woensdag 18 december 2013

Terug naar Af, ga niet langs Start.

Zondag ging ik, in het begin van de derde ronde, onderuit. Uit een modderige bocht naar links komend, zette ik aan en weg was mijn achterwiel. Geen grip meer met de noppen van de bandjes, welke eigenlijk al een tijdje aan vervanging toe waren. Ik was me daar de eerste twee ronden aan het glijden, op banden die de modder krampachtig vast bleven houden ter voorkoming van het onvermijdelijke, de vervanging. Ik had ze uiteraard in de afgelopen periode moeten vervangen, maar sentiment weerhield me. Het waren zulke fijne bandjes. We hadden samen heel wat kilometers afgelegd op de meest uiteenlopende ondergronden en nooit was er twijfel over hun kunnen. De laatste weken trad het verval in, minder grip in de bochten, minder tractie bij het optrekken. Je weet dan dat het einde nabij is. Er moest hard ingegrepen worden. Nieuwe, soepele bandjes met fijne grote, aanwezige noppen dienden om mijn velgen gelegd te worden.

de bandjes die ik had moeten hebben...


Maar ik was aan het dralen, nog niet tot de keuze gekomen wie mijn toppertjes zouden gaan vervangen. Een setje uit hetzelfde nest of toch eens een ander merk proberen? Beslissingen, beslissingen. Mijn hoofd stond er gewoon niet naar. Allerlei redenen voerde ik aan om het uitstel van de aanschaf te rechtvaardigen. Druk op het werk, de feestdagen komen er aan, alle boodschappen nog doen etc. Ondertussen ging het rap bergafwaarts met mijn bandjes. Ik wilde het niet zien en gaf de schuld aan mijn lichamelijke gesteldheid die al een tijdje onder niveau was. Het ligt niet aan de viool maar aan de violist, hield ik mezelf voor. Diep van binnen wist ik het wel, maar ik hield van mijn 35mm brede jongens. Ik had nog geen zin in de nieuwe, verplichte 33mm dunne optie. Ik wilde genieten van mijn oude, brede sloffen.

En daar ging ik dus. Mijn achterband trok het niet meer in de modder van Amsterdam Noord. Met een zucht liet hij het los. Het was op, over en uit. En in slow motion dook ik richting de grond met onterechte verbazing op mijn gezicht. Ik stak niet eens mijn arm uit om de val te breken. Stoïcijns bleef ik mijn stuur vasthouden, tevergeefs hopend dat ik als vanzelf weer rechtop zou veren. Helaas pindakaas! Ik ging als een blok tegen de grond. Boink! Eerst de schouder, daarna mijn elleboog en de rest volgde gedwee. De bovenarm zat volkomen in de weg en drukte zich aan de ene kant in de modder en aan de andere kant in mijn ribbenkast. Dezelfde zijde, die weken voordien ook al de klos was geweest en zich net weer een beetje happy begon te voelen. Alle fysiotherapiesessies voor niets. Ik voelde het direct. Dit was niet goed. Dit ging pijn doen. Sterker nog, het deed al pijn. Ik bleef even met gesloten ogen liggen. 2013 is niet mijn jaar. Waarom? Ik wist het niet en weet het nog steeds niet. Ik blijf in de mongolenwaaier en zit weer achterin.

Ik heb nieuwe banden gekocht. Verse jongens met flinke noppen. Het zal voor een andere keer zijn want het lichaam vindt fietsen op dit moment niet leuk. De kop trekt het ook niet meer. Het is klaar voor dit jaar. Lekker luierend de feestdagen doorrollen en in januari de draad weer oppakken. Ondertussen de fietsjes lekker vertroetelen met nieuwe onderdelen, die onder de kerstboom liggen te wachten.

 

woensdag 4 december 2013

De Mongolen Waaier


Gebroken rib, buikloop, stevige verkoudheid, kortom algehele malaise. Tegenslag komt in vele gedaanten en samen met een van de natste herfstperiodes van de eeuw, weet je dat het voor een andere keer zal zijn. Tussen weten en willen zit echter een behoorlijke kloof. Ik vind crossen leuk. Ik kan ervan genieten. Maar in plaats van een leuke cross te rijden, bengel ik steevast achteraan en word ik meerdere malen per wedstrijd gedubbeld. Frustratie alom. Het lichaam wil niet herstellen van alle leed dat het is aangedaan. Ik rij dan maar eens in de 14 dagen een cross om het voldoende herstel te gunnen. Slechts hoongelach valt mij ten deel. In mijn hoofd hoor ik het systeem grinniken, 50+, mankeert van alles, maar wil wel meedoen. No way!
 

Het crossseizoen is voor mij een verloren zaak. Daar komt nog bij dat het deelnemersveld dit jaar in omvang is toegenomen waardoor mijn kansen om redelijke punten te scoren geminimaliseerd zijn. Niet dat ik het erg vind. Hoe meer zielen, hoe meer crossvreugde. Ik rij gedwee mijn rondjes door de blubber, oefen mijn techniek in de bochten en hoop op betere tijden.

In vergelijking met vorig jaar rij ik gemiddeld 2,5 km/uur langzamer. Dat is best veel met crossen. Mijn starts zijn niet eens slecht. Ik rij meestal rond de twintigste plek het veld in, om na een halve ronde al door Jan (Gottmer) en alleman te zijn ingehaald. Na 500 meter is de koek op. Met of zonder gedegen warming up, het maakt niets uit, het licht gaat uit. Alsof mijn remmen aanlopen, mijn wiellagers vastzitten en mijn trapas al maanden aan vervanging toe is. Het ligt niet aan de draaiende delen van mijn trouwe fiets. Het zijn mijn bloedeigen onderdelen die het vertikken om mee te werken. Mijn hartslag blijft ver onder het toelaatbare, mijn benen voelen zwaar en mijn longen geven elkaar de schuld. De enigen die hun werk naar behoren doen, zijn mijn hersenen. Mentaal ben ik dik in orde. Ik kan me uitstekend opladen vlak voor de wedstrijd. Helemaal gefocust. Er is geen concentratieverlies gedurende de cross.

Zondag was er dan eindelijk een lichtpuntje. In de laatste ronde kon ik mezelf pijn doen en versnellen. Johan had de hele cross een eind voor me uit gereden. Ik moest hem gaan halen. Een kwestie van doorrammen tot het gaatje. Warempel, het lukte. Niet vanzelf, maar het lukte. Halverwege de ronde kwam ik aan zijn wiel en op het loopgedeelte door het zand wist ik hem te passeren. Met 50 meter voorsprong reed ik over de finishlijn. Wellicht is de ommekeer dan toch begonnen. Maar misschien had Johan een nog slechtere dag dan ik. Wie zal het zeggen?

Dus voorlopig zit ik nog in de mongolenwaaier. Weliswaar niet meer achterin, maar toch. Er is zicht op de staart van de volgende waaier. Licht aan het einde van de tunnel.


woensdag 16 oktober 2013

Lijntjes

Marijn de Vries schreef er laatst al over, lijntjes op armen en benen. Hoe deze te voorkomen?! Of, in mijn geval, juist niet. Tja, met onze zomer ging het deze Hollandse renner bijna niet lukken, een paar scherpe randen in armen en benen te laten branden door de zon. En nu aan het einde van het zomerseizoen rijst de vraag: “Hoe houden we de weinige verkleuring instant tijdens de donkere winter maanden?”

We waren dit jaar in april vier weken naar de Carribean vertrokken voor een fijne tropische vakantie met veel zon en zee. Bij thuiskomst zag je een behoorlijk verschil met de thuisblijvers. Maar een beetje bijhouden zat er niet in van de zomer. Het vroeg om een andere aanpak om kleur behouden te waarborgen. Onder de zonnebank dan maar, zou je denken. Dan moet je wel je koersbroek en shirt aan om de lijntjes intact te houden. Een behoorlijk warme aangelegenheid, geloof me.
Mijn vrouw had een monster gekregen van een bruiningsmiddel. Nu ben ik tegen allerlei vormen van onnatuurlijk kleuring, maar deze keer heb ik mijn bezwaren even geparkeerd. Dit middel pretendeerde iets anders te zijn dan een ordinair bruiningsgoedje. Simpel even met een geprepareerd doekje over de benen wrijven, even wachten tot het ingetrokken was en een streeploze bruine huid zou mijn deel zijn.

Laten we wel zijn, met gebronsde benen aan het begin van een wedstrijd of training staan, dat heeft een psychologisch effect om je fietsgenoten. Bruin gebrand staat gelijk als goed getraind.
Na een paar uur begonnen mijn beentjes mooi brons op te kleuren en bijna streeploos. Mijn voeten echter, die waren er minder goed vanaf gekomen. Daar was bij het aanbrengen een iets dikker laagje terecht gekomen en dat zag je nu best wel. Gelukkig bleef het allemaal onder de sokken verborgen.

De volgende wedstrijd werd ik begroet met de opmerking: “Zo, jij hebt lekkere bruine poten!” Missie geslaagd zou je denken, helaas, ik fietste als een natte krant. Wat vervolgens de reactie ontlokte: “Ik dacht, die zal wel lekker getraind hebben in het buitenland, maar dat viel tegen”, “Ja joh, nog een beetje last van de jetlag!” antwoordde ik verontschuldigend.
Het nadeel van gekleurde benen is, dat het verwachtingen schept, die je wel moet kunnen waarmaken.

Het voordeel is, dat het doping is voor de moraal. Met zulke mooie gesoigneerde beentjes moet je wel hard gaan, ook al heb je nog geen meter getraind! Maar zoals met de meeste doping blijft het een “quick fix that does not last!”, want na een paar dagen vervaagt de kleur en ben je weer terug bij af.

maandag 14 oktober 2013

Rollerbank in de garage


De afgelopen winterseizoenen heb ik buiten gefietst, binnen spinningles gegeven of zat ik in mijn garage op de turbo. Ik heb geen hekel aan buitenfietsen in de winter zolang het maar enigszins droog is. Dat is niet altijd het geval en soms heb je gewoon geen zin om alles aan te trekken, verlichtingsets op te laden en de kou te trotseren. Dan was de turbo trainer een uitkomst. Ik had er alleen een vreselijke hekel aan. Nooit evenaar je het fietsgevoel met fiets geklemd in de statische beugel. De herrie van de weerstand, het aanlopen van het achterwiel, of juist het slippen van het achterwiel als de afstelling weer eens niet klopte. En de slijtage van de achterband kostte me per winterseizoen zomaar drie bandjes. Ik zal wel iets verkeerd gedaan hebben, want anderen hoor ik nooit over deze ellende.
Op marktplaats kwam ik bij mij in de beurt een rollerbank tegen, die voor een zacht prijs wel van eigenaar wilde wisselen. Vroeger, thuis bij pa en moe, hadden we ook een rollerbank in de schuur. Daar trainde de hele familie in de winter op, ter voorbereiding van het nieuwe wegseizoen, maar ook voor de club kampioenschappen rollerbank midden in de winter. Ik kwam nog eens thuis op een winternacht, voorafgaand van het clubkampioenschap, rond een uur of drie. Niet bepaald de ideale voorbereiding voor de wedstrijd de volgende ochtend. En daarbij was ik nogal lichtelijk aangeschoten. In de winter nam ik het niet zo nauw met dat monnikenleven voor de sport gedoe. Onderweg naar huis had ik bedacht, dat ik een goede warming up op mijn buik kon schrijven. Het was uitgesloten, dat ik de volgende ochtend op tijd wakker zou zijn voor een gedegen voorbereiding. Daar had ik in mijn benevelde toestand het volgende op gevonden. Bij thuiskomst zou ik direct beginnen aan de warming up en dan fijn aan paar uurtjes naar bed. Probleem opgelost. En dus zat ik met een wazig hoofd ’s nachts na drieën rustig te peddelen in de schuur op de rollerbank. Althans, totdat mijn moeder plots in de schuur verscheen en er een einde kwam aan mijn nachtelijke training. De volgende ochtend werd ik, ondanks mijn verstoorde warming up, nog wel 3de op het clubkampioenschap.



Bovenstaande anekdote vond bijna 30 jaar geleden plaats, en ik kan me niet herinneren of ik daarna nog eens op een rollerbank gereden hebt. Afgelopen zondag was het eindelijk zover. Het regende de hele dag al pijpenstelen. Een half IJsselmeer werd over delen van Nederland uitgestort. Dus ’s middags de stoute schoenen aangetrokken en alles in gereedheid gebracht in de garage. Het opstappen was al best lastig. Ik kon me de handigste manier niet meer voor de geest halen. Maar na enig vijven en zessen zat ik op de racefiets en trapte vrolijk rond. Weliswaar nog met een hand ter ondersteuning aan de muur, maar dat mocht de pret niet drukken. Na steeds even de muur losgelaten te hebben en als een soort rodeo cowboy met een hand aan het stuur en de andere zwevend in de nabijheid van de muur, had ik genoeg vertrouwen om met beide losjes handen op het stuur te fietsen. Ik wiebelde nog wel een beetje heen en weer, maar naar mate de tijd verstreek reed ik steeds stabieler. Tandje erbij en even flink stampen! Heerlijk, dat “vrije” gevoel, ten opzichte van de turbo wel te verstaan. Er gaat natuurlijk niets boven fietsen in de vrije natuur, maar voor dagen met zoveel regen, is het een uitkomst.
Keep on rolling!

vrijdag 11 oktober 2013

Cycling Weekly - Lakeland Monster Miles Adventure X – the Ride - English version

Before you know it, you stand there, on a Sunday morning half past seven, being part of the first group on route for the Massif (62 miles) of the Mini Massif (44 miles). There is a possibility to switches routes during the ride, because the long route will just make an extra loop around another hill, before it joins the short route again. This first group is a mix of MTB and CX bikers, in total about 30 riders. Officially it is not a race, but a timed ride. I have an electronic and numbered sticker on my helmet and a number on my bar, with all the emergency info on it. I could run into trouble today. I’m in that mood at the moment of getting myself in trouble…

We depart in an easy enough pace. Meanly because it is up hill from the start. The first miles are an abandoned railroad track, I’m thinking steam trains, seeing the old iron bridges and the stone beddings. It’s still dry weather, but the road is pretty wet. The rain is waiting for us at the other side of the hill. Rain jackets are mandatory today. As are two spare tires, mini tools, pumps etc. the usual stuff. And off course food and drink for the day out. Two food stops are in place, but I think it will be tea and biscuits only. So, you better come prepared yourself.


My Camelback is filled, accompanied by two bidons, four energy bars and a couple of gels. But I’m NOT carrying a rain jacket. I got something better. I’m wearing my new Castelli Gabba, water and wind proof. It will be invaluable during the ride today. Together with the Nano flex arm and legwarmers and my Sealskinz socks I’m protected against the worse of the weather, I hope.

We ride across all possible surfaces that you can think off. Sometimes the advantage laid with the CX riders, then again the MTB riders have the upper hand, but more often than not, free riders have a ball on the downhills. On my CX bike it rattles my bones, something my broken rib is not enjoying. I try to compensate with my arms and core, but core stability is the one thing I could not exercise, due to this injury. It’s all hands on deck!

After 14 miles the first climb is completed and starts a stormy descend. The wind pick up a lot on this side of the hill and rain is coming in from the North. The sheep hide behind the little stone wall and look at us sheepishly. Little streams cascade down the hillside and we cross more than a one or two. The rain is a constant drizzle and colours our little world grey.
 
I have to make a decision, Massif or Mini Massif? There will be a point of no return at 30 miles. My body says it’s okay to do the Massif, but sense tells me take the Mini and hit it hard. Not having the healthy body I need to have to do the 62 miles of the Massif, the decision is made. Min Massif it is. To keep things interesting, I will try to use the outer ring (46T) only for the remainder of the ride. Little less bounce little more push. Legs, bum and back will hurt, but the rib will be safe.

Now I have only 9 sections instead of the 13 on the Massif. I enjoy myself every inch of the way. Not an easy way, with some nasty climbs (+20%) and some heart stopping downhill thru a forest.  Rocky and wet! If I drop of the bike it will be over and out. But I manage to stay upright and reach the bottom safely.

The last 10km is signalled thru a sign. All of the route is perfectly signed and with marshals on key locations is as safe as it can be. Well done!

These last 10 km I drive home in “high” speed. Up and down it goes. But it’s not that heavy any more. Only one little climb, 23% up, the heaviest 30 meters of my ride! I encounter no riders anymore, like I’m alone on this ride. That’s the advantage of starting in the first group and a 2-3 minutes delay between the groups. No gathering of riders anywhere. So a solo finish it will be. A warm welcome, a goodie bag, a printed timesheet and a bike wash by the local scouts, that’s what you get when you are one of the first riders back. But most important, a nice shinny medal!!!

In the end, I set the 33rd time on the Mini Massif of a total of 330th riders and I was the second rider crossing the finish line of the first group of riders I started off that morning. 4 hours and 7 minutes, not bad considered my current heath, the wet weather and the unfamiliar terrain.

Beautiful ride!!!
Start and Finish Keswick, Lakedistrict, UK.

Cycling Weekly - Lakeland Monster Miles Adventure X – the Ride

Voor je het weet sta je zondag ’s morgens om half acht aan de start van een tocht, in de eerste groep, die gaat vertrekken voor de Massif (62 miles) of Mini Massif (44 miles). Een rondje crossen om, de op vier na hoogste berg in Engeland in het Lake District. Onderweg kun je nog switchen van route, want de lange route maakt slechts een extra lus aan het einde en sluit daarna weer aan bij de korte route. De eerste groep is een mix van MTB en CX fietsen, in totaal een man (vrouw) of dertig. Officieel is het geen race, maar een tocht met tijdregistratie. Ik heb een genummerd stickertje op mijn helm met een chipje en een stuurnummerbordje met achterom mijn gegevens, voor als ik het ravijn in kukkel. Aangezien ik mijn rib een paar weken geleden gebroken heb, is dit laatste niet geheel onbelangrijk. Ik zit kennelijk in de brokken fase van het seizoen.

We vertrekken in een rustig tempo. Nog al wiedes, want het loopt direct even stevig omhoog. De eerste kilometers rijden we over een oude spoorlijn waar de rails en bielzen al sinds de jaren 70 zijn verdwenen. Hier reed vroeger de stoomtrein over oude ijzeren bruggetjes, waar we zo nu en dan overheen ratelen. Het is droog, maar de ondergrond is behoorlijk nat. Het heeft de afgelopen tijd veel geregend en achter de eerste berg schijnt het behoorlijk te regenen vandaag. Een regenjack is verplicht vandaag. Evenals twee reserve bandjes, plakspul, bandenlichters minitool met kettingpons, een power lock voor de ketting en een pomp. Hier wordt op gecontroleerd. Uiteraard dien je ook genoeg eten en drinken bij je te hebben. Er zijn twee food stops met biscuits, water en fruit, maar je kunt beter zelf alles bij je hebben voor deze tocht.
Vandaag heb ik mijn Camelback (2L), twee bidons (500ml), vier repen en drie gels bij me. Daar moet ik een heel eind meekomen. Daarnaast heb ik de verplichte onderdelen bij me, maar geen regenjack. Ik draag mijn nieuwste aanwinst een Castelli Gabba. Deze blijkt tijdens de tocht van onschatbare waarde. Samen met de Nanoflex arm- en beenstukken en mijn Sealskins sokken, ben ik meer dan behoorlijk gewapend tegen de elementen.

We rijden over alle soorten ondergronden die je maar kunt bedenken. Soms ben je als veldrijder in het voordeel soms als mountainbiker en meer dan me lief is zijn de downhillers of freeriders in het voordeel in de afdalingen. Dan is het klapperen en stuiteren geblazen, iets dat mijn gebroken rib niet kan waarderen. Mijn armen hebben het zwaar te verduren, omdat ze de meeste klappen moeten opvangen, meer dan normaal. Het minimaal kunnen trainen op core stabiliteit in de afgelopen weken is duidelijk te merken. Het is alle hens aan dek.
Na 22 km zit de eerste klim erop en begint een razende afdaling. Boven stormde het behoorlijk en had ik moeite om overeind te blijven. De schapen lagen daar stil achter de kleine stenen muurtjes ons verbaasd aan te gapen, terwijl in de beekjes het water zich woest een weg naar beneden zocht.
 
Het regent nu behoorlijk. Op zijn Engels dan wel te verstaan. Een niet aflatende motregen, alles is nu gehuld in grijze, vochtige lucht. We zijn pas 35 km onderweg en de twijfel slaat toe. 6 uur is de geschatte tijd van de organisatie voor de snelste rijders op de Massif. Ik had er gedacht korter over te doen, maar ik klok nu op 35 km twee uur af. Het zijn de klimmetjes van meer dan 20% die me de das om doen. Ik kan niet beschikken over mijn gehele lichaam, het is roeien met de riemen die ik wel heb. Ik kijk het aan tot de splitsing van de route op 50 km en zal dan mijn beslissing nemen. Tot die tijd is het op en af. Eindeloos genieten is dit. Het ene moment kruip ik stapvoets omhoog, het andere moment is het in razende vaart een grasheuvel af. Spiegelglad en geen remvermogen om over naar huis te schrijven. Gelukkig houden racemarshals ieder veehek open zodra je eraan komt. Alles is prima uitgepijld, met flinke waarschuwingsborden voor aankomende obstakels of gevaarlijke situatie, zodat je tijdig kunt inhouden.
Het voordeel van het starten in groep, is dat je maar met beperkte deelnemers tegelijk onderweg bent. Ik ben nog niet vaak ingehaald en voor me uit zitten hoogstens een man of tien. Ideaal!
De Massif heeft 13 technische secties (als bij Parijs-Roubaix) met klinkende namen zoals de Bone Shaker, dan weet je het wel. De Mini Massif heeft er slechts 9 van de 13, maar dat maakt het niet minder makkelijk. Om mezelf te beschermen en niet tot het uiterste te hoeven gaan, besluit ik bij de splitsing van de routes te gaan voor de Mini Massif en daar een knappe tijd neer te zetten. Dat zal nog niet meevallen, want er zit nog een pittige klim aan te komen. Als tegen prestatie moet ik van mezelf wel proberen alles op het grote blad (46T) te doen. Dat zal nog niet mee zal vallen.
 
Eigenlijk is de Mini Massif een short cut naar de laatste twee secties van de Massif met daar tussen een behoorlijk irritante klim en dito extreem technische afdaling in een bos op een steenachtige glibberige ondergrond. Als ik hier op mijn plaat ga, dan is het vast einde oefening. De mannen met een stevige MTB zullen dit stuk best waarderen, maar ik ben gewoon al blij dat ik heelhuids beneden ben.
De laatste 10 km zie ik niemand meer voor me uit rijden. Ik probeer nog flink tempo te maken, maar ik tel wel 9 klimmetjes met een maal zelf 23% stijging, eigenlijk de zwaarste 30 meter van de hele tocht! Moe maar voldaan bereik ik de finish, waar het nog heel rustig is en de padvinders me bijna de fiets uit de handen trekken om hem geheel schoon te maken. 4 uur en 7 minuten ben ik onderweg geweest volgens het systeem. Een geprint bonnetje krijg ik mee als bewijs.
Uiteindelijk heb ik de 33ste tijd geklokt van de 330 deelnemer(sters) op de Mini Massif en van mijn startgroep ben ik als tweede binnengekomen op deze afstand. Zeker gezien de lichamelijke gesteldheid, de weersomstandigheden en het voor mij onbekende terrein, niet onverdienstelijk.

Wat een mooie tocht!

donderdag 19 september 2013

Krak!

Het regent pijpenstelen.
Gehuld in regenpak sta ik,
langs de kant van de weg.
Wachten tot ik kan oversteken.
Een kreet, remmen en slippende banden.
Ik zet me schrap.
Zijn schouder, mijn ribbekast.
Contact!!!
Hij ligt op de grond.
Ik sta nog overeind.
Bodycheck, Pannenkoek!
Geen schade, slecht schrik.
Hij maakt excuses. Niets gezien enzo.
Ik zeg gedag. Fiets is heel.
Adrenaline verzacht alle pijn.
Niemand heeft het gezien.
Een chute zonder toeschouwers.
In een drukke winkelstraat.
Participatie maatschappij.
Ik participeer in een valpartij.
’s Avonds als ik rek en strek,
Knapt er iets in mij.
Dat was een van mijn ribben.
Dokter bevestigt mijn vermoeden.
Mooie breuk naar buiten.









Slechts een beetje pijnlijk.
Neem gerust een pilletje.
En fietsen dan Dokter?
Met mate als het gaat.
Over twee weken
Lakeland Monster Miles.
Zal niet over zijn.
Pijn is fijn, toch?


zondag 8 september 2013

NK Tijdrijden op Texel


Sinds de tijdrit in Vijfhuizen in mei van dit jaar, heb ik de smaak van het tijdrijden te pakken. Ik vind het vooral een interessante bedoening, zo hard als je kan, in je eentje van A naar Beter. Ondertussen heb ik een tijdritfiets aangeschaft om de zaken serieus te kunnen aanpakken. Ik twijfel nog over een speciale tijd rij helm, want die vind ik nogal stom. Als je op de fiets zit gaat het nog wel, maar naast de fiets is het echt geen pan. De nieuwe Specialized Evade staat wel op mijn verlanglijst net zo Aero maar minder erg. Of een shell voor over mijn Prevail helm, kan ook en dat drukt de kosten aanzienlijk, maar nog niet te koop in NL. Een snel pak heb ik ook nog niet, maar dat komt er wel t.z.t.
Ik had me dus ingeschreven voor het NK Tijdrijden voor Vrije Renner op Texel, 28km langs de dijk en de Waddenzee. Gezien de afstand, leek het me dit een aardige afstand om te zien wat ik in huis heb. Op tijdrijders gebied nog niet veel. Al doende leert men is hier het credo. Ik had N. ook zo gek gekregen om mee te doen. Eigenlijk heb ik haar gewoon ingeschreven toen ze op vakantie was. No way back!
Zaterdag 7 september was het dan zo ver. Met de auto van N. ’s morgens om 10u15 richting Den Helder naar het veer voor Texel. Parkeren bij het veer is geen probleem, zodat we met de fiets naar Texel kunnen. Rugzak om en gaan. De overtocht is rimpelloos. Er staat slechts weinig wind, maar wel een lastige wind. We rijden ons warm van ’t Horntje naar Oudeschild alwaar de start en finish is.

Op een parkeerplaats, aan de noordzijde van Oudeschild, is een complete tent opgebouwd. Met koek en zopie, een groot scherm voor de live uitslagen, een startpodium etc. Alles is aanwezig voor een geoliede uitvoering. Slecht een kleine tegenslag voor mezelf. Ik ben mijn transponder vergeten om te zetten van mijn racefiets naar mijn tijdritfiets. Zo is er altijd wel wat. Ik had N. ingeschreven zonder eigen transponder, maar zij heeft haar eigen transponder nog op haar fiets zitten. De organisatie schakelt snel. N. rijdt met haar eigen transponder en ik met de gehuurde transponder van N. Je moet het niet moeilijker maken dan het is. Ik heb tenslotte de boot niet gemist.
We hebben nog een klein uurtje, voordat onze starttijd voorbij komt. In de tent kleden we ons om, want helaas is het licht gaan regenen. Buiten staan veel renners zich warm te rijden op de Tacx (rollerbank) naast hun auto. Ik zie zelfs een heuse camper en een partytent. Hmm, het is serieus zaken doen hier.
Om 13:45:30 is het mijn beurt om te starten. N. start anderhalve minuut na mij en tussen ons in zitten een vervaarlijk uitziend stel, vader en dochter, denk ik, met alles er op en aan. Die ga ik niet achter me houden vrees ik. Is ook niet de bedoeling vandaag. Mijn “plan” is, proberen boven de 37,5km/uur gemiddeld te rijden of onder de 45 minuten. Ik vlieg het startpodium af en trek mezelf op gang. In de eerste 500 meter kan ik driemaal opschakelen naar 52x14. Dat zal hem moeten zijn voor de heenweg. Oja, ik heb vandaag nul parkoers kennis, behalve een tripje met google maps. Voor het keerpunt heb ik een drinkgel in gedachten en voor de rest mijn Aero bidon. Na tien minuten hoor ik het gezoem van een dicht achterwiel naderbij komen. Wie zal het zijn de dochter, die na mijn gestart is of de vader? Het is de dochter, in het roze met wit, ze rijdt me gestaagd voorbij. Ik probeer een paar minuten in haar zog mee te rijden, maar ik mag mezelf niet opblazen, dus moet haar laten lopen. De vraag is nu, wanneer haalt haar vader me in? Hem zie ik pas bij het keerpunt. Als ik de 180 graden draai maak zit hij 100 meter achter me. Goed dan nu even drinken, hem voorbij laten komen en achter hem aan rijden. Uiteraard is het verboden om in het wiel te gaan zitten. Als hij me na een kilometer van het keerpunt voorbij komt, blijf ik op een meter of drie schuin achter hem rijden. Tijd voor de gel. Op het moment dat hij wat verzwakt, rij ik hem voorbij. Hij blijft een paar meter achter mij rijden. Juist even elkaar helpen binnen de grenzen van het toelaatbare vandaag.
We wisselen nog tweemaal stuivertje. Ik moedig N. nog aan, maar die trek een vies gezicht. Zij moet nog naar het keerpunt en is in gevecht met zichzelf. Daar draait het hier om. Een gevecht met jezelf. Alles doet “pijn” en een stem in je hoofd roept: “kappen nu, het is mooi geweest!” Maar het is pas op de streep gedaan, dus we harken gewoon door.

We worden nu beide ingehaald door een renner in een strak tempo. Een tempo dat duidelijk te hoog is voor mij. Mijn tijdelijke metgezel volgt wel het aangeboden wiel, maar moet het na een kleine 200 meter ook laten lopen. Nu heb ik een mooi mikpunt. Kilometer 20 is gepasseerd en ik ben helemaal leeg. Ik kan het tempo niet meer hoog houden en het zakt naar onder de 35km/uur. Ik probeer de laatste 8 km met korte tempoversnellingen mijn gemiddelde omhoog te brengen. Eindelijk zie ik het start en finish dorp aan de horizon verschijnen. Nog een klein stukje, rammen nu, gaan! Er zijn twee stemmen nu in mijn hoofd. De een wil héél graag stoppen en de ander wil o zo graag harder. De laatste 200 meter sprint ik nog zo hard als ik kan. Mijn Garmin vertelt me dat ik mijn doel niet gehaald heb. Geen top 25 klassering. Ik moet uiteindelijk genoegen nemen met een 33ste plaats in de leeftijdscategorie 50+, 0:46:24, 36,85km/uur gemiddeld.

N. wordt 9de bij de dames 35+, 0:49:09, 34,79km/uur gemiddeld. Het is natuurlijk allemaal niet slecht en het is pas onze tweede officiële tijdrit, alleen hadden we er toch wat meer van verwacht.
Op de keper beschouwt, is het een hele mooie dag. We zijn bijna niet nat geworden, twee mooie overtochten met het veer en een fijne leerzame rit langs de Waddenzee. Ik kom wel voor minder mijn bed uit.

dinsdag 3 september 2013

Henk Lubberding Classic 2013

6u00 gaat de wekker. Vandaag rij ik de HLC in ’s Heerenberg in de Achterhoek, tegen de Duitse grens. Met moeite kom ik op gang. Ik heb alles klaar staan. Tas met fietsspullen, tas met eten en een koelbox met drinken. Racefietsje staat te wachten in de garage, samen met een reserve set wielen en de pomp. Voordat alles in de auto van N. geladen kan worden, moet er eerst ontbeten worden. Ik ga vandaag voor een beproefd recept, nl. het onvolprezen Expeditie Ontbijt. Een kant-en-klaar ontbijt, behoeft alleen kokend water en acht minuutjes wellen in de verpakking. Daarna is het smullen geblazen. Een soort stevige havermoutpap met vruchten, goed voor 1200 calorieën. Het is eigenlijk voor twee personen, maar ik schrans bijna alles alleen op. Uit buiken doen we in de auto. Als alles in de wagen is gekieperd, kunnen we vertrekken richting het oosten. Onder het genot van groene thee en koffie rijden we, al kletsend, in een ruk naar onze eindbestemming.

Het deelnemersveld voor deze cyclosportive is maximaal 600. Een aantal, dat bij lange na niet wordt gehaald vandaag, slecht 300 man (en 11 vrouwen) weten de weg naar de startlijn te vinden. Met politie escorte voor en achter (18 motoragenten en een auto) rijden we de eerste 90km als gesloten peloton, maar op de dijk bij Lobith gaan alle remmen los en is het ieder voor zich naar de eindstreep een kleine 30 km verderop in ’s Heerenberg. Onderweg doen we de Posbank, Zijpenberg, Emmapyramide, de Elterberg en tweemaal ’t Peeske. De laatste een lokale klim aan het einde van de koers.
Er is geen verzorging onderweg. Alles moet in een keer mee. Ik rij met twee 750ml bidons op de fiets en een 500ml bidon op mijn rug, twee gels en vier reepjes, daar zullen we het mee moeten doen voor de komende 4 uur. Henk houdt een praatje vooraf, op zijn eigen ludieke wijze. Veiligheid staat voor op. Ik ben benieuw, want ik zie een groot aantal broeders, dat niet gewend is om in een gesloten peloton te rijden. In de eerste 10 meter ligt er al direct zo’n pannenkoek op zijn gat. Dat belooft wat voor vandaag. En gelukkig is er na zeven en een halve minuut de eerste klapband van de dag. Kan maar vast gebeurd zijn. Geen nood, want er rijden materiaalwagens mee met reserve wielen zolang de voorraad strekt. Het is nog niet echt warm en van net onder de 30km/uur rijden wordt het niet veel beter. Na 10km moet ik al langs de kant voor een plaspauze. Hup, hup, rap gepiest, want de koers gaat door. Voordeel is wel, dat het terugrijden tussen de auto’s naar de staart van het peloton enige vorm van zweet opwekt. Eindelijk een beetje warm gereden. De eerste drie uurtjes worden gekenmerkt door eten, drinken en plassen. Mijn laatste plas stop is na de Posbank boven op de Zijpenberg. Hierdoor kan ik tussen de auto’s afdalen en zo op het gemak en zonder veel inspanning terug in het peloton komen voor de beklimming van de Emmapyramide. Voorbij Zevenaar wil ik eigenlijk nog wel een keer naar de kant, maar het gaat wat rapper nu. Lobith komt in zicht, alwaar de koers wordt vrijgegeven op de dijk. Ik waarschuw N. dat ik een eindje naar voor rij om nog een laatste keer te gaan plassen. Voor ik goed en wel voorbij het midden ben opgeschoven, zie ik de koersdirectie auto naar links draaien en zich rap uit de voeten maken. Alle renners komen uit het zadel en het spel is op de wagen. Dan maar niet plassen. Ketting op het grote blad en gaan!

Ik lig nog niet goed en wel op stoom of alles gaat in de remmen. Ik zie links en rechts renners van het talud kukelen en het gekraak van carbon en gekras van metaal vult de lucht. Mega valpartij en ik zit er vlak achter en de hele weg is geblokkeerd. Het duurt even voordat ik er langs ben en in de verte zie ik de eerste honderd man van me wegrijden. Daar gaat een goede klassering. Geen top 100. Niet getreurd, het kan altijd erger, ik had er tussen kunnen liggen. Ik trek mezelf weer op gang en vindt aansluiting bij een paar man voor me. Langzaam beginnen we renners op te rapen en ons groepje groeit. Richting Elten gaat het nu. We moeten de Elterberg over. Ik besluit niet meer terug te schakelen naar het kleine blad. 50x21 en naar boven rammen. Kan nooit lang duren, toch?! De groep breekt in stukken en ik blijf voor in omhoog rijden. De teller blijft boven de 20km/uur, dus dat is een goed teken. Bovenop de heuvel even op adem komen en in de afzink een gel erin. Ik heb nog een gel, een reep en een half gevulde bidon. Dat zit dus ook snor. Bij Beek draaien we het plaatselijke rondje van 14 km op. Direct de klim ’t Peeske voor kiezen. Ik blijf op het grote blad en leidt de groep omhoog. Strak tempo en maar duwen. Geen tekenen van kramp of verzuring. Het gaat echt lekker! We rijden naar de finishlijn voor de bel voor de laatste ronde. Even onthouden hier, een Eneco boog, daarna een bocht met een putdeksel in het midden en dan rechtdoor omhoog naar de finish. Het maakt niet meer uit op welke plaats we rijden in het grote geheel. Wij zijn nu onze eigen kopgroep en we sprinten voor de “overwinning”. Niemand van onze groep die het uitspreekt, maar de lichaamstaal van elk van ons spreekt boekdelen.

Het is nu vrij simpel, van ’s Heerenberg naar Zeddam en van Zeddam naar Beek. De hele weg is voor ons. Een van de motars rijdt 100 meter voor ons uit. Het enige wat mist is het ronken van de helikopter boven ons hoofd. Ik kom niet meer op kop. En kijk nog eens naar de groep. Ik ben duidelijk de oudste van het stel. Nummer 132 en 112 maken de beste indruk. Na Beek voor de tweede maal ’t Peeske op. Ik probeer in vierde positie te blijven en doe geen trap te veel meer. We zijn er bijna. Voor de Eneco boog word ik nog door twee man aan de binnenzijde gepasseerd. Maar ik heb mijn plan al klaar. Het is vol de bocht naar links in, om de put heen en dan direct op de pedalen en naar links doortrekken. Ze blijven allemaal op rechts hangen en zien me gaan. Te laat mannen! Alleen nr. 132 komt nog aan mijn achterwiel, maar ruim voor de streep kan ik al een vuistje ballen. Ik win onze eigen wedstrijd.
 
Uit eindelijk ben ik 151ste overall, 148ste bij de mannen en 19de bij de 50+.

N. komt een paar minuten na mij over de streep als 5de dame.

We zijn nog redelijk fit. Zeker gezien het feit, dat dit mijn eerste keer van het jaar is, dat ik een rit van meer dan 100 km rij. Nu herstellen en dan zaterdag het NK tijdrijden op Texel. Appeltje, eitje!

 

donderdag 29 augustus 2013

Eeuwig koersen

Er zijn van die avonden, waarop je alles kan vergeten, zodra je op de fiets stapt en als je eenmaal aan het trappen bent, je nooit meer wilt stoppen. Voor altijd en eeuwig fietsen naar de verstilde horizon.

De avond van de 3e nazomerwedstrijd van de Trappist was zo’n avond. Er heerste een gemoedelijke sfeer, de jury was terug van vakantie. Je voelde dat het goed was. Het weer was ook bijzonder aangenaam. Een beetje wind uit een noordelijke hoek met een aangename temperatuur. Gewoon ideaal koersweer.
Het feit, dat er maar liefst drie dames aan de start stonden bij de B-groep, is tekenend voor de sfeer. We vertrokken met goede zin en een gezapig tempo. Dat laatst duurde niet te lang.

Voordat je er erg in hebt gaat het tempo de lucht in en heb je koers. Er zijn als vanouds diverse uitlooppogingen, maar ze strandden allemaal. Het valt bij vlagen voldoende stil, zodat iedereen in staat is het tot een goed einde te brengen. Ik kom er niet echt toe aan een flink ontsnapping op touw te zetten. De dames roeren zich in de debatten en twee van hen zitten mee in een ontsnapping van vier, die enkele rondjes stand houdt. Ik probeer aan de kop van het peloton het tempo te drukken, zodat ze een tijdje weg kunnen blijven. Het komt uiteindelijk allemaal weer aan op een massasprint.
Arme jury.

Ik zie vanuit mijn ooghoek de A-groep in de laatste ronde behoorlijk dicht naderen. Die hebben dus lekker doorgereden. Ik kies een wiel waarvan ik verwacht, dat het me ver zal brengen in de sprint, maar bij het uitkomen van de laatste bocht blijkt dit een misrekening te zijn. Ik spring direct over naar het wiel van de winnaar van de laatste twee edities. We liggen bijna op volle snelheid als we aan de linkerzijde onze weg naar de streep zoeken. Ik zit links aan het wiel van mijn gangmaker en maak me klaar om er langs te jumpen. Maar ik raak toch opgesloten, want naast me rijdt al een renner. Hij wijkt niet van zijn lijn en ik zit al naast het achterwiel van de renner voor me en kan niet meer naar rechts. Contact is onvermijdelijk. Ik hou even in, balanseer en slechts een fractie van een seconde zijn we samen een, het volgende moment zijn we weer los. Mijn voorwiel is weer vrij van mijn gangmaker, ik kan wat naar rechts en maak mijn sprint af op twee fietslengten van de winnaar.
Ik had nog uren willen doorrijden op deze avond. Een koers die nooit eindigt, een Möbius loop, altijd maar door. Op een prachtige nazomeravond. Eeuwig koersen.

maandag 26 augustus 2013

Soms zit het mee, maar soms…

Nadat ik de week redelijk goed onder controle had, begon het donderdag toch uit de hand te lopen. Op zaterdag had ik de klimkoers van de Trappist in Beverwijk gepland. Ter voorbereiding van de Henk Lubberding Classic, maar ook om eens te zien of ik kracht genoeg had om een stempel te drukken bij de B-groep. Mens moet toch kunnen dromen.

Het begon met de APK keuring van de auto, mijn PT Cruiser, wat niet wilde vlotten. Chrysler doet altijd moeilijk over de onderdelen en de keurmeester had mijn zij knipperlichtjes afgekeurd. Die waren niet oranje genoeg meer. UV licht had de 12 jaar oude kapjes geheel ontkleurd. Tel daar bij op de late constatering van een defecte stabilisatiestang en je hebt een klein probleem. Dus donderdag aan het einde van de middag geen gekeurde auto. Nog geen probleem er is altijd de vrijdag nog. De geleverde zij knipperlichtjes bleken de verkeerden, een later model, te zijn. De auto zou pas aan het einde van de vrijdag klaar zijn. Ware het niet dat ik nog een late afspraak in Utrecht had, waardoor ik vrijdag de auto niet kon ophalen.

Alles kwam dus aan op een strakke planning op de zaterdag ochtend. Vanaf 10u00 was ik welkom in de garage. Kwart over negenen reed ik bij de bakker weg met brood voor het weekend in de rugzak. Met een bloedvaart door de stad op weg naar de beddenboer, alwaar ik een besteld kussen moest ophalen voor mijn vrouw. Dat lag al sinds dinsdag klaar en ik was nog niet in de gelegenheid geweest het op te halen. 9u30 gaat hij open en ik was de eerste klant van de dag. Dus brood in de rugzak en kussen in doos op het stuur, volle kracht vooruit naar de garage. Even over tienen en al lekker warm gereden kwam ik aan bij de garage. Na het betalen van de rekening en het inladen van mijn fiets, snel richting huis. Dwars door de stad met je auto op zaterdagmorgen…kan even duren. Toch nog een stop gemaakt om wat energie repen en gels te halen bij de outdoor winkel.



Kortom, om 11u30 reed ik weer van huis op de fiets richting Beverwijk. Ik wilde niet het risico lopen met de auto vast te komen staan (strandverkeer en de Bazaar in Beverwijk) en op de fiets naar de koers, dan ben je al vast lekker ingereden. Alles liep nog enigszins op rolletjes, tot ik bij de pont in IJmuiden aankwam. Het veer voer voor mijn neus weg… Op zich geen probleem, want ik had nog een kwartier speling. Maar zowel links als recht op het kanaal kwamen zeeschepen aan en met lede ogen moest ik toezien hoe de pont netjes voorrang verleende. En het duurde en duurde maar, terwijl de minuten wegtikten. En op een gegeven moment weet je, dit gaan we niet meer redden.

Eenmaal aan de overkant van het kanaal volgde er nog een dollemansrit door Velsen Noord en Beverwijk, maar het mocht niet meer baten. Bij aankomst op het parkoers, draaide de B-groep al hun eerste rondjes. Alles naar de vaantjes! Vooral als je het bijna voltallige peloton ziet af sprinten om de zege. Hier hadden mogelijkheden gelegen.

Er zat niets anders op dan te starten bij de A-groep om 14u15. Wetend dat deze mannen te hard zullen gaan voor mij, koester je toch de hoop dat je bij kunt blijven. Maar de juiste moraal is niet meer aanwezig. Ik rij vanaf het startschot in laatste positie en het kost me te veel krachten om aan te haken. Ik probeer onder mijn omslagpunt te blijven, maar elke doorkomst heuvel op wordt het minder en minder. Na een uurtje ben ik er klaar mee. Ik ben dan al een keer of twee gedubbeld op deze korte omloop, slecht 1300 meter gemengd klinkers en asfalt met een mooie bult, en heb niet meer de moraal om uit te rijden. Ik had niet gerekend op een latere start, waardoor de energie voorraad (lunch) niet voldoende was. En een uurtje langs de kant staan, helpt ook niet mee.

Eigenlijk had ik zaterdag letterlijk en figuurlijk de boot gemist. Soms zit het mee en soms zit het tegen.

woensdag 21 augustus 2013

Doorkijk broeken, zweet shirts en vieze fietsen

Nu de zomer op zijn eind loopt en de duisternis elke dag een beetje eerder valt, moet me een ding van het hart. De hele zomer heb ik mij er weer over verbaasd. Mannen met doorkijk wielerbroeken. Je haalt ze in of wordt ingehaald, iets wat steeds minder gebeurd, en direct wordt je blik gevangen door het achterwerk van een dergelijk renner. Letterlijk, want de bedekkende stof van de broek is boven het zitvlak is in de loop der tijden in zijn geheel verdwenen. Wat rest is het gaaswerk, ik noem het vitrage, van de broek. Met de juiste lichtinval wordt alles erg transparant en word je ongevraagd getrakteerd op een onbedoeld uitzicht. Te minste, daar gaan we dan maar vanuit, dat het allemaal onbedoeld is. Gelukkig heb ik voor het scherp zien binnen een straal van 1,50 meter een bril nodig, maar toch, mijn verbeeldingskracht vult de rest direct aan. Echt fris is het niet en het is zeker niet gesoigneerd. Kijken deze renners niet in de spiegel thuis of hebben ze geen partner, die een waarschuwend woord spreek over de onbedekte achterkant? “Zeg, Henk moet jij niet eens een nieuwe koersbroek?” Henk blij, want hij mag wat nieuws kopen. Wij blij, want Henk bips is voortaan weer privé terrein. En Henk, wel graag een geheel zwart, als het kan van een degelijke kwaliteit.

een beetje extra dekking kan geen kwaad
 
Het is mij echter nog iets opgevallen aan deze mannen. Het blijft niet bij een doorkijk broek. Veelal ruik je deze fietsers al op enige afstand. Zuur, oud zweet. De kleding is al in tijden niet gewassen. Het is me al eens gebeurd in een koers, dat ik van lieverlee ben gedemarreerd om aan de lucht te ontkomen. En geloof me, mijn reuk orgaan ruikt nog niet de helft van het uwe. Mijn KNO arts doet zijn best, maar er zit nog niet echt verbetering in.  De zoutafzetting op de ruggen van de mannen is behoorlijk. Vooral goed zichtbaar als er donkere kleding wordt gedragen. Van de kleding kan men soep koken en een flink zoute variant.

En, hoe kan het ook anders, de fiets is vaak al tijden niet gereinigd. Soms hangen er hele kluiten aan het frame, zwartgrijze smurrie rond de remmen en een ketting vol met bagger. Ach en wee! Dit rijwiel wordt na elke rondrit zonder omkijken de schuur ingejaagd. Geen doekje langs de ketting, geen verse olie, niets van dat alles. Te treurig voor woorden en het riekt naar mishandeling.

Ziet u zo’n iemand al bij de fietsenspecialist binnen komen. De winkel deur gaat open en een zure walm drijft de zaak binnen. Zonder hem te zien, weet het personeel al, Henk is binnen.  Met zijn besmeurde fiets aan de hand loopt hij de winkel door. “Je mot effe kijken naar mijn apparaat, want hij schakelt slecht.” Gelijk bukt hij voorover om het euvel bij de achter derailleur aan te wijzen. Geheid dat deze fietsenmaker de lunch overslaat die dag.

vrijdag 16 augustus 2013

Lakeland Monster Miles

Na de 3 Peaks Cyclocross Race in 2011 was ik wel even klaar met “lange afstand” crossen. Dat kwam vooral door de lange loop gedeelten, waar ik me op verkeken had. Bij de Lakeland Monster Miles is de belofte gedaan, door de organisatie, dat de gehele 100 km fietsend kan worden afgelegd. Daar vertrouwen we dan maar op. Het is geen race, maar een tocht met tijdmeting over 46% off road en 54% paved in het Lakedistrict van Engeland. Bekendste meer in de buurt, Lake Windemere.



De sfeer impressie van wat er valt te verwachten ziet er goed uit, maar geheel opgenomen in het koude natte voorjaar. Ik hoop toch meer op een Indian Summer op zondag 6 oktober a.s. Wellicht zijn de weergoden met mij. Hoe dan ook, het wordt een leuke onderneming. We varen van IJmuiden naar NewCastle en rijden vandaar uit naar Ambleside, waar we een huis hebben afgehuurd voor het weekend. De start en finish liggen ongeveer 30 minuten rijden met de auto van “ons” Gate house in Keswick.
Ik rij de tocht op mijn Specialized S-Works Tricross, maar je mag ook met een MTB aan de start verschijnen. Alle andere rijwiel variaties zijn niet toegestaan. De enige vraag aan mezelf is: “wat voor richttijd neem ik voor deze tocht?” Ik denk tussen de vier en de vijf uur fietsen, maar ik heb er wel vaker naast gezeten. En er is (nog) geen profielkaart van de rit en de Engelsen kennende zal dat er ook niet komen. Google maps geeft een aardige indicatie, maar geen stijgings- en dalingspercentages. Het zal dus volledig op gevoel moet. Het is de eerste maal dat deze tocht verreden wordt, dus er is ook geen houvast aan tijden uit vervlogen jaren. Misschien dat er nog een gpx.file opduikt op internet, maar ik reken daar maar niet op. Ik rijd met mijn Garmin, zodat we achteraf kunnen zien waar we geweest zijn en hoe zwaar het eigenlijk wel niet was.

Wellicht kunnen we dan de woorden “episch” en “heroïsch” weer eens gebruiken.

donderdag 15 augustus 2013

Second after summer race at the Trappist

Nice weather and enough cyclists

Even a lady in pink

Today A and B groups ride separated
However, no jury on hand, still on vacation
The Medic sits in the peloton

Today I will attack, anyway I will try

I will pull a Joop Zoetemelk or two
When the tempo drops, I’m off

No effort in one go, but hard and steady
Attempt one fails, they all still to fresh

Attempt two, better, but 4 guys seams to much

Attempt three is a foot, zooming past the peloton
Fast and furious through the corner and full out on the straight

Who is with me?
Only one is at my wheel

No problem, a little help if you please

A breather and back on the front again
After one round we got company

Peloton on 100-150 meter
Still three laps to go or is it two?

No jury…
Next lap and we’re still there

The sign says two laps to go
This could be t today

Hurts like hell
Shit, no final lap but still two to go

Jury tries there best
Legs on fire, longs on fire, vision very narrow

They getting closer, to close
With just 2000 meter to go we’re done for

Totally f…
But stay in the first half of the peloton

We will sprint for it
Deep and slow breathing, 500 to go

Just one more shift left
Inside of the final corner please

Thank you, and push it hard now
100 ad no more room

To the middle and be quick about it
Last final push…

Finished, and counting the man in front of me
1,2,3,4,5,6,7,8,9… ha, jet 10th again!

Pffffff….that feels good!!!

2e nazomer wedstrijd FC Trappist

Mooi weer en genoeg renners
Zelfs een renster in roze
Vandaag A en B gescheiden
Maar nog wel zonder jury
De EHBO zit in het peloton
Vandaag ga ik aanvallen, althans proberen
Ik doe het vandaag op zijn Zoetemelks
Zodra het stil valt erin een stevig tempo vandoor
Geen felle demarrage, maar gewoon hard trappen
Poging een mislukt, iedereen is nog te fris
Poging twee gaat al beter, maar vier man blijkt teveel
Poging drie dan maar, hup er langs
Hard door de bocht, en gaan op het lange rechte eind
Even zien wie er mee is
Slechts een vermetele in mijn wiel
Moet kunnen, overnemen graag
Even bijkomen in het wiel en dan weer harken op kop
Na een rondje sluit nummer drie aan
Peloton op 100-150 meter
Nog drie ronden of zijn het er twee
Geen jury…
Volgende doorkomst en nog steeds vooruit
Volgens het bord nog twee ronden
Kan best wel eens lukken vandaag
Het doet wel zeer nu
Shit, het blijft twee ronden bij doorkomst
Jury doet zijn best
We gaan de laatste ronde met drie man aan de leiding
Het gat is wel klein geworden
Halverwege de laatste ronden zijn we er aan
Helemaal naar de kloten
Of toch niet helemaal, inpikken in de groep
We gaan er om sprinten
Diep ademhalen en herstellen, nog 500 meter
Tandje bijschakelen en graag binnenkant laatste bocht
Dank u, vol door de binnenzijde
Op 100 meter voor de streep verhuizen naar het midden
Nog een paar flinke halen…
Streep en tellen hoeveel er voor me zitten
1,2,3,4,5,6,7,8,9… ha, weer tiende!

Pffffff….heerlijk man!!!
 
 

donderdag 1 augustus 2013

1e nazomerwedstrijd

Met de tijdrit training van afgelopen maandag nog in de benen en de voorspelde regenbuien op de weersite, kon ik me maar met moeite er toe brengen om de 1e nazomerwedstrijd van de Trappist te gaan rijden. Maar om nu de eerste wedstrijd als volwaardig clublid gelijk te laten schieten ging me wat te ver. Dus reed ik voor de bui uit naar de Wheeler Planet, om er in de regen te arriveren. Gelukkig bleef het bij een beperkte neerslag, nattigheid die het warme asfalt makkelijk aan kon.

Wat mag je verwachten van een club rit midden in de zomervakantie. Je kunt het wel de 1e nazomerwedstrijd noemen, maar het blijft deze dagen echt wel zomer. Uiteraard is daar de beperkte opkomst, die uiteindelijke nog mee valt. Bijna 30 man (A+B). Dan is er het gebrek aan een vakjury, die geniet nu van een welverdiende  vakantie. Het euvel wordt door Jan G. en Peter G. bekwaam opgelost. We starten met zijn allen tegelijk, A en B lekker door elkaar. De eerste uitvaller zal de taken van de jury op zich nemen en mocht er geen uitvaller zijn, dan graag onthouden achter wie je gefinisht bent. Leuker kunnen we het niet maken.

We vertrekken als het licht vochtig is en in een gesappig tempo werken we de eerste rondjes af. Daarna volgen de gebruikelijke uitlooppogingen elkaar snel op met als gevolg tempo omhoog en tempo omlaag, tempo omhoog en tempo omlaag. Deze gang van zaken komt mij niet verkeerd uit. Ik nestel me achterin het pelotonnetje en kan zo de beentjes lekker losrijden. Tevens kan ik mijn bochten techniek op deze plaats een beetje bijschaven met als doel zo min mogelijk meters te verliezen in de bochten op mijn voorganger.

Naar het einde toe beweeg ik me naar voren in het peloton. Eens zien of de beentjes al jus hebben. Ik rij een keer het gat dicht na een breukje halverwege het peloton en voel dat het wel beter aan het worden is. In de laatste drie ronden geraak ik nog wel een keer voor het peloton uit met drie andere renners, maar echt doortrekken lukt me niet. Met als gevolg dat ik de laatste ronde, op het laatste rechte eind, voor de laatste bocht, bijna me laatste bruikbare krachten verlies. Door een redelijke bocht te rijden kan ik mijn sprint aardig doortrekken en ben helder van geest genoeg om te kijken welk rugnummer er voor me zit. Nr. 67, maar heb geen idee van mijn behaalde plaats.

 
Winnaars 1e nazomerwedstrijd,
Bij de A Jan Repko (rechts) en bij de B Rob Hermsen
 
Geen uitvallers betekent geen jury, dus Jan G. reconstrutueert aan de hand van overleveringsverhalen de eind uitslag van de B’s. Een tiende plek is mijn deel. De eerste punt is binnen. Drie ronden later, tijdens de sprint van de A’s, zijn er juryleden te over om de einduislag samen te stellen. Het gebrek aan een frisse bos bloemen voor de winnaars wordt opgelost met een fijne fles wijn, welke op zichzelf ook een mooi boeket heeft, maar dan van een andere orde. Voor de huldiging is zelf de zon weer tevoorschijn gekomen, zodat een vrolijke foto van de winnaars snel genomen is.

Samen met Jan G. fiets ik weer op huis aan. De beentjes zijn wel moe, maar meer moe van het fijne soort. Nu mogen ze vier daagjes rusten tijdens een weekend trip naar Engeland. Na het weekend mogen ze weer aan de bak. Lekker rammen!

dinsdag 30 juli 2013

TT Bike deel 2

Eerste training op de tijdritfiets. Het begint allemaal met een juiste houding op de fiets. In de Specialized Concept Store Bike Sportive hadden we daar al behoorlijk aan gesleuteld. Zelf ben ik daarna enkele rondjes in mijn buurt gaan rijden om een betere houding/zitpositie te verkrijgen, tot dat het grotendeels naar mijn zin was. De echte test zou gisterenavond plaats vinden onder begeleiding van Tony B.

