De afgelopen winterseizoenen heb ik buiten gefietst,
binnen spinningles gegeven of zat ik in mijn garage op de turbo. Ik heb geen
hekel aan buitenfietsen in de winter zolang het maar enigszins droog is. Dat is
niet altijd het geval en soms heb je gewoon geen zin om alles aan te trekken,
verlichtingsets op te laden en de kou te trotseren. Dan was de turbo trainer
een uitkomst. Ik had er alleen een vreselijke hekel aan. Nooit evenaar je het
fietsgevoel met fiets geklemd in de statische beugel. De herrie van de
weerstand, het aanlopen van het achterwiel, of juist het slippen van het
achterwiel als de afstelling weer eens niet klopte. En de slijtage van de
achterband kostte me per winterseizoen zomaar drie bandjes. Ik zal wel iets
verkeerd gedaan hebben, want anderen hoor ik nooit over deze ellende.
Op marktplaats kwam ik bij mij in de beurt een
rollerbank tegen, die voor een zacht prijs wel van eigenaar wilde wisselen.
Vroeger, thuis bij pa en moe, hadden we ook een rollerbank in de schuur. Daar
trainde de hele familie in de winter op, ter voorbereiding van het nieuwe
wegseizoen, maar ook voor de club kampioenschappen rollerbank midden in de
winter. Ik kwam nog eens thuis op een winternacht, voorafgaand van het clubkampioenschap,
rond een uur of drie. Niet bepaald de ideale voorbereiding voor de wedstrijd de
volgende ochtend. En daarbij was ik nogal lichtelijk aangeschoten. In de winter
nam ik het niet zo nauw met dat monnikenleven voor de sport gedoe. Onderweg
naar huis had ik bedacht, dat ik een goede warming up op mijn buik kon
schrijven. Het was uitgesloten, dat ik de volgende ochtend op tijd wakker zou
zijn voor een gedegen voorbereiding. Daar had ik in mijn benevelde toestand het
volgende op gevonden. Bij thuiskomst zou ik direct beginnen aan de warming up
en dan fijn aan paar uurtjes naar bed. Probleem opgelost. En dus zat ik met een
wazig hoofd ’s nachts na drieën rustig te peddelen in de schuur op de
rollerbank. Althans, totdat mijn moeder plots in de schuur verscheen en er een
einde kwam aan mijn nachtelijke training. De volgende ochtend werd ik, ondanks
mijn verstoorde warming up, nog wel 3de op het clubkampioenschap.
Bovenstaande anekdote vond bijna 30 jaar
geleden plaats, en ik kan me niet herinneren of ik daarna nog eens op een
rollerbank gereden hebt. Afgelopen zondag was het eindelijk zover. Het regende
de hele dag al pijpenstelen. Een half IJsselmeer werd over delen van Nederland
uitgestort. Dus ’s middags de stoute schoenen aangetrokken en alles in gereedheid
gebracht in de garage. Het opstappen was al best lastig. Ik kon me de handigste
manier niet meer voor de geest halen. Maar na enig vijven en zessen zat ik op
de racefiets en trapte vrolijk rond. Weliswaar nog met een hand ter ondersteuning
aan de muur, maar dat mocht de pret niet drukken. Na steeds even de muur
losgelaten te hebben en als een soort rodeo cowboy met een hand aan het stuur
en de andere zwevend in de nabijheid van de muur, had ik genoeg vertrouwen om
met beide losjes handen op het stuur te fietsen. Ik wiebelde nog wel een beetje
heen en weer, maar naar mate de tijd verstreek reed ik steeds stabieler. Tandje
erbij en even flink stampen! Heerlijk, dat “vrije” gevoel, ten opzichte van de
turbo wel te verstaan. Er gaat natuurlijk niets boven fietsen in de vrije
natuur, maar voor dagen met zoveel regen, is het een uitkomst.
Keep on rolling!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten