donderdag 19 september 2013

Krak!

Het regent pijpenstelen.
Gehuld in regenpak sta ik,
langs de kant van de weg.
Wachten tot ik kan oversteken.
Een kreet, remmen en slippende banden.
Ik zet me schrap.
Zijn schouder, mijn ribbekast.
Contact!!!
Hij ligt op de grond.
Ik sta nog overeind.
Bodycheck, Pannenkoek!
Geen schade, slecht schrik.
Hij maakt excuses. Niets gezien enzo.
Ik zeg gedag. Fiets is heel.
Adrenaline verzacht alle pijn.
Niemand heeft het gezien.
Een chute zonder toeschouwers.
In een drukke winkelstraat.
Participatie maatschappij.
Ik participeer in een valpartij.
’s Avonds als ik rek en strek,
Knapt er iets in mij.
Dat was een van mijn ribben.
Dokter bevestigt mijn vermoeden.
Mooie breuk naar buiten.









Slechts een beetje pijnlijk.
Neem gerust een pilletje.
En fietsen dan Dokter?
Met mate als het gaat.
Over twee weken
Lakeland Monster Miles.
Zal niet over zijn.
Pijn is fijn, toch?


zondag 8 september 2013

NK Tijdrijden op Texel


Sinds de tijdrit in Vijfhuizen in mei van dit jaar, heb ik de smaak van het tijdrijden te pakken. Ik vind het vooral een interessante bedoening, zo hard als je kan, in je eentje van A naar Beter. Ondertussen heb ik een tijdritfiets aangeschaft om de zaken serieus te kunnen aanpakken. Ik twijfel nog over een speciale tijd rij helm, want die vind ik nogal stom. Als je op de fiets zit gaat het nog wel, maar naast de fiets is het echt geen pan. De nieuwe Specialized Evade staat wel op mijn verlanglijst net zo Aero maar minder erg. Of een shell voor over mijn Prevail helm, kan ook en dat drukt de kosten aanzienlijk, maar nog niet te koop in NL. Een snel pak heb ik ook nog niet, maar dat komt er wel t.z.t.
Ik had me dus ingeschreven voor het NK Tijdrijden voor Vrije Renner op Texel, 28km langs de dijk en de Waddenzee. Gezien de afstand, leek het me dit een aardige afstand om te zien wat ik in huis heb. Op tijdrijders gebied nog niet veel. Al doende leert men is hier het credo. Ik had N. ook zo gek gekregen om mee te doen. Eigenlijk heb ik haar gewoon ingeschreven toen ze op vakantie was. No way back!
Zaterdag 7 september was het dan zo ver. Met de auto van N. ’s morgens om 10u15 richting Den Helder naar het veer voor Texel. Parkeren bij het veer is geen probleem, zodat we met de fiets naar Texel kunnen. Rugzak om en gaan. De overtocht is rimpelloos. Er staat slechts weinig wind, maar wel een lastige wind. We rijden ons warm van ’t Horntje naar Oudeschild alwaar de start en finish is.

Op een parkeerplaats, aan de noordzijde van Oudeschild, is een complete tent opgebouwd. Met koek en zopie, een groot scherm voor de live uitslagen, een startpodium etc. Alles is aanwezig voor een geoliede uitvoering. Slecht een kleine tegenslag voor mezelf. Ik ben mijn transponder vergeten om te zetten van mijn racefiets naar mijn tijdritfiets. Zo is er altijd wel wat. Ik had N. ingeschreven zonder eigen transponder, maar zij heeft haar eigen transponder nog op haar fiets zitten. De organisatie schakelt snel. N. rijdt met haar eigen transponder en ik met de gehuurde transponder van N. Je moet het niet moeilijker maken dan het is. Ik heb tenslotte de boot niet gemist.
We hebben nog een klein uurtje, voordat onze starttijd voorbij komt. In de tent kleden we ons om, want helaas is het licht gaan regenen. Buiten staan veel renners zich warm te rijden op de Tacx (rollerbank) naast hun auto. Ik zie zelfs een heuse camper en een partytent. Hmm, het is serieus zaken doen hier.
Om 13:45:30 is het mijn beurt om te starten. N. start anderhalve minuut na mij en tussen ons in zitten een vervaarlijk uitziend stel, vader en dochter, denk ik, met alles er op en aan. Die ga ik niet achter me houden vrees ik. Is ook niet de bedoeling vandaag. Mijn “plan” is, proberen boven de 37,5km/uur gemiddeld te rijden of onder de 45 minuten. Ik vlieg het startpodium af en trek mezelf op gang. In de eerste 500 meter kan ik driemaal opschakelen naar 52x14. Dat zal hem moeten zijn voor de heenweg. Oja, ik heb vandaag nul parkoers kennis, behalve een tripje met google maps. Voor het keerpunt heb ik een drinkgel in gedachten en voor de rest mijn Aero bidon. Na tien minuten hoor ik het gezoem van een dicht achterwiel naderbij komen. Wie zal het zijn de dochter, die na mijn gestart is of de vader? Het is de dochter, in het roze met wit, ze rijdt me gestaagd voorbij. Ik probeer een paar minuten in haar zog mee te rijden, maar ik mag mezelf niet opblazen, dus moet haar laten lopen. De vraag is nu, wanneer haalt haar vader me in? Hem zie ik pas bij het keerpunt. Als ik de 180 graden draai maak zit hij 100 meter achter me. Goed dan nu even drinken, hem voorbij laten komen en achter hem aan rijden. Uiteraard is het verboden om in het wiel te gaan zitten. Als hij me na een kilometer van het keerpunt voorbij komt, blijf ik op een meter of drie schuin achter hem rijden. Tijd voor de gel. Op het moment dat hij wat verzwakt, rij ik hem voorbij. Hij blijft een paar meter achter mij rijden. Juist even elkaar helpen binnen de grenzen van het toelaatbare vandaag.
We wisselen nog tweemaal stuivertje. Ik moedig N. nog aan, maar die trek een vies gezicht. Zij moet nog naar het keerpunt en is in gevecht met zichzelf. Daar draait het hier om. Een gevecht met jezelf. Alles doet “pijn” en een stem in je hoofd roept: “kappen nu, het is mooi geweest!” Maar het is pas op de streep gedaan, dus we harken gewoon door.