Ik had met Tony afgesproken bij Cruqiuis voor een half rondje Ringvaart om de techniek onder de knie te krijgen. Het is van mijn huis naar de Cruqiuis een kleine 10km stadsverkeer, het geen met een tijdritfiets geen sinecure is. De ligpositie op de fiets is niet aan te raden, want je geraakt nooit op tijd bij de remmen in een gevaarlijke situatie. Vanaf de Cruqiuis is het echter richting de Buitenkaag een redelijk opstoppingsvrij gebeuren, behoudens enkele bruggen en wegversmallingen. De wind staat behoorlijk hard schuin op de kop. Vandaag hoef ik gelukkig geen kopwerk te doen. Ik hoef alleen maar te volgen. Dat valt nog niet mee. Het perspectief van uit de armsteunen is anders dan vanaf een normaal racestuur. Ik zit een stuk dichterbij de voorrijder, maar minder strak aan het wiel. Tony rijdt met Sram S80 wielen die toch behoorlijk wind gevoelig zijn en hij wordt regelmatig opzij gedrukt door de wind. De eerste paar keren schrik hier van, maar dat is niet nodig. Er blijkt nog ruimte genoeg te zijn tussen onze wielen, ondanks het feit, dat ik, voor mijn gevoel, dicht tegen hem aan zit.

Vanaf de Buitenkaag is de wind in ons voordeel. Tony geeft aan, dat we gaan knallen! Hij schakelt naar zijn zwaarste verzet, 52x11, en begint te rammen. Ik schakel mee op, maar voel direct dat dit het niet gaat worden. Al snel zitten we hoog in de 40 en laag in de 50km/uur. Na een paar kilometer moet ik afhaken en waarschuw Tony. Ik geef aan dat 42-43km/uur te doen is en hij rijdt dit tempo van af dan vrij constant. Moped Tony! Samen racen we alles en iedereen voorbij. Voordat ik het in de gaten heb, arriveren we bij de brug van Aalsmeer. Job done!

We rijden terug Hoofddorp in. Ik heb nagenoeg geen last van de andere houding op de fiets, alleen het ronddraaien van de 52x12 (52x11 kreeg ik echt niet rond!) voel ik wel in de beentjes. Ik neem afscheid van Tony (woonplaats Hoofddorp) en rij verder naar de Cruqiuis. Aangezien de wind mee staat langs de Ringvaart, waag ik het erop en rij helemaal door tot Zwanenburg om daar de brug over te steken. De weg naar huis is weliswaar met wind tegen, maar nog goed te doen. Het enige waar ik echt last van heb is het schuren van mijn broek. Ik heb onderweg gemerkt, dat een minimale zeem voldoende en beter is dan de zeem in de broek die ik nu draag. En dus heb ik een beetje schrale liezen. Rustig uitrijdend fiets ik de straat in met ruim 70km op de teller en dat voor de eerste keer op een tijdrit fiets! De kop is er duidelijk af. Call me crazy!

Ik heb uiteraard nog niet vol gas een afstand afgejakkerd om een prestatie neer te zetten, maar ik moet zeggen, dit tijdrijden smaakt naar meer. Geen verkeerde beslissing om er speciaal een fiets voor aan te schaffen. Hier gaan we nog veel plezier aan beleven. Eens zien waar ik binnenkort aan de start kan verschijnen.

maandag 29 juli 2013

TT Bike

Anders dan de titel doet vermoeden, gaat het hier niet om een 1000cc zware motor, maar een 8kg wegende instapmodel tijdritfiets. Het is mijn eerste TTB ( lees Tijdritfiets) ooit en ik heb geen idee of ik dit leuk ga vinden. De individuele tijdrit en ploegentijdrit in Vijfhuizen smaakte naar meer, vandaar deze onlogische stap. Net zo makkelijk had ik op mijn racefiets verder kunnen experimenteren, maar wat is daar de lol van. Voor een leuke prijs kon ik deze Specialized Shiv Elite aanschaffen bij Bike Sportive in Haarlem. Een Specialized Concept Store bij mij bijna om de hoek, altijd fijn voor een Specialized adept zoals ik. Het is weliswaar geen hightech carbon jongen, maar een fijne strakke aluminium racer. Wel heb ik direct de wielen vervangen door een set Sram S30 race wielen. Dat scheelt al gauw 500 gram op het totaal gewicht. Tevens heb ik de no name remhoeven uitgeruild voor een set betrouwbare Sram Rival remmetjes. Niet dat het de bedoeling is, dat je veel remt tijdens een tijdrit, maar als je dan toch moet remmen, graag met een set stevige exemplaren. Het enige waar ik nog niet uit ben, is het vervangen van de aluminium crankset voor een carbon variant. Aangezien de portemonnee nu een beetje leeg is, wacht ik daar nog even mee.


Dan zijn er nog twee zaken die in de nabije toekomst beslist moeten worden. De eerste is de aanschaf van een snelpak (lees broek en shirt uit een stuk). Op zich geen moeilijke beslissing. Het komt de aerodynamica ten goede en het staat snel, althans dat hoop ik dan maar. Meer moeite heb ik met de tweede beslissing, nl. wel of geen punt helm. Ik heb daar toch wat esthetische problemen mee. Volgens Tony is een dergelijk hoofddeksel een must, maar ik weet het zonet nog niet. Ook hier geldt dat het de aerodynamica verbetert. Toch zie ik mezelf er niet mee rondfietsen, laat staan rondlopen. Geen gezicht. Dus voorlopig maar even met de gewone helm mijn kunsten vertonen. Die punthelmen kosten ook nog eens niet niks. En als er dan toch een komt, moet het wel een mooie zijn en die is dan weer de duurste die ik uit kan kiezen. Ik ken mezelf en de handel. Bij Bike Sportive staan ze nu al handen wrijven op me te wachten.

Dat het anders reageert en beweegt dan een racefiets moge duidelijk zijn. De positie op de fiets is niet te vergelijken. Dat zal enige gewenning vergen. Menig trainingsuurtje zal worden besteed aan de juiste houding vinden. Tony B. gaat me helpen.

Voor als nog vanavond de eerste training onder het wakend oog van Tony langs de Ringvaart. Misschien moet ik ook maar vast een afspraak met de fysiotherapeut maken voor morgen.
(wordt vervolgd)

vrijdag 26 juli 2013

FC Trappist

Zoals ik aan het einde van het vorige bericht al meldde, waren we, N. en ik, uitgenodigd om op de woensdagavond een wedstrijdje bij de Trappist te komen rijden. Vol verwachting klopt ons wielerhart. Zijn we laatst tijdens een clubwedstrijd van HSV De Kampioen helemaal zoek gereden op het parkoers van de Wheeler Planet, nu zou dat anders gaan was ons beloofd. We mogen als introducé meerijden met de B-groep. De Trappist rijdt met een A-groep, de snelle mannen, en een B-groep, de bijna even snelle mannen en vrouwen. Voor 5 euro krijg je een rugnummer en drie kwartier en 3 ronden fietsplezier, aldus was ons voorgespiegeld. De B-groep bestaat uit ca. 30 man en twee vrouwen en wordt na de A-groep weggeschoten. Inderdaad is het tempo voor ons goed te doen. Ik hang een beetje achteraan om de kat uit de boom te kijken, maar N. zet zich midden in het pelotonnetje in de buurt van de andere dame. Ze gaat duidelijk voor een eindplaats vóór de dame in kwestie. Hoezo dames zijn niet zo competitief ingesteld?!

Het koers verloop is vrij gemakkelijk te volgen. Er wordt lekker vaak gedemarreerd en elke vluchtpoging wordt binnen de kortste keren teniet gedaan. Aan het einde test ikzelf nog even de benen en spring naar een drietal ontsnapte renners toe. Lange Jan zit in mijn wiel en heeft de adem om mijn laatste bocht stuurmanskunst te bekritiseren. Ik weet het, mijn bochtenwerk op snelheid is nog wat roestig. Na ons sluit een halve ronde later het peloton aan en maken we ons op voor de massa sprint. Helaas zit in aan de verkeerde zijde van het wiel van N., die vervolgens vergeet uit te sturen naar links waar de ruimte ligt op het laatste rechte eind. Ik kan niet voluit de sprint inzetten, want in het midden is geen ruimte en om nu als introducé direct kamikaze gedrag te vertonen. Ik laat het lopen om ergens op plek tien de finishlijn te passeren. Al met al best lekker gereden. Mijn vormpeil stijgt en de lichamelijke gebreken nemen af. Lang leve de fysiotherapie. Een win win situatie zou ik zeggen.
Gezien de gemoedelijke sfeer voor, tijdens  en achteraf, besluiten N. en ik lid te worden van deze club fietsfanaten, zodat we de volgende keer voor slecht 3 euro fietsplezier kunnen beleven. Je zou kunnen zeggen: “De Trappist smaakt naar meer.”