zaterdag 1 november 2014

Eindelijk op de Cyclocrosser


Hahaha, je kijkt er al een hele tijd naar uit en eindelijk is het dan zo ver. Maar helaas, je bent strontverkouden en kunt met geen mogelijkheid een uurtje in het rood in het veld rijden laat staan een prestatie op de fiets neerzetten. Balen! De eerste wedstrijd gaat aan je loopneus voorbij en of het de week erop zal lukken zal geheel afhangen van het feit of het lijf een beetje wil herstellen. Een verkoudheid gaat pas over als het virus klaar met je is. Rusten, eten (veel kippensoep) en geen gekke dingen doen is in dezen het devies. Maar ja, je staat te trappelen als een jong veulen dat voor het eerst de wei in mag, als een koe die de hele winter op stal heeft gestaan en eindelijk, eindelijk het veld op mag. Dus een week lang op tijd naar bed en hopen dat je het weekend zover bent dat er een cross gereden kan worden.
 
Nadat je aan je mederenners hebt uitgelegd dat je echt te ziek was om de week ervoor de aftrap van de wedstrijdreeks mee te maken, sta je dan eindelijk op zondagochtend aan het vertrek van je eerste veldrit van het seizoen. “Ja man, snipverkouden, snot uit alle lichaamsopeningen, het ging echt niet”. Je ziet ze denken, smoes of waarheid? Laat maar denken, ze zullen wel zien dat je nog geen veer kan wegblazen vandaag.

Als het startschot klinkt, begint de groep van 40-plussers aan een dollemansrace naar de ingang van het terrein, een flessenhals, zoals gebruikelijk moet iedereen flink in de remmen en dringen maar. Daar ben je alvast niet ingetrapt vandaag, als laatste kom je bij de opening naar de singletrack en toch moet je nog remmen om niet in het gedrang te komen. Als laatste draai je het veld in. Ouwe wijventempo over het onverharde pad, wiel aan wiel, geen inhaalmogelijkheden op dit stuk. Wachten tot de bocht naar het grasveld, alwaar een slalomtraject is uitgezet. Tegen je bedoeling in haal je hier renners in. Het gaat best lekker en op een recht stuk onverhard geef je eens lekker gas. De hartslag loopt op. Het ‘heuvelgedeelte’ breekt aan. Draaien en keren door de blubber. Slippen en glijden door de modder. Heerlijk!

Foto Frans Koppelaar
Na een goed kwartier zakt je tempo. Hoe kan dat nu? Lopen je remmen aan? Nu al teveel modder tussen de draaiende delen? Het wordt zwoegen en de eerste renners schuiven je voorbij. Heel langzaam loopt het sap uit de benen. Uit ervaring weet je dat lichter schakelen niet gaat helpen. Dat verergert de zaak alleen maar. Voor je het weet rijd je dan 36x28 en kom je helemaal niet meer vooruit. Dus je ploegt voort op het voorblad met de 46 tandjes en verlegt de druk van de benen naar de onderrug. Eens zien of hij dat leuk vindt en voor hoe lang? In de regel begint de rug na een stief kwartiertje te mekkeren. Ondertussen ben je door bijna iedereen ingehaald en komt de nummer één in koers je voor de eerste keer voorbij. Klote verkoudheid! De energievoorraad is heel beperkt en de kracht maar mondjesmaat aanwezig. Er zit niets anders op dan in een laag tempo verder ploeteren.

 

De bel voor de laatste ronde komt niets te vroeg. De rug schreeuwt moord en brand, je benen reageren nauwelijks meer en je hartslag blijft steken op een armzalig niveau. Maar je bent aan het crossen. Vorige week lag je nog ziek in bed en zag je de wereld voor een doedelzak aan. Op karakter rijd je de laatste ronde en probeer je alles heel te houden, het lichaam en het materiaal. Er komen nog meer crossen deze winter. De voorjaarszon is nog zover weg. Met een glimlach rol je over de finish. De kop is eraf. Als dit het ergste is dit crossseizoen, alla. Er komen nog zoveel mooie crossen, met sneeuw en zo…

dinsdag 23 september 2014

Wereldkampioenschap FC Trappist aka Grote Prijs Ger Hermans


Zondag 21 september, Sloten. Terwijl in Spanje de wereldkampioenschappen beginnen, rijden wij ons eigen WK, beter bekend als de Grote Prijs Ger Hermans. Door een twist of fate wisselde het Omnium met de GPGH van plaats op de kalender, zodat ik aanwezig kan zijn bij deze laatste wegwedstrijd van het seizoen. De grote vraag is of ik in staat zal zijn hier eindelijk een overwinning te behalen of dat het de zoveelste tweede plaats van het seizoen gaat worden. Deze wedstrijd is voor de B-mannen en -vrouwen geen gemakkelijke opgave, want samen rijden met de A-groep vereist een hoger wedstrijdtempo tegen veelal jongere renners. Mijn game plan is zorgen dat er geen B met de A’s meeglipt zonder dat ik er zelf bij zit. Dat is makkelijker gezegd dan gedaan, vooral omdat op het lange rechte eind, waar alle eventuele schade opgelopen elders op het parkoers moet worden hersteld, de wind behoorlijk op kop staat. Het wordt dus heel berekend rijden.

Mijn vrouw is vandaag mee, naar eigen zeggen, voor morele ondersteuning en het vastleggen op beeld van de overwinning. Absoluut geen druk hier, maar ze vindt dat het tijd wordt om te zegevieren. Om het haar makkelijk te maken heb ik mij geheel in het Team Sky-tenue gehesen. I’m a sucker for Rapha!

Tijdens de vier rondjes inrijden voelen de benen zwaar. Het naar de tweede verdieping slepen van een nieuwe 3-zitsbank de vrijdag voorafgaand aan de wedstrijd heeft duidelijk zijn weerslag op de kwaliteit van de beenspieren. Vooral de verhoging in het parkoers voelt niet goed aan. Maar goed, het is droog, de zon schijnt en het waait lekker, beter kun je het niet treffen met het weer zo aan het einde van september.

 

Na het inleidend praatje van Bas, zijn we weg voor een wedstrijd van 5 kwartier en 6 ronden. En ondanks het verzoek van Eduard om een inrijdrondje, is het direct koers. Het tempo is goed te volgen en ik hoef in principe alleen de zwarte (B-groep) rugnummers in de gaten te houden en te voorkomen dat er een of meerderen samen met de witte (A-groep) rugnummers ontsnappen. Uiteindelijk rijden we toch onze eigen wedstrijd en uitslag. Er zijn diverse vluchtpogingen en een paar keer moet ik aan de bak, maar veelal wordt het vuile werk door iemand anders opgeknapt. De explosiviteit van de A’s ligt beduidend hoger dan bij de B’s. Tevens kunnen ze het hogere tempo langer vasthouden. Ontsnappen met een stelletje A’s is geen peulenschil en niet aan te raden. Na goed een uur koers is Teun het zat en kondigt aan dat het tijd is voor de “echte” mannen om te gaan. Twee groepjes maken zich los van het peloton en ik weet niet zeker of er een zwart rugnummer bij zit. Ik besluit om, nu het nog kan, de sprong naar het tweede groepje te wagen en rijd er op de toppen van mijn kunnen naartoe. De aansluiting vindt plaats op het lange rechte eind en voor ons uit rijdt het andere groepje. Allemaal witte nummers en ook in ons groepje ben ik de enige met een zwart nummer. Ze trekken flink door om aansluiting te vinden bij de eerste renners in de wedstrijd en bij het opgaan van het viaduct laat ik ze lopen. Dit tempo ga ik geen half uur volhouden. De kans dat ik eraf moet is vrij groot en dan ben ik een vogel voor de kat. Ik laat me terugzakken naar het restant van het peloton en in de wielen heb ik een paar ronden nodig om bij te komen van mijn inspanningen. Nog zes ronden te gaan. Het is zaak niemand meer te laten ontsnappen en aan te sturen op een sprint van het peloton. De kopgroep met A’s is uit het zicht verdwenen en de A’s in onze groep weten hoe laat het is. Marlin moet er stevig van vloeken.

 

Anders dan bij een wedstrijd, hier op Sloten, met een groot peloton, blijft er nu elke ronde bij het opgaan van het viaduct ruimte op rechts. Ik laat me in de laatste ronde afzakken tot achter in de groep om het overzicht te bewaren en de beste positie te kunnen kiezen op het viaduct. Het spel ontvouwt zich zoals ik het had gevisualiseerd. Iedereen aan de linkerzijde op een kluitje. Ik schakel boven naar de twaalf en geef vol gas naar beneden langs de rechterkant. Ik moet zelfs even inhouden voor de laatste bocht om niet direct op kop te komen. Er is ruimte zat en ik sprint in een ruk naar de finish. Mijn benen protesteren hevig, maar ik ben er bijna. Slechts drie witte rugnummers voor me en ik weet dat alleen Eric (vdH) in mijn wiel zit. Hij zal er niet meer over geraken en ruim voor de finish kan ik een overwinningsgebaar maken. F*ck yes, eindelijk raak! The Sky is the limit!

Mijn supporters hebben nog niet door dat ik gewonnen heb. Vaders denkt dat ik mooi vierde geworden ben. Ik leg het verschil van de zwarte en de witte nummers nog eens aan hem uit. Normaal is hij al trots op me, nu is hij apetrots. Mijn vrouw ziet de grap er wel van in, dat ik win als zij erbij is. The things you do for love…

 

De prijsuitreiking in de sfeervolle wielerkantine van WV Amsterdam is de kers op de taart. Een goed gevulde tafel met prijzen van Ger Hermans en een mooi boeket voor de winnaars, Rinus Cerfontain (A) en ondergetekende (B). Een betere afsluiting van het wegseizoen kan men zich niet wensen.
 
Kunnen we nu dan eindelijk gaan crossen?!

 

 

 

 

maandag 15 september 2014

Quel malheur?!

Kent u dat, hele zware benen hebben, een nog zwaarder gemoed en dan de laatste avondkoers van het seizoen rijden bij invallende duisternis?

Het parkoers lag er herfstachtig bij, veel blaadjes hadden de pijp al aan Maarten gegeven en waren naar beneden gedwarreld, precies op ons mooie asfalt. Het had niet geregend en bij elke doorkomst waaiden de bladeren op door het voorbij stuivende peloton. Ik reed midden in de groep en telkenmale hoorde ik het ritselen van de herfstbladeren en zakte mijn stemming verder naar een dieptepunt. De laatste avondkoers, dan volgt al snel de laatste dagkoers en voor je het weet kun je alleen nog trainen, dik aangekleed tegen de snerpende koude van herfst en winter, met slechts de gedachte aan een nieuw wielerseizoen om je op de been te houden. DIT WIL IK NIET!!!

Ik besluit om dan maar eens hard van het peloton weg te rijden, om te ontsnappen aan het onvermijdelijke. Helaas, alleen Leon begrijpt me, maar samen is het niks gedaan. We ontsnappen niet. We worden opgeslokt. Teruggeroepen naar onze plaats in de groep. Hier blijven, de herfst komt eraan! Ik kijk naar Felix, in zijn ogen brandt het vuur. Hij wil er op de valreep nog iets van maken, zijn seizoen besluiten met een klinkende overwinning. Ja, ik zie het wel. Zijn houding spreekt boekdelen. Hij gaat hier voor de winst.

De laatste ronde en ik rijd achteraan. Ik overzie de groep. Ze beseffen het nog niet maar over krap vijf minuten is het gedaan. Einde oefening. Hun nervositeit belemmert hen het onvermijdelijke in te zien. Tuurlijk worden we nog getrakteerd op de GPGH, met tafels vol mooie prijzen, maar het is slechts een pleister op de wonde. Automatisch heb ik zwaarder geschakeld. Maar waarom? Het is Felix’ feestje, zo staat het vandaag in de sterren. We sturen de grote bocht naar het rechte eind in. Daar, ja daar verderop eindigt het vandaag voor dit jaar. Bij de streep wordt het seizoen afgesloten. En kijk eens wat een haast we maken om er te komen. Er verschijnt een groot gat op rechts, ik hijs me uit het zadel, schud de zwarte doemdeken van mij af en geef nog een keer alles. Kansloos natuurlijk, dat weet ik ook wel. Mijn sombere gedachten hebben bijgedragen aan een onderneming zonder slagingskans. Maar ik moet, ik kan niet anders dan de rest en sprint naar de streep. Felix wint, uiteraard. Het is verdiend en noodzakelijk. Hij moet gaan beseffen dat hij A-waardig is, een aanwinst voor die groep, misschien wel een vervanging voor de vertrekkende Teun. Arme Mart, van de regen in de drup.

Na de finish van de A’s, als we allemaal bij elkaar staan voor de uitreiking, in de avondschemering van deze grijze dag, zie ik opeens het licht. Het is eerst een kleine flikkering en dan wordt het steeds een beetje feller. Ik kijk om me heen en zie de warm aangeklede wegrenners veranderen in veldrijders. Zomaar, zonder waarschuwing, valt het kwartje. Als dit het einde was, dan begint nu het crossseizoen. Dan mag de andere fiets van stal. Ik begin een warm gevoel te krijgen. O ja, natuurlijk! Elke weekend weer ergens anders door de blubber rossen! Alles onder de modder! Heel langzaam vult een gelukzalig gevoel mijn hele wezen. Dit is dan wel een einde maar er is ook een nieuw begin! De Amsterdamse Cross Competitie 2014!!! Dit jaar misschien wel met sneeuw en ijs. Het zou zo maar kunnen, erbarmelijke omstandigheden. Storm, horizontale slagregen en kletsnatte ondergronden. Koersen met een ijspegel aan mijn neus. Ik leef helemaal op! CYCLOCROSSEN!!!!!!!!

 

 

donderdag 11 september 2014

Henk Lubberding Classic 2014

We hadden deze cyclosportieve al een tijdje in de agenda staan en hebben het NK tijdrijden op Texel de dag ervoor laten schieten. Je moet niet op twee paarden willen wedden en het thuisfront zou het maar matig amusant vinden, een heel wielerweekend. Alle pijlen dus op de zondag gericht. Op naar ’s-Heerenberg aan de andere kant van Nederland. Met een prima weersvooruitzicht en een volle tank brandstof om klokslag half zeven op pad. Ochtendnevel op de Veluwe en een minimaal aantal medeweggebruikers geven een bepaalde gemoedsrust die fijn aanvoelt alvorens 120km aan de bak te moeten. 85km achter de volgauto met een gemiddelde van 30km/u (lichte gaap) en een 35km dollemansrace naar de finish. Bring it on!

Goed, een game plan en een paar doelstellingen zijn op zijn plaats. Om met de laatsten te beginnen, voor mij een plek bij de eerste honderd renners ( bijna 400 deelnemers) en binnen de 4 uur de 120km afleggen. Het plan, altijd als laatste van start gaan, de drukte vermijden, achter in het peloton blijven, op tijd eten en drinken en zorgen dat we vanaf Zevenaar opschuiven in het peloton naar een plaats bij de eerste 150 renners.  En dan zorgen dat bij het oprijden van de dijk, waar de race wordt vrijgegeven, in een goede positie begonnen kan worden. Daarna alle hens aan dek en rammen naar de finish.


Het plan houdt ongeveer 30 minuten stand. Als laatste rijden we ’s-Heerenberg uit in gezelschap van Henk himself. Even tijd voor een babbeltje. Achterin blijken toch de grootste koekenbakkers te zitten en gebruik makend van slim bochtenwerk schuiven we met gemak naar het midden van het peloton. Het wedstrijdjes rijden heeft bijgedragen aan het feit dat we ons nu beter op ons gemak voelen midden in een groep met renners dan dat vorig jaar het geval was. We houden zonder problemen onze gekozen plek de daarop volgende twee uur vast. Ik hoef slechts tweemaal van de fiets om de blaas te legen, en ik vind met behulp van de volgauto’s zonder problemen weer aansluiting en zit in no time weer naast Natascha in de groep. Voor haar geen plasbeurt vandaag. Voor dames ligt het toch wat moeilijker om voor het oog van een paar honderd man de broek te laten zakken om een plasje te plegen. Ik heb voor deze tocht drie bidons bij me en na een goed uur kan de eerste het publiek in. Even reclame maken voor de sponsor. Voor we Zevenaar bereiken heb ik nummer twee ook leeg en gedropt aan de kant van de weg als een volleerd prof. Een donatie aan het publiek. De wikkels van mijn energierepen zitten netjes alle vijf in de achterzak, die gaan straks de prullenbak in. Op de drie klimmetjes rond Arnhem na is het beukend saai, maar je mag geen seconde de aandacht laten verslappen. Er gebeuren altijd zaken die het peloton in de remmen doet knijpen. In principe is 30km/u gemiddeld net even te langzaam. Er kan volgens mij best 35km/u gereden worden, wat het uitdagender maakt dan dat het nu is in de eerste 85km.


 
Maar goed, we passeren Zevenaar en zitten ergens tussen plaats 100 en 150 in het peloton. De nervositeit stijgt met de kilometer. De dijk komt eraan. Ik zit te denken dat het slimmer zou zijn als ze één kilometer voor het opdraaien van de dijk de wedstrijd vrijgeven. Hier is de weg nog breed genoeg om alles op een lint te trekken. De dijk is een stuk smaller en waar geen ruimte is gebeuren vaak de ongelukken. Terwijl ik dit bedenk, zie ik de auto van de koersdirecteur vaart maken. Ik ben blijkbaar niet de enige die er zo over denkt. Het hele pact trekt zich op gang en in een lange sliert draaien we de dijk op. Het beetje wind dat er staat, is in ons voordeel en de teller loopt op naar meer dan 45km/u. We rijden op de kant aan de linkerzijde en aan de rechterzijde zie ik er allemaal mannen afwapperen. Na 500 meter zit de koers er voor de pannenkoeken al op. Er zitten mannen tussen die ik eerder een paar maal hard het peloton voorbij heb zien rijden. Zonde van de energie! Die komen ze nu tekort. Ook zie ik mannen met een blik in de ogen van “WTF?!”. Tja mannen, het is hier koers! Het peloton breekt in stukken. Ik zie voor me twee, drie groepen wegrijden.

Onze huidige groep breekt ook nog eens een keertje voordat we de dijk afdraaien richting Elten en dat nare klimmetje. Op zich geen moeilijke klim, maar als je met je hart in je keel rijdt is geen enkele verhoging van de ondergrond fijn. Ik spring weg naar het groepje voor mij. Daar wil ik zijn voordat we aan de klim beginnen. Het is een klim voor het grote mes. Eenieder die hier terugschakelt naar een kleiner voorblad is direct gezien. Ik kom uit het zadel en ram naar boven. Het doet verschrikkelijk pijn aan de bovenbenen. Zijn we er al? Ik ben los van de groep waar ik naartoe was gereden, maar in de afdaling vlieg ik er weer naartoe. Even bijkomen in de wielen. Er zijn er maar een paar die in mijn wiel met mij de oversteek gemaakt hebben. We zijn met een man of twaalf en voor ons uit rijdt een grotere groep. Voorop wordt stevig doorgereden, maar slechts door één man. De rest kijkt. Zo gaan we geen aansluiting bewerkstelligen. Ik schakel bij en rijd naar de kop. Iedereen even aanmoedigen om mee te werken. Het gat is slechts een meter of 100. Ik besluit plankgas te geven. Ik voel me goed en vóór de eerste beklimming van het Peeske wil ik aansluiten. Niemand neemt over. Hoeft ook niet, want ik poef er in één grote haal naartoe. We sluiten aan en deze groep is een kleine 30 man sterk.

Slechts een enkeling heeft mijn wiel kunnen houden. Ik drink, neem een gel en drink weer. Smerig spul maar het helpt wel voor de plaatselijke ronde straks. Ik hark het Peeske over achter in de groep en verlies bijna de aansluiting op het klimmetje naar de finish. Gaat niet gebeuren vandaag, lossen! Om de dooie dood niet. In Zeddam wacht ons nog een kleine kuitenbijter, maar dat is een kwestie van er vol tegenaan rammen zonder terug te schakelen. Zeddam weer uit en de “makkelijke” kant van het Peeske beklimmen. Even draaien door het dorp Beek en dan de laatste keer het Peeske. Ik probeer naar voren te rijden, maar het tempo ligt behoorlijk hoog. Er probeert nog een renner te ontsnappen. Ik tel drie dames in deze groep, nu een ruime 40 renners groot. Voor ons uit rijden nog een paar eenzame renners, die we stuk voor stuk oprapen. De laatste beklimming van het Peeske, doet me bijna de das om. Ik bijt me vast in het wiel van de jongedame voor me. Ik zie alleen nog het rubber van haar achterwiel. Meer dood dan levend bereik in de top en schakel meteen groter om in de afdaling terrein te winnen.

Op plek twaalf draai ik de Slotlaan op. We zijn er bijna, nog twee bochten naar rechts en dan de finish. Tot onze grote schrik rijden er ineens auto’s op het parkoers! We kunnen er maar net langs, maar mijn kansen op een goede eindsprint zijn verkeken. De snelheid is te laag voor de 50x12 als ik de laatste bocht uitdraai. Ik pers er toch nog een behoorlijke sprint uit en we rapen in de slotmeters nog een groepje op. Als ik niet binnen de eerste honderd ben geëindigd eet ik mijn helm op! 50 meter na de finish stuur ik de kant in, stap af en hang wezenloos over mijn fiets. Helemaal naar de klote! En zo hoort het ook. Ik ga lekker in het gras zitten. De dames in mijn groep zijn 2, 3 en 4 geworden, dus ik moet bij de eerste 100 zitten. Kan bijna niet anders. De minuutjes tikken weg. Natascha heb ik niet meer gezien sinds de dijk. Maar na een minuut of zes komt ze met een strak gezicht over de finish. “Die gaat kotsen”, denk ik, als ik haar naar me toe zie komen. Ze hangt een tijdje over haar stuur heen. Komt dan moeizaam van haar fiets en gaat languit in het gras liggen. Was ik al kapot, zij is zeker drievoudig naar de vaantjes! Maar we hebben alle doelen gehaald!


 


 

 

 

dinsdag 2 september 2014

Stuurvaardigheid en rare manoeuvres


Er moet me iets van het hart en aangezien je van je hart geen moordkuil moet maken…

Tijdens de wedstrijden van de B’s zie ik renners met beperkte stuurvaardigheid in het peloton. Dat is helemaal niet erg, mits je je er ook naar gedraagt en geen dingen doet die je niet eigen zijn. Als je niet zeker bent van je stuurvaardigheden, neem dan plaats achter in het peloton en gebruik de koers om rijstijl en techniek van je mederenners af te kijken en je eigen te maken. In een bocht, midden in een peloton, naar buiten sturen is niet fijn voor de medeweggebruikers, zeker niet als het tempo hoog ligt. Gelukkig rijden we niet in een echt gesloten groep en is er meestal ruimte om te corrigeren, maar je maakt er geen vrienden mee. Omkijken waar de rest uithangt, als je aan een achterwiel geplakt zit, niet doen! Je natuurlijke neiging is namelijk om mee te sturen met de kijkrichting i.p.v. netjes rechtdoor te rijden. Als je toch wilt weten wie er achter je zit, kijk dan onder je arm door, dan heb je de minste kans op stuurdwalingen.

Inhaalmanoeuvres leiden ook met enige regelmaat tot hartslagverhogingen binnen ons pelotonnetje. Het is de taak van elke renner in de groep te weten waar zijn mederenners zijn. Het moet, zeg maar, een tweede natuur zijn, dat je weet waar iedereen, in je directe omgeving, zich bevindt. Dit stelt je in staat om een splijtende demarrage te plaatsen of een vloeiende inhaalmanoeuvre te maken, zonder dat je anderen van de sokken rijdt.  Het gebeurt te vaak dat een renner, zonder inachtneming van zijn omgeving, een beweging inzet waardoor de schrik de anderen om het hart slaat. Probeer het te vermijden.

Naarmate het einde van de wedstrijd nadert, worden we allemaal nerveus. Kan ik een mooie uitslag rijden vandaag? Ga ik hier punten pakken? Maak ik nog kans op de overwinning? Ik denk niet dat er iemand denkt: “ De eindsprint interesseert mij geen zier en die punten kunnen me gestolen worden, maar laat ik eens flink in de weg rijden en de anderen in de problemen brengen!” Toch gebeurt het met enige regelmaat dat er in de laatste kilometers acties worden ondernomen die niet door de beugel kunnen en dat het ternauwernood goed gaat. Getuige het gevloek en getier.

Eenieder van ons wil na de wedstrijd met een goed gevoel en gezond van lijf en leden weer op huis aan. Valpartijen horen echter bij het wielrennen en er valt niet altijd aan te ontkomen. We doen allemaal, inclusief ondergetekende, wel eens onhandige dingen tijdens de wedstrijd. Maar laten we proberen het zo veilig mogelijk te houden, zodat we met veel plezier de strijd met elkaar kunnen aangaan.

Nog een tip: Wheeler Planet is vrij toegankelijk, mits er geen activiteiten of wedstrijden zijn. Je kunt er, als onderdeel van je trainingsrit, in alle rust techniek en stuurvaardigheid oefenen en aanscherpen.

zondag 24 augustus 2014

Klimmen in Beverwijk


Een kleine week na het NK-debacle is de klimkoers van de Trappist op het parkoers van BRC Kennemerland te Beverwijk. Geen idee of het überhaupt een goed idee is om met een nog niet herstelde, verrekte hamstring deze koers te rijden. Maar ik heb nog een appeltje met deze wedstrijd te schillen. Vorig jaar had ik vertraging met de pont over het Noordzeekanaal waardoor ik de start van de B-groep miste. Uit nood heb ik toen met de A’s meegereden die later van start gingen. Het verschil tussen de A’s en de B’s is nog behoorlijk, zodat ik na een ronde of zes een verloren koers bleek te rijden. De moraal was na de gemiste start van de B’s al naar een dieptepunt gezakt en dat kwam bij de A’s niet meer goed. Zeker niet op een rondje van 1,3km op ongelijke klinkerbestrating en met een klimmetje.

Vanwege het mindere weer, kans op regen, zijn we met de auto gegaan. De Velsertunnel is door onbekende mankementen vandaag uit de running en we moeten door de Wijkertunnel samen met alle andere weggebruikers richting het noorden. Gelukkig komen we zonder al teveel oponthoud aan op het parkoers, als één van de eersten. En beter, het is nog steeds droog. De voorspellingen lopen uiteen, maar regen zit in de lucht en de wind heeft vrij spel. De werkzaamheden aan het parkoers hebben ervoor gezorgd, dat alle hoge beplanting en bomen zijn verwijderd, het ligt er tamelijk kaal bij. Ik draag vandaag mijn vrij warme koersbroek van Castelli met Nanoflex, dus de hamstring is warm ingepakt. De opkomst is laag, slecht 16 man en een vrouw staan aan de start. De verwachte regen en de vakantie spelen hierbij een rol. Het mag de pret niet drukken. Ik heb er zin in. Zolang mijn hamstring zich gedraagt, komt het allemaal wel goed. In ieder geval liet hij zich niet horen tijdens de warming up.

We zijn weg voor een uur en 6 ronden koers. Elke doorkomst bergop is een punt voor de eerste passant, voor de bergprijs. Mijn game plan is niet de bergprijs, maar de eindoverwinning. Rustig blijven tot na een half uur koers, dan eens flink heuvelop doortrekken en zien of er mannen meewillen. Ik weet dat ik een dergelijk korte heuvel behoorlijk hard kan oprijden, dus in de sprint ben ik niet kansloos. Vanaf de start rijdt er twee man weg, Jeroen en Paul, duidelijk kandidaten voor de bergprijs. Ik sukkel er op het gemak, op kop van ons kleine peloton, achteraan. Geen intentie om de vluchters direct te achterhalen. De anderen hebben daar een ander idee over en voor we het goed en wel doorhebben, liggen we op koers voor een straffe wedstrijd. Het kost N. direct haar kopje. De afdaling over de klinkers met een scherpe haakse bocht is er teveel aan voor haar techniek, mede door de hoge snelheid. Dat is op zich geen schande. Ik merk dat de bocht ook mij parten speelt. De 8 bar luchtdruk in de bandjes laat me diverse malen wegstuiteren in deze bocht. Zeker als ik, na ruim een half uur koers, de heuvel opknal voor een bergpunt. Je moet er toch minimaal één hebben. Op de top trek ik hard door de afdaling in, vlieg bijna de haakse bocht uit en kijk op het wind-tegen-gedeelte achterom. Niemand. Daar heb ik dus niets aan. Ik had gehoopt enkele renners mee te krijgen voor een leuke ontsnapping, maar helaas. Ik houd de benen stil en herstel van de inspanning. De hamstring houdt zich keurig aan de gemaakte afspraak, warm ingepakt tijdens de inspanning en ijs na afloop.

 
 
Voor de vijfde maal tweede.

Er volgen geen ontsnappingen meer en we maken ons op voor de eindsprint. Ik wil aan de linkerkant sprinten vandaag. Daar zit ik het langst uit de wind en de rest zal toch naar rechts trekken. De een-na-laatste bocht is de ideale plaats om mij in positie te brengen. Alleen Bart heeft hetzelfde idee, bewust of onbewust, hij brengt mij waar ik zijn wil. Links voorin. Het wachten kan beginnen. De laatste bocht is een makkie, alles en iedereen trekt naar buiten, naar de rechterkant. Ik blijf fijn aan de linkerkant zitten en laat me meedrijven naar boven. Nu zij er nog twee opties over, of ik spring ongeveer 35 meter voor de streep (er staat een rood/wit hek als markering aan de zijkant) of ik ga mee met wie er eerder gaat. Het is Jan die eerder gaat vanuit de rechterkant. Ik spring direct van links, voor iedereen langs, naar zijn achterwiel. Daar blijf ik zitten, totdat we de streep passeren, want er zat niet genoeg power in de benen om een tweede jump te maken. Of spaarde ik onbewust mijn hamstring? Onvoorstelbaar maar waar, ik scoor mijn vijfde tweede plaats van het seizoen. Winnen wil maar niet lukken. Ik kan er wel om lachen. Het is meer dan waar ik op gerekend had. Maar een overwinning was dichtbij vandaag.

zondag 17 augustus 2014

Verrekte Hamstring!!!


Het is allang geen zomer meer. Het weer doet zijn best niet om er nog wat van te maken. Regen, regen en nog eens regen met een temperatuur onder gemiddeld. Het is pas augustus en ik raak bijkans in een herfstdip. Zo erg zelfs dat ik een Castelli Nanoflex bibshort aangeschaft heb. Een fijne, korte koersbroek die waterafstotend en licht gevoerd is. Een echte aanrader voor de cross.

In een dolle bui hebben we ons ingeschreven voor het Nederlands Kampioenschap voor de Liefhebbers. Ik wist niet dat het nog bestond, een categorie Liefhebbers. Maar in het zuiden van het land zijn ze er nog volop. Het is een koers georganiseerd voor leeftijdsgroepen met en zonder licentie in het plaatsje Bokhoven onder de rook van ’s-Hertogenbosch. Ons onboard navigatiesysteem had er nog nooit van gehoord, maar het bestaat toch echt!

(foto van Dolly van der Laan) 

N. heeft zich ingeschreven voor de dameswedstrijd, die zonder leeftijdsdiscriminatie wordt verreden. Ondergetekende mag bij de 50+ aan de bak. We halen onze rugnummers, twee per deelnemer, af in de feestboerderij ’t Veer aan de dijk aan de Maas. Er staat een stevige wind op het 5,7km lange parkoers. Het parkoers is vrij simpel, 2km tegen de wind in, 2km met de wind mee en de rest gezellig over de dijk en door het dorp. Vijf minuten na aankomst ter plaatse ben ik mijn mobiel al kwijt. Geen goed begin. In plaats van focus op de wedstrijd ben ik op zoek naar mijn mobiel. Ik blijk hem op het toilet verloren te zijn en hij ligt op mij te wachten achter de bar van het eerder genoemde etablissement. Ik ben er wel door uit me ritme gehaald en het komt die dag ook niet meer goed. N. start om negen uur met 10 dames, zeer lage opkomst, voor 9 rondjes door de polder. Alle dames zijn beduidend jonger dan zij en zien er doorgewinterd uit. “Let op de dame in het oranje, die moet je volgen” is mijn advies om haar spanning aan de start te doorbreken. Uiteindelijk eindigt ze op de zesde plaats, best goed voor een eerste NK met veel wind in de polder.

Even later is het mijn beurt. Ruim 40 mannen aan de start. Door alle mobielperikelen, ondertussen ben ik ook mijn mapje met ID en geld kwijt, ben ik niet toegekomen aan een behoorlijke warming up. Het is niet mijn dag en het zal ook niet meer goedkomen. Na een geneutraliseerde start door het dorp is het spel direct op de wagen. Ondertussen is het nog harder gaan waaien en de smalle polderweg leent zich niet voor waaiers. Het hele peloton zit direct op de kant. Lekker dan! Ik ben niet van het strak op de kant rijden, maar als het moet dan moet het. Bij de draai terug naar de start/finish staat de wind vol in de rug. De teller schiet ruim over de 50km/u. Mijn hartslag gaat gedwee mee de hoogte in. Enne, we rijden nog steeds op de kant. Bij de eerste doorkomst zit ik al vrij ver achterin, geen goed teken. Op volle snelheid denderen we door het dorp op weg naar de tegenwind in de polder. Alles op de kant! Ik zit aan de verkeerde kant van het wiel van mijn voorganger en bij de eerste de beste beweging zit ik echt in de kant. Ik laat het even lopen en wip weer terug het asfalt op. Een beweging die niet geapprecieerd wordt door een spier in mijn bilpartij. Dat voelt niet goed. Het doet eigenlijk verrekte zeer. Ik zit al op een gaatje en krijg het niet gelijk dicht. Mijn rechter been wil niet meer meedoen. Bij de draai zet ik voorzichtig aan. Het gat is al 50 meter. Er zit nog twee man ik mijn wiel en halverwege het wind-mee-gedeelte  geef ik aan dat er eigenlijk wel afgelost mag worden. Er komt niemand, want er is niemand meer. Zij hebben de pijp al aan Maarten gegeven. Voor mij laten nog meer renners los. Het gaat daar echt hard. Misschien kan ik naar ze toe rijden. Het is ijdele hoop, want terug het dorp uit, tegen de wind in, laat mijn bil weten het echt niet leuk te vinden. Forceren heeft geen zin. Na drie rondjes is het NK voorbij.

Was ik erbij gebleven als ik geen hamstring, want dat was het, had beschadigd? Ik denk het niet. Het op de kant rijden bij windkracht 5 is niet mijn specialiteit. Het peloton was in vele stukken uiteen gevallen. Ik had kunnen uitrijden, met de juiste groep, maar het zal voor een volgende keer zijn.

De fysiotherapeut legt twee dagen later zijn bekwame vinger op de zere plek. Tranen schieten mij in de ogen. Verrekte hamstring!!

dinsdag 1 juli 2014

Clubkampioenschap FC Trappist - categorie B

Tijdens de warming-up richting Spaarnwoude bespreek ik met Natascha het game plan. Deze rit is de dubbele afstand (in tijd) van wat we normaal rijden en vereist een andere aanpak. Er blind invliegen is er niet bij vandaag. Mijn idee is om het eerste uur rustig mee te peddelen in de buik van het peloton. In het tweede uur het hoogst noodzakelijke te doen en vijf ronden voor het einde eens flink aan de boom te schudden. Goed eten en drinken onderweg, want twee uur koers hakt erin. De afstand en tijdsduur zouden geen probleem moeten zijn vandaag. Wie vormen het gevaar of zijn de kanshebbers voor vandaag? Buiten mezelf gerekend, schat ik Eric (vdH), Frans en Evert om diverse redenen hoog in voor deze koers. Piet, Theo, Jitze, Felix en nog een aantal anderen kunnen behoorlijk sprinten. Maar kunnen ze het ook na twee uurtjes koers? Ik weet dat Jan in Italië zit, want anders hoefde ik alleen hem maar in de gaten te houden. Vaste waarde enzo.

Mijn beentjes voelen niet super. Ik ben al voorbij mijn piekmoment na de Moors and Shores. Ze stribbelen net niet tegen. Het weer is prima en de voorspellingen zijn gunstig. Droog. Dat moet ook wel, want ik heb er slicks om liggen vandaag. Zeker na mijn lekke band vorige week, heb ik geen risico genomen en zowel voor als achter vervangen.

De opkomst valt een beetje tegen. Het afwijkende tijdstip en de duur van de koers zullen hier wel debet aan zijn. Het kon wel eens een rare wedstrijd worden. Ik besluit om het voorbeeld van Theo te volgen en direct maar tempo te maken na de start om te voorkomen dat we te gezapig gaan vertrekken. Kan het systeem mooi even warmdraaien. Mijn game plan kan wel direct overboord, want er wordt erg onregelmatig gereden. Het gemiddelde per ronde ligt wat lager dan normaal. Het is echter een komen en gaan van uitlooppogingen, die de snelheid in de ronde erg laten fluctueren. Ik moet diverse keren aan de bak om potentiële ontsnappingen in de kiem te smoren. Al snel heb ik in de gaten dat de versnelling wel in de benen zit, maar de macht om daarna de snelheid hoog te houden ontbreekt in zijn geheel. Na anderhalf uur koers beginnen ze te protesteren bij elke aanzet tot versnelling. Kramp ligt op de loer. Drinken is het advies. Natascha heeft het oorspronkelijke game plan gevolgd en komt nu pas voorin rijden. Ze spaart zich aan alle kanten. Slimme meid. Bij het ingaan van de laatste ronde is het peloton compleet en maken we ons op voor een “massasprint”.


Natascha speelt voor leadout(wo)man. Op het moment dat we willen vertrekken over de rechterkant, splijt de groep in tweeën. Het gat in het midden is groot genoeg voor ons en Natascha duikt erin met ondergetekende aan het wiel. Mijn benen vinden het al lang niet meer leuk. Shut up legs!!! We komen de groep aan de rechterzijde niet voorbij. Te weinig power. Vlak voor het ingaan van de laatste bocht, schuif ik ze mee de bocht in. Ik ga dus aan de buitenzijde uitkomen. Niet ideaal, maar het moet maar. We draaien de bocht goed door en bij het uitkomen zet ik direct aan. Dat vinden de benen helemaal niet meer leuk. Kramp schiet als messen door mijn bovenbenen. Alles blokkeert in één klap. Ik verlies bijna de controle en drift zwaar naar buiten toe. Piet is vertrokken voor zijn eerste plaats. Automatisch schakel ik direct een tand lichter en probeer mijn benen tot trappen te manen. Wonder boven wonder verdwijnt de spanning als sneeuw voor de zon. Ik zet direct aan, kom enigszins op snelheid en schakel bij. Piet kan ik vergeten, maar ik lig nog steeds op de tweede plek. De benen schreeuwen moord en brand en de spieren zwiepen ongecontroleerd heen en weer. Nog een klein stukje. Ik kijk naar links en zie een renner helemaal aan de binnenkant akelig dichtbij komen. Ik werp mezelf over de streep. Het scheelt een olifantenschaamhaar…ik houd amper een banddikte over op de streep. De kramp flikkert als een knipperlicht door mijn bovenbenen. Tweede plaats, bloemen! Jammer? Nee, eigenlijk ben ik heel blij. Ik had geen goede benen vandaag en met de kramp na de laatste bocht had het gemakkelijk helemaal niets kunnen zijn of erger nog, rechtdoor de bosjes in met alle gevolgen van dien. Ik klim met enige moeite het ereschavot op. Piet glundert van oor tot oor. Clubkampioen, wie zou daar niet blij van worden. Het was Felix, die me het vuur aan de schenen had gelegd in die laatste meters. Als de streep een halve meter verder had gelegen, hadden we nu van plaats kunnen wisselen.

vrijdag 27 juni 2014

Langste Dag Wedstrijd - FC Trappist


18-06-2014
2e zomerwedstrijd langste dagwedstrijd - categorie B

Mijn eerste langste dagwedstrijd bij de Trappist. Afgelopen zondag reed ik nog een Adventure Cyclocross over 95 km in Good Old England. (zie mijn blog) Deze kilometers zitten nog behoorlijk in de benen, vooral het na-ijleffect van de onverharde, 25%-plus klimmetjes doet mij het ergste vrezen. Aan de afstand zal het niet liggen vandaag, meer aan de bereidheid van de beentjes om er eens flink tegenaan te gaan. Tijdens de warming-up op weg naar het parkoers timmer ik een game plan in elkaar. Het eerste uur vooral rustig meerijden en je niet gek laten maken bij elke ontsnappingspoging. Daarna zien we wel hoe de vlag erbij hangt. Ik ben als een van de eersten op het parkoers en er schijnt een fijn zonnetje, reden te meer om op het bankje in de zon te gaan zitten en iedereen binnen te zien druppelen.

De koers. Twee tussensprints met punten en een eindsprint na vijf kwartier en drie ronden. Puntenkoers dus. Maakt niet uit, eerst maar eens zien hoe gemotiveerd iedereen is. Jan en Eric kijken met een geslepen blik in hun ogen naar de concurrentie en Leon doet alsof hij geen kanshebber is, maar dat is maar schijn. Ik heb hem wel door. In zijn hart brandt het heilige vuur onverminderd voort, net als bij Frans. De eerste ronde rijden we in toeristentempo…okay, wie gaat er wat aan doen? Paul neemt het heft in handen en zet zich op kop. Het tempo gaat naar “normaal” en iedereen is tevreden. Tot aan de eerste tussensprint gebeurt er niet veel. Ik blijf achter in het peloton hangen en probeer een inschatting van de conditie van de beentjes te maken. Ze voelen op zich niet slecht. Bij de tweede tussensprint meng ik me in het gewoel. Paul en Frans zijn al een paar ronden geleden vertrokken, maar dat kan nooit lang goed gaan. Met twee man vooruit is te weinig om het vandaag tot een goed einde te brengen. Ze worden na verloop van tijd weer door ons opgeslokt en het spel kan beginnen. Ik test de beentjes een keer en trek flink door. Helaas komt er niemand mee, dus kansloos. Ik laat me weer afzakken naar de staart van het peloton. De beentjes voelen nu super-de-luxe. Elke pedaalslag is raak. Trappen door de boter. Het gaat gebeuren vandaag, niemand gaat me kloppen!

De laatste ronde. Bij het uitdraaien van de laatste bocht naar de bel voor de laatste ronde heeft het lot iets anders in gedachte dan dat ikzelf heb gevisualiseerd. Een harde tik en bij elke volgende wielomwenteling dezelfde onheilspellende tik. WTF?! We krijgen de bel en iedereen wordt almaar nerveuzer. Het houden van de lijn wordt een moeilijk begrip. Een dezer dagen liggen we hier nog op ons muil. Daar kun je een klok op gelijk zetten. De tik gaat niet weg. Wat is het? Niet goed natuurlijk, dat is een ding dat zeker is. Kan ik hiermee sprinten? De fiets blijft normaal reageren, dus waarom niet? De bocht achter het juryhok maakt een einde aan mijn illusie. Bij het uitgaan van de bocht voel ik het achterwiel driften. Shit! Heel langzaam loopt de lucht uit de band en trekt het peloton zonder mij naar de laatste veldslag van de dag. Alle lucht verdwijnt als sneeuw voor de zon en ik moet lopend mijn weg naar de finish vervolgen, mijmerend over de dingen die hadden kunnen zijn.


Een Speld, of beter gezegd een veiligheidsspeld (zo één waarmee je rugnummer vast zit), hoewel deze het woord veilig niet verdient, zat dus dwars door mijn achterband. Vandaar het getik. De rechtsdraaiende bocht was genoeg om hem eens flink door de band te duwen. Het lot, je doet er niets aan. Zuurder makend is het feit, dat naamgenoot en mede lekke bandrijder van de dag, Eric, de koers wint. Als Eric de sterkste van het peloton was, dan had ík hier dus vandaag kunnen zegevieren... Als, als, als… Je koopt er geen brood voor en al helemaal geen nieuwe achterband.

 



 

woensdag 18 juni 2014

Cycling Weekly - Moors and Shores Adventure X Massif – The Ride

Sometime it’s difficult to predict how a ride will go or what to expect, but this ride had the mark of slightly easy on it. Is there such thing as an easy ride? No, there isn’t! The lack of terrain difficulty was compensated by a brisk pace right from the start. At 7:30 in the morning a fast pace is all I need…not. I’m a diesel. I need to warm up an hour or so. To get my heart started. The start of this timed event is made in small groups. 10, 15 riders at the most in one go, who get briefed before they take off. The CX bikes in my group are a minority. Just the four of us. One of them I met on the parking lot. His name is Phil and he looks the capable rider, he turns out to be. He drops me on nearly every climb. Most of the climbs I manage to do on the big ring, 46x26/28, more of a push then a spin really, but the crit racing pays off. More power in the legs then before. It keeps the heart rate in check and the legs pumping.  

The first stretch of the ride is the easy bit. Until the Mini Massif takes a turn to the right and we are off on the Moors to Whitby. It’s rock ‘n roll on the Moors. Rocks, bogs and holes. Sheep too. Lots of them. There is a freakish building of the RAF. What do they do or hide in there? Perhaps an UFO? With the splash station behind us, it’s a long run to the first of two feeding stations. Hence the Camelback (2L) packed with bars and gels, tools, rain jacket and spare tubes. Just the odd 3 kilo’s extra strapped to my back to make it a little more difficult up the hills. I opted for semi slicks today, praying for a mostly dry course, they will give me the advantage on the hard pack surfaces. Better rolling, less resistance. 4 bar pressure, which will do the trick nicely today.


The sky is a grey one and as soon as Whitby comes into view, so is the drizzle. The sun was trying on the Moors, but to no avail. The first feeding station is a rainy affair. Lucky there is room under the tent for a dry bite of the very good stocked food on the table. Matthew checks his damage of his earlier tumble. I missed that one. He seems to be okay. All in one piece, everything in function. I had only one near miss myself. As we go on, the route follows the old abandon train track. It’s like a rollercoaster, more up then down, but never the less, FUN! Before I know it, we hit the second feeding station and Phil. He is in good form. Next is a section with the steepest climb of the day. Called Lang Gate road or something. As I zigzag up this road, huffing and puffing, a lady walking her dog tells me: “If you think this is heavy, wait until you round the next corner.” Boy was she right! 33,8% is the highest incline my Garmin registrated. This one hits us at about 70km into the ride. 34x28 was the recommendation as smallest option. I didn’t take notice on that one and suffered for it. 38x28 is my last resort for the day. With just 100 metres or so before the summit I have no more power in the legs and have to get of the bike and start crawling the last bit on foot. I don’t think the 34/28 gear would be any help today on this climb. Besides a little part of woodland uphill, there’s no more walking today. At 5 km before the finish line we overtake Phil. He is walking. Bike and chain in hand. He did not bring a chain tool or power link to repair his broken chain. Matthew and I help him out and we are swiftly on our way to the finish. 
 
 
Was it all worth the trouble? Yep, nothing of the kind does come close in Holland. Was it hard? Well, I didn’t much endurance stuff this year, mostly short, fast crits. That made it hard after the first three hours, but I kept it nicely together, didn’t overdo it. I had good company and well organised support. And the landscapes…pfff. Fanfreekingtastic!!!

Next stop Wales or Scotland? Maybe next year…

My thanks to Rather Be Cycling, Phil Cook and Matthew Bennett. A special chapeau to Manuel Pina. He did the ride on his heavy MTB on floppy trainers!
 
The Stats: 95.7km Distance4:42:41 Moving Time
1,270m Elevation
162W    Estimated Avg Power
2,753kJ Energy Output
Avg
Max
Speed
20.3km/h
66.6km/h
Heartrate
140bpm
162bpm
Calories
3,070
Temperature
15
Elapsed Time
5:07:12
Show M


 


vrijdag 6 juni 2014

Met Het Oog Op Morgen Bokaal 2014

31 mei 2014, een groepje renners van de FC Trappist doet mee aan de MHOOMB, Natascha, Jan, Ricardo en ondergetekende. Dit wielerfeestje van het NOS radio programma vindt al een paar jaar plaats rond deze tijd van het jaar. Samen met de Het is Koers koers, een toertocht door het Kennemerland met als hoog(s)te punt ’t Kopje van Bloemendaal, en de mengelmoes van bekende en minder bekende Nederlanders vormt het een waar wielerspektakel.

Er wordt gekoerst in een B-groep en een A-groep en om te bepalen wie waar thuishoort, is er een proloog over één ronde op het 3,2 km lange parkoers van WheelerPlanet Spaarnwoude. Bij het afhalen van je rugnummer kun je aangeven wat je voorkeur heeft, A of B, maar de organisatie behoudt zich het recht voor om snelle B-renners te verplaatsen naar de A-Koers.

Met de “Smaak van Bloed” nog vers in het geheugen, ga ik tijdens de proloog niet tot het gaatje en bol wat uit over de finish zodat ik een tijd net boven de 5 minuten realiseer. Goed genoeg voor een vaste plek in het B-peloton. Mijn mede Trappisten rijden zich ook niet het snot voor de ogen om in de koers in lijn geen krachten te kort te komen. Hoewel, Jan heeft op Hemelvaartsdag de  Klim Classic in het zuiden des lands gereden en rijdt met dikke benen in de rondte. Dat ik mij met mijn tactiek voor de proloog later in de vingers zou snijden, kon ik toen nog niet vermoeden.


Foto Wielertijdschrift De Muur

Ruim dertig man (en een handvol vrouwen) melden zich voor de B-koers. Met de dames moeten we rekening houden tijdens deze, met twee premiesprints opgeleukte, race. Ik herken ze van mijn koersjes op Sloten, Amsterdam. Ze zullen in deze koers niet onderdoen voor de mannen. Het bekendste gezicht in koers, voor mij althans, is Wilfried de Jong, in het jongste verleden al eens winnaar van deze koers. Het is een redelijk korte wedstrijd van 10 ronden, normaal rijd ik hier 13 of meer rondjes op volle toeren, dus dat mag geen probleem zijn. Het eerste rondje gaat met een “slakkengang”, dus bij het passeren van start/finish schud ik maar eens flink aan de boom. Wilfried lurkt op dat moment aan zijn bidon, je kunt maar dorst hebben na één ronde, dus voordat hij kan reageren, ben ik al vertrokken. Ik houd het hoge tempo een half rondje aan om te zien of de zwakkere broeders de rol moeten lossen. Het valt mee, iedereen is er volgens mij nog bij, maar het spel is op de wagen. Meerdere renners proberen de plaat te poetsen en het tempo fluctueert behoorlijk. Ik handhaaf me voor in de groep, maar mis  bij beide premiesprints de hoofdprijs. Bij de eerste rijd ik achter de feiten aan en bij de tweede kan ik niet vol aangaan omdat de renner voor mij zijn lijn niet houdt en me bijkans onderuit fietst. Opletten vandaag, niet iedereen heeft peloton ervaring, wat vooral goed te merken is in de bochten, waar de gaten vallen als rijpe appelen. Doortrappen in de bochten blijft een enge bezigheid. Twee tips voor de onervaren peloton rijder. Tip 1: “blijf met je fikken van de remmen af!” Tip 2: "rijd het juiste verzet, niet te zwaar, maar zeker niet te licht, want dat gaat een stabiel rijgedrag niet bevorderen".

Over de laatste ronde kunnen we kort zijn. Ik zit aan de verkeerde kant aan het wiel van mijn lead-out man van de dag waardoor ik niet kan aanhaken bij Coen, die dan ook met twee vingers in den neus de overwinning binnensleept. Een tweede plaats is “slechts” mijn deel. En dat ondanks alle inspanningen van mijn teamgenoten. Ricardo plaatst op 2 km een demarrage, waarop de concurrentie moet reageren en hem een km lang op de hielen zit. Natascha houdt daarna het peloton op snelheid zodat er geen nieuwe, last minute ontsnappingen meer zijn. Voorts loodst Jan me veilig naar de laatste bocht alwaar ik aan de binnenkant van het wiel zit en ik de krachtexplosie van Coen niet kan pareren. Beginnersfout!

Ach, de zon schijnt, niemand gevallen en een mooie tweede plek. Wat ik echter niet wist, was dat men punten uitdeelde voor je plaats in de proloog en voor je plaats in de koers in lijn, samen goed voor het klassement voor de bokaal. Mijn tijd in de proloog doet mij de das om in de einduitslag, 4de…. Geen bokaal voor mij dit jaar.

Dat de zon scheen heb ik geweten, de randjes zijn er weer voor een jaar ingebrand!


 

maandag 26 mei 2014

Cycling Weekly - Moors and Shores Adventure X Massif preparation


So, just 3 weeks of preparation to go before the Moors and Shores Adventure X massive will be upon me. The wife and I will cross the Canal on Thursday the 12th of June, so it will be less than 3 weeks of prepping… I’m being Crit racing from the end of March, but not on my CX bike obliviously. My CX bike is been out of work since late February. The races I ride are 40KM something long, a totally different thing from the 60 miles distant the Massive promises. Off Road that is. Another sign that there’s work to be done here.

But the Crit’s are calling to me. I like them too much to abandon the high speed and get the off road miles in. And Dutch off road miles are very different in comparison to the Moors and Shores ones. I found that out the hard way, riding/walking the 3 Peaks Cyclo Cross Race in 2011!

So, with just 3 weeks to go, I ordered some nice Schwalbe CX Comp tyres and pray for hard packed surfaces. It will help me on the hard surfaces a bit better than the full nobbies ones. I will pack the nobbies just in case the weather takes a turn for the worse… But speed with the semi-slicks will help me out on the 15th of June or they will be me downfall on the technical sectors. 65 psi or 4 bar sound about right to me, inflation wise. I could be wrong here also, but that can be fixed on the go.

 
Technical Terrain 3 out of 5 on a Cross Bike

Wilderness Riding 3 out of 5


That’s a lot easier than the 5 out of 5 at the Lakeland Monster last year and I did that one with a broken rib. All in all it’s no pick nick in the (North York Moors National) Park and it’s not a race (ahum). The strategy will be: A) with care on the technical sectors, B) steady pace on the hard pack surfaces and C) easy climbing on the hilly parts. I think I will be fine. Next Crit please!

maandag 19 mei 2014

GP Van Riemsdijk Zandvoort FC TRAPPIST


Om te beginnen, wat zat er allemaal niet mee in de aanloop naar de koers van FC Trappist op het Circuit van Zandvoort. Het weer was niet het mooie voorjaarsweer waar we allemaal op hoopten. In vier dagen tijd een maandgemiddelde aan regenwater. Dat zat de trainingen aardig dwars. Dan was er nog enig fysiek ongemak in de vorm van een rechterbeen dat niet zijn best wilde doen en zo’n beetje op halve kracht draaide. Maar de zwaarste morele domper was het breken van een spaak in het achterwiel daags voor de koers. Geen lichte carbon wieltjes voor op het circuit, maar een paar superlichte aluminium exemplaren die niet geschikt zijn om eens flink mee te sprinten. Teveel flex. Heel fijn voor een bergrit of een strakke tijdrit, maar geen koerswielen.

Wat zat er dan wel mee? Het weer verbeterde aanzienlijk. De zon liet zich zien en de temperatuur begon langzaam op te lopen. De wind bleef echter uit noordelijke richting blazen, wat het toch behoorlijk fris maakte. Maar geen regen, dat was wel het grootste pluspunt.

Deze vrijdagavondkoers had een mooie opkomst, zowel bij de A- als bij de B-groep met veel clubshirts. Racen op het circuit blijft een bijzondere gebeurtenis.

Voor mijzelf was het alweer ruim 27 jaar geleden sinds mijn laatste koers op het circuit, het Kampioenschap van Kennemerland, die eindigde in een massieve wolkbreuk. Het enige wat ik daarvan nog weet is dat ik goede benen had, maar onderkoeld moest opgeven na anderhalf uur koers.

Wat is er nu zo mooi aan het circuit? Welnu, twee zaken maken het tot een feestje. Namelijk lekker breed en fijn glooiend asfalt en een mooie lange rechte lijn naar de finish.


De koers startte om 19u00 en de eerste ronden was er een fijn tempo, waarin het zoeken naar de juiste plek in het peloton met het oog op de windrichting een prioriteit werd. Slechts op het lange rechte eind van start en finish was de wind in ons voordeel. Op de rest van het parkoers was het een lastig verhaal om fijn uit de wind te zitten. Uiteraard waren er aanvallen en ontsnappingspogingen, maar die strandden allen in de wind. Slechts een renner wist zich langere tijd uit de klauwen van het peloton te bevrijden, wat op zich al een compliment waard is. Chapeau hiervoor. Halverwege de koers was er toch een hachelijk moment waarop twee der favorieten zich in een kopgroep van vijf uit de voeten maakten. Het kostte ons grote moeite deze ontsnapping te neutraliseren. Ik had twee ronden nodig om weer te weten wie ik was. Naarmate het einde naderde (na vijf kwartier met nog drie ronden te gaan) nam de nervositeit toe. Tevens deed de vermoeidheid een duit in het zakje en werden de klimmetjes, de Hunzerug op, een aanslag op de beenspieren. Het zag er naar uit dat een massasprint de uitslag ging bepalen. Maar bij de laatste beklimming van de Hunzerug was er toch een renner die een gaatje geslagen had en met de afdaling, de Tarzanbocht en wind mee op het laatste rechte eind, zag hij zijn kans schoon en ging ervoor. Ik zelf zat rond de tiende positie op weg naar de Tarzanbocht en wilde nog enkele plaatsen opschuiven, voordat we de bocht uit zouden komen. Hiervoor moest ik vol gas buitenom door de Tarzanbocht. Door deze actie kon ik wel vanuit de derde positie in het peloton de sprint aanvangen. De eenzame koploper was al buiten schot. Zijn overwinning was een feit geworden. Wij, het peloton, deden ons best om de ereplaatsen te bemachtigen. Mijn sprint was niet om over naar huis te schrijven, maar ik kon mijn snelheid (55km/u) vasthouden tot over de streep. Het was echter niet genoeg om een podiumplek te bereiken, vanuit mijn ooghoeken zag ik op links nog renners hun wiel voor mijn voorwiel over de finishlijn drukken. Een zevende plaats was uiteindelijk het resultaat. Ik kon er na afloop tevreden mee zijn. Mijn kleine schare trouwe fans vonden het een mooie prestatie.

dinsdag 1 april 2014

De Smaak van Bloed


De Smaak van Bloed

Het wegseizoen startte bij ons, De Trappist, met een “traditionele” koppeltijdrit over een afstand van 3,2 km, iets wat verboden zou moet worden. Eigenlijk is er niets erger dan in bijna 5 minuten al je longblaasjes naar de vaantjes rijden. Met de juiste aanpak is het vast te doen, maar dan zal je zeker een uurtje moeten warm rijden. En daar gaat het al fout. Dat warm rijden doe je maar mondjesmaat en voor je aan de beurt bent, ben je al weer terug bij af. Onderweg spookt er maar een ding door je hoofd, ik moet straks nog een koers rijden, dus niet te gek doen. Maar er helpt geen lievemoederen aan. Na 1 kilometer ben je al naar de klote. Je hartslag stijgt tot grote hoogte, maar je snelheid daalt recht evenredig.
 

Na een, longen verscheurende, 3 kilometer, kom je door de laatste bocht en haal je het in je botte kop om er nog een sprintje uit te gooien. Met een fijne kopersmaak in de mond tot gevolg. De Smaak van Bloed. En dan begint het kuchen. Er staan 40 volwassen mannen zich de longen uit het lijf te hoesten op de streep. Het werkt aanstekelijk en je begint als vanzelf mee te kuchen. Volgens mijn huisarts is het een prikkel waaraan je niet moet toegeven. Er is namelijk niets mis met je. Het lichaam denkt dat er van alles aan de hand is, maar in werkelijkheid is het niet in staat geweest voldoende zuurstof op te nemen om aan je wieleraspiraties te voldoen. Het heeft jammerlijk gefaald, verzint een excuus en laat je onbedaarlijk kuchen en hoesten om de aandacht af te leiden.

Het grote voordeel van een sprint over 3 kilometer zonder noemenswaardige voorbereiding, is dat alles lekker openstaat voor de koers die erop volgt.  Moet ik er anders de eerste paar ronden er even inkomen. Nu zijn alle systemen direct online. Het plan was te wachten op de onvermijdelijke massasprint, maar al gauw blijkt, dat er lekker invliegen een veel beter gevoel geeft. Alle voornemens overboord, hatsikidee! Uiteindelijk eindigen we als koppel in de “Kansloze Vlucht” van de dag. Rijden we voor de tweede maal een koppeltijdrit en in plaats van de longen falen 300 meter voor de finish de benen. Het peloton davert ons voor de laatste bocht voorbij…

Ach, de kop is er af. Het was mooi weer en er was weinig wind. Het gezelschap was uitmuntend en deed zijn uiterste best om er een mooie wielermiddag van te maken. Dat belooft heel wat voor de komende wedstrijden.

woensdag 12 februari 2014

What is it about cycling that makes me feel happy?

When I get on my bike and hit the road, something changes inside my head. After about 10 to 20 minutes I get into the zone. My brain makes a leap in time. I become the guy I was 30 years ago. The rookie who believed everything is possible.  I see the same thing happen to other riders as well. My dad for instance, nearly 80 years old, gets that sparkle in his eyes, when he is on his bike. Looking at me, like he is going to ride me into oblivion. No way in hell, but his mind plays this trick on him in the same way it makes me believe I still can make it to the top. Keep dreaming, but it is part of the fun of riding your bike. Being something different then you really are, but then again…who knows?!



So, 20 minutes into my ride, they start, the voices in my head. No, it’s not a medical condition, it’s just happens. Most of the time they are the voices of the Belgium Sporza television commentators, Wuyts and De Cauwer. They start chatting about the weather, the way the wind blows, that sort of things. And after a while they begin there talk about the race. What happened before, how it is, that I ended up in the lead, on my own. That is always the case, when I ride alone, I have escaped the bunch early on. No doubt about it, I having a super day. Then Michel tells the listeners some back ground about me and José will add some obscure info he learnt before the race.

The funny thing is, I’m always me. Not some pro, past or present, but always myself. A younger version of course, but it’s me, that’s racing to fame and glory. It gets interesting when Renaat Schotte joins the party. He is the guy on the motor. Getting the other two up to speed from directly behind me. He or André Meganck is measuring time differences between me and the peloton. I am rider and the public all into one. To the end of my ride, the race in my head gets starts to develop into an “Is he going to make it to the end?” scenario. Renaat is counting down my advantage I have/had on the peloton. But in the end I always win the race! “This guy is going places” cries Michel Wuyts.

After the Vuelta (Tour of Spain) 2013, things started to change. I was no longer that rookie on the bike anymore. Somehow Chris Horner’s victory things changed. I don’t need to be the rookie anymore to win my imaginary races. I can do it as this old man I became. Age is no longer an obstacle for winning my races! José and Michel tell the world that you can do this if you are carefully plan your career on the bike and believe in ones self’s. So, these days I win my races as the smart old fox I have become. Riding around with a big smile on my face, like I own the world. And I am very happy…