We worden nu beide ingehaald door een renner in een strak tempo. Een tempo dat duidelijk te hoog is voor mij. Mijn tijdelijke metgezel volgt wel het aangeboden wiel, maar moet het na een kleine 200 meter ook laten lopen. Nu heb ik een mooi mikpunt. Kilometer 20 is gepasseerd en ik ben helemaal leeg. Ik kan het tempo niet meer hoog houden en het zakt naar onder de 35km/uur. Ik probeer de laatste 8 km met korte tempoversnellingen mijn gemiddelde omhoog te brengen. Eindelijk zie ik het start en finish dorp aan de horizon verschijnen. Nog een klein stukje, rammen nu, gaan! Er zijn twee stemmen nu in mijn hoofd. De een wil héél graag stoppen en de ander wil o zo graag harder. De laatste 200 meter sprint ik nog zo hard als ik kan. Mijn Garmin vertelt me dat ik mijn doel niet gehaald heb. Geen top 25 klassering. Ik moet uiteindelijk genoegen nemen met een 33ste plaats in de leeftijdscategorie 50+, 0:46:24, 36,85km/uur gemiddeld.

N. wordt 9de bij de dames 35+, 0:49:09, 34,79km/uur gemiddeld. Het is natuurlijk allemaal niet slecht en het is pas onze tweede officiële tijdrit, alleen hadden we er toch wat meer van verwacht.
Op de keper beschouwt, is het een hele mooie dag. We zijn bijna niet nat geworden, twee mooie overtochten met het veer en een fijne leerzame rit langs de Waddenzee. Ik kom wel voor minder mijn bed uit.

dinsdag 3 september 2013

Henk Lubberding Classic 2013

6u00 gaat de wekker. Vandaag rij ik de HLC in ’s Heerenberg in de Achterhoek, tegen de Duitse grens. Met moeite kom ik op gang. Ik heb alles klaar staan. Tas met fietsspullen, tas met eten en een koelbox met drinken. Racefietsje staat te wachten in de garage, samen met een reserve set wielen en de pomp. Voordat alles in de auto van N. geladen kan worden, moet er eerst ontbeten worden. Ik ga vandaag voor een beproefd recept, nl. het onvolprezen Expeditie Ontbijt. Een kant-en-klaar ontbijt, behoeft alleen kokend water en acht minuutjes wellen in de verpakking. Daarna is het smullen geblazen. Een soort stevige havermoutpap met vruchten, goed voor 1200 calorieën. Het is eigenlijk voor twee personen, maar ik schrans bijna alles alleen op. Uit buiken doen we in de auto. Als alles in de wagen is gekieperd, kunnen we vertrekken richting het oosten. Onder het genot van groene thee en koffie rijden we, al kletsend, in een ruk naar onze eindbestemming.

