart, de man die in het heetst van de wedstrijd afstapte om een nieuwe volle bidon te pakken. Petje af en gefeliciteerd Mart!
Natascha prolongeerde, als enige vrouwelijke  deelnemer, haar titel. Dus reden er in de stromende regen, met de auto, twee kampioenen met een big smile naar huis.

Rork Steijn

dinsdag 16 juni 2015

Mongolen Waaier

Het zat er al en tijdje aan te komen, maar sinds afgelopen donderdag avond heb ik definitief plaats genomen in de mongolen waaier. Even voor de duidelijkheid, de mongolen waaier is de groep in koers die geen deel meer uitmaakt van de wedstrijd ook al rijden ze nog steeds in de wedstrijd mee. Als je in deze waaier terecht komt, weet je, vandaag gaat het niet meer gebeuren. Nu zit ik dus in de virtuele mongolen waaier. Een gebroken handwortelbeentje en een gipsspalk houden mij van de geliefde fiets. Ondanks het fiets, dat deze fiets mij bij het afrijden van de stoeprand in de steek liet. Statistisch gezien kan ik het de fiets niet kwalijk nemen. Ik rij al dertig jaar dagelijks dit stoepje op en af met allerlei fietsen. Dus het moment van vallen kwam met rassen schreden dichterbij. En warempel afgelopen donderdag was het zover. Nadat ik op mijn Single Speed een vers stuurlintje had aangebracht was het tijd voor een kleine testronde. Even de straat op en neer ter bevestiging dat ik weer vakmanschap had geleverd. Aan de rand van de stoep even in houden voor een passeren de auto, surplace, en dan langzaam de stoeprand afrollen. 1001 maal gaat dit prima, slechts een verval van 10 à 15 cm. Ik ben wel van grotere hoogte afgedoken en met aanzienlijk meer snelheid. Echter was de dag aangebroken om de statistieken bij te werken en passen te maken. Mijn voorwiel maakte een beweging naar rechts en ik een snoekduik naar links. Veertig jaar fietsen heeft me geleerd hoe ik moet vallen en mijn meeste valpartijen zijn redelijk goed afgelopen. Vallen zonder erg. Ook deze maal ging de linkerhand keurig naar de grond, brak de val en stuurde de rest van mijn lichaam in een koprol verder. Ik stond zonder kleerscheuren weer recht en pakte mijn fiets op. Slechts een kleine beschadiging aan het verse stuur lint. Het kan erger. Voor de rest leek alles in orde op een pijnlijke pols na. Overstrek natuurlijk, dus direct onder koud water en ijs. Er kwam nauwelijks zwelling en ik nam aan dat de pijn bij het buigen van de pols wel zou weg trekken.
’s Nacht begon het zeuren. Je weet genoeg als je zo’n pols niet in een comfortabele positie kan manouveren. Er is iets niet goed, maar je blijft hoopvol dat de huisarts de volgende dag zegt: “valt best mee, paar dagen rustig aan”. Dat ziet hij dus niet! Hup, naar het ziekenhuis met jou en een paar foto’s laten maken. Een halfuur later, na drie foto’s, zegt de röntgen dame: “zo, meneer van Steijn, loopt u mee naar de EHBO?” Dan weet je genoeg, maar je houdt hoop. Tape of een rekverband misschien?! Alstublieft?! Ik moet nog fietsen, weet u.

Het oordeel van de dienstdoende witjas is onverbiddelijk. Hup, naar de gipskamer met jou. Dag wedstrijdjes op de fiets…
Voor het eerst in mijn leven in een gipskamer. De lieftallige gips jongedame probeert me af te scheppen met een witte pols.
“Weet u wel dat de Giro bezig is? Hebt u geen roze?”

“Maar meneer we hebben alleen blauw of rood en dat alleen voor de kinderen.”
“Doet u dan maar rood!”


En daar zit ik dan met mijn rode gips pols. The waiting game is a foot!
Vrijdag moet ik op controle. Als het mee zit en de twee stukjes bot zitten goed aan elkaar, wellicht een manchet op de pols en dan heel misschien… FIETSEN!

zondag 24 mei 2015

Sydney by bicycle


Well, the wife had to go to Sydney to attend the congress of the FIAF and give a lecture on “Dutch Solutions To Clear Legal Obstacles”. She is a legal buff and a leading authority on the subject.  Best part of course, company paid trip to Australia!

While the wife did her thing, I had the opportunity to explore Sydney on my one. All I needed was a road bike of good quality with the essential stuff to make a couple of pleasant rides around Sydney. The best and most promising site on the net was Livelo.com.au, run by Peter Branes. I ordered a nice alu Cannondale road bike for three days, with Garmin 810, Kask helmet, water bottles, repair kit and lights. Even a set of Speedplay Zero pedals were included, so no need to bring my own pedals.

They brought the bike to the hotel, Aidan near the Central Station, on the Saturday evening instead of the Sunday and because it was a busy weekend for the rental business. I received a carbon Cannondale EVO with Shimano Di2 size 54.  A better bike then ordered by me, but who is to complain. Within 10 minutes the bike was setup to my measurements and I was good to go.

 

Sunday morning I rode off early to affoid the heavy traffic in the inner city of Sydney and to find my bearings in riding urban surroundings. Taxi’s, busses, cars… I use to cycle on roads with a lot less traffic, so I had to adjust a bit. First objective was Harbour Bridge. Followed by the Opera House and onwards to Bondi Beach. I did decide not to use the GPS on the Garmin 810. Finding your way in an unfamiliar city without GPS is an adventure. You never know where you end up or what things lay in your path. For the same reason I did not contact local riders to hook up with or planned a guided ride. I wanted to ride on my own in a foreign city. I had time to spend and road to conquer. Of course I got lost a view times, but that is the charm of it all.




That first day I found out that Sydney is not flat city, like my home town. I was very glad to have a 50/34 with a 28 at the back, at some moments. I found roads that make the Muur of Huy a pick nick in the park, and the legs got hurt a lot.

The second day La Perouse/Botany Bay was the main goal with a visit to Centennial Park on the way up and back. I used the Livelo programmed ride up to La Perouse to get me there without delay and to put some speed in the ride. Finding ones way without GPS tends to slower rides. I had a nice speedy ride up to La Perouse and enjoyed the view of Botany Bay. On the home run I visited the Park where a 3,5km loop of car free road, named Grand Drive, makes an ideal exercise round for cyclist within the busy city. I did some more City exploring on the way home; meaning got lost a lot in a fun way and ended up at the Rapha shop for coffee. There, I made the mistake NOT to buy the SKY British National Champ shirt…sold out by now.

 
The third and last day I planned a trip up North to West Head via Manly Beach. One of the nicer beaches of Sydney, I think. Bondi has the name, but Manly is the more beautiful one. Especially Sydney Harbour National Park and its views is a winner. That ride was also not an easy ride for a flatland guy like me, but worth every pedal stroke. And sitting on the Bella Vista Café terrace at the Park with a double espresso and homemade cake, topped the day.

That late afternoon, Peter came and collected the bike at the Hotel. Talking about service! I think Livelo has the best service if you ever want to ride a bicycle in Sydney. If you want they do guided tours as well. And the bikes are A class and well maintained.
 
I am a Specialized adapt…but the Cannondale was a perfect ride.

So, thank you Peter, for making my stay in Sydney a memorable one!

Rork Steijn

www.livelo.com.au

vrijdag 13 februari 2015

My crappy cross season


After my crappy cross season, I’m waiting for the sun. No more grey sky, no more drizzle, and no more freezing temps. Spring sunshine will do the trick for me, thank you very much! My cross season never took off. It’s crashed on itself even before the first pistol shot was fired. I had a cold at the start, two bad planned holidays and a back problem to top it all off. New Year brought the flu, but, until now, I got away unharmed by it. I had some close calls, but the wife took the bullet for me. I did the basic workouts and bided my time. The sun would soon show its beautiful face again and I would be ready.

In the mean time I looked at the Pros cross races with great interest. Revolution was at hand, young guns at the start line with no “respect” for the old warriors. They took off at the word GO! The rest of them were just baffled. Watching those young dogs was enjoyable, but my focus shifted to the back of the field. Clueless of what happened at the front, another breed of men was making a name for them self’s. Riding their hearts out every race, trying the best they could with great determination and courage.

This Aussie guy promised his girl an European holiday, in a Campervan, in the midst of winter. (Question mark would be in place here) They came all the way up to Belgium to live the life of pro CX. Respect! Snow, mud, ice rains. It’s not my idea of a holiday, but has all the ingredients of a fantastic CX adventure.

From the other side of the globe came a Canadian pro, looking like a Viking with beard and nose ring. He brought his own style to the cross. Hotsauce and all. Financed himself all the way into the great Cyclo Cross Show on Earth and enjoy himself immensely.  

Garry and Mark photo by Tom Prenen


While I did my Miles on the winter bike, they had the time of their life. Posted their Facebooks full of CX happiness for us to enjoy. More and more people flocked to their sites and dipped them self’s in their adventures. They became heroes on their own account for displaying race hardness, for showing up at the start line, behind the established riders of the home countries that make up the majority of Cyclo Cross. Being there at the back of the field, doing their thing in the shadows of the television cameras, but in plain sight of the spectators, who loved them for it.

We can only dream of being somebody like Matthieu van der Poel or Wout van Aert. It’s amazing to watch these two race around a course. Super hero’s these two puppies. Way beyond our reach in pretending to be a CX rider like they are. But with Garry Millburn and Mark McConnell we get the feeling we don’t have to be Super heroes. We can be mere mortals and have a great adventure, if we put our mind and back in to it, raise the bar and face the impossible, because they showed us nothing is impossible! If you want it, it’s out there, get it!

I got a great energy flow of them be where they been. I will have a couple of adventures of my own. Riding my bike in and around Sydney in April for example. Far away from home, adventure will be mine!

So I tip my Hotsauce cap to the both of them! Thanks for the inspiration guys!

 

Rork Steijn