Het deelnemersveld voor deze cyclosportive is maximaal 600. Een aantal, dat bij lange na niet wordt gehaald vandaag, slecht 300 man (en 11 vrouwen) weten de weg naar de startlijn te vinden. Met politie escorte voor en achter (18 motoragenten en een auto) rijden we de eerste 90km als gesloten peloton, maar op de dijk bij Lobith gaan alle remmen los en is het ieder voor zich naar de eindstreep een kleine 30 km verderop in ’s Heerenberg. Onderweg doen we de Posbank, Zijpenberg, Emmapyramide, de Elterberg en tweemaal ’t Peeske. De laatste een lokale klim aan het einde van de koers.
Er is geen verzorging onderweg. Alles moet in een keer mee. Ik rij met twee 750ml bidons op de fiets en een 500ml bidon op mijn rug, twee gels en vier reepjes, daar zullen we het mee moeten doen voor de komende 4 uur. Henk houdt een praatje vooraf, op zijn eigen ludieke wijze. Veiligheid staat voor op. Ik ben benieuw, want ik zie een groot aantal broeders, dat niet gewend is om in een gesloten peloton te rijden. In de eerste 10 meter ligt er al direct zo’n pannenkoek op zijn gat. Dat belooft wat voor vandaag. En gelukkig is er na zeven en een halve minuut de eerste klapband van de dag. Kan maar vast gebeurd zijn. Geen nood, want er rijden materiaalwagens mee met reserve wielen zolang de voorraad strekt. Het is nog niet echt warm en van net onder de 30km/uur rijden wordt het niet veel beter. Na 10km moet ik al langs de kant voor een plaspauze. Hup, hup, rap gepiest, want de koers gaat door. Voordeel is wel, dat het terugrijden tussen de auto’s naar de staart van het peloton enige vorm van zweet opwekt. Eindelijk een beetje warm gereden. De eerste drie uurtjes worden gekenmerkt door eten, drinken en plassen. Mijn laatste plas stop is na de Posbank boven op de Zijpenberg. Hierdoor kan ik tussen de auto’s afdalen en zo op het gemak en zonder veel inspanning terug in het peloton komen voor de beklimming van de Emmapyramide. Voorbij Zevenaar wil ik eigenlijk nog wel een keer naar de kant, maar het gaat wat rapper nu. Lobith komt in zicht, alwaar de koers wordt vrijgegeven op de dijk. Ik waarschuw N. dat ik een eindje naar voor rij om nog een laatste keer te gaan plassen. Voor ik goed en wel voorbij het midden ben opgeschoven, zie ik de koersdirectie auto naar links draaien en zich rap uit de voeten maken. Alle renners komen uit het zadel en het spel is op de wagen. Dan maar niet plassen. Ketting op het grote blad en gaan!

Ik lig nog niet goed en wel op stoom of alles gaat in de remmen. Ik zie links en rechts renners van het talud kukelen en het gekraak van carbon en gekras van metaal vult de lucht. Mega valpartij en ik zit er vlak achter en de hele weg is geblokkeerd. Het duurt even voordat ik er langs ben en in de verte zie ik de eerste honderd man van me wegrijden. Daar gaat een goede klassering. Geen top 100. Niet getreurd, het kan altijd erger, ik had er tussen kunnen liggen. Ik trek mezelf weer op gang en vindt aansluiting bij een paar man voor me. Langzaam beginnen we renners op te rapen en ons groepje groeit. Richting Elten gaat het nu. We moeten de Elterberg over. Ik besluit niet meer terug te schakelen naar het kleine blad. 50x21 en naar boven rammen. Kan nooit lang duren, toch?! De groep breekt in stukken en ik blijf voor in omhoog rijden. De teller blijft boven de 20km/uur, dus dat is een goed teken. Bovenop de heuvel even op adem komen en in de afzink een gel erin. Ik heb nog een gel, een reep en een half gevulde bidon. Dat zit dus ook snor. Bij Beek draaien we het plaatselijke rondje van 14 km op. Direct de klim ’t Peeske voor kiezen. Ik blijf op het grote blad en leidt de groep omhoog. Strak tempo en maar duwen. Geen tekenen van kramp of verzuring. Het gaat echt lekker! We rijden naar de finishlijn voor de bel voor de laatste ronde. Even onthouden hier, een Eneco boog, daarna een bocht met een putdeksel in het midden en dan rechtdoor omhoog naar de finish. Het maakt niet meer uit op welke plaats we rijden in het grote geheel. Wij zijn nu onze eigen kopgroep en we sprinten voor de “overwinning”. Niemand van onze groep die het uitspreekt, maar de lichaamstaal van elk van ons spreekt boekdelen.

Het is nu vrij simpel, van ’s Heerenberg naar Zeddam en van Zeddam naar Beek. De hele weg is voor ons. Een van de motars rijdt 100 meter voor ons uit. Het enige wat mist is het ronken van de helikopter boven ons hoofd. Ik kom niet meer op kop. En kijk nog eens naar de groep. Ik ben duidelijk de oudste van het stel. Nummer 132 en 112 maken de beste indruk. Na Beek voor de tweede maal ’t Peeske op. Ik probeer in vierde positie te blijven en doe geen trap te veel meer. We zijn er bijna. Voor de Eneco boog word ik nog door twee man aan de binnenzijde gepasseerd. Maar ik heb mijn plan al klaar. Het is vol de bocht naar links in, om de put heen en dan direct op de pedalen en naar links doortrekken. Ze blijven allemaal op rechts hangen en zien me gaan. Te laat mannen! Alleen nr. 132 komt nog aan mijn achterwiel, maar ruim voor de streep kan ik al een vuistje ballen. Ik win onze eigen wedstrijd.
 
Uit eindelijk ben ik 151ste overall, 148ste bij de mannen en 19de bij de 50+.

N. komt een paar minuten na mij over de streep als 5de dame.

We zijn nog redelijk fit. Zeker gezien het feit, dat dit mijn eerste keer van het jaar is, dat ik een rit van meer dan 100 km rij. Nu herstellen en dan zaterdag het NK tijdrijden op Texel. Appeltje, eitje!