dinsdag 23 september 2014

Wereldkampioenschap FC Trappist aka Grote Prijs Ger Hermans


Zondag 21 september, Sloten. Terwijl in Spanje de wereldkampioenschappen beginnen, rijden wij ons eigen WK, beter bekend als de Grote Prijs Ger Hermans. Door een twist of fate wisselde het Omnium met de GPGH van plaats op de kalender, zodat ik aanwezig kan zijn bij deze laatste wegwedstrijd van het seizoen. De grote vraag is of ik in staat zal zijn hier eindelijk een overwinning te behalen of dat het de zoveelste tweede plaats van het seizoen gaat worden. Deze wedstrijd is voor de B-mannen en -vrouwen geen gemakkelijke opgave, want samen rijden met de A-groep vereist een hoger wedstrijdtempo tegen veelal jongere renners. Mijn game plan is zorgen dat er geen B met de A’s meeglipt zonder dat ik er zelf bij zit. Dat is makkelijker gezegd dan gedaan, vooral omdat op het lange rechte eind, waar alle eventuele schade opgelopen elders op het parkoers moet worden hersteld, de wind behoorlijk op kop staat. Het wordt dus heel berekend rijden.

Mijn vrouw is vandaag mee, naar eigen zeggen, voor morele ondersteuning en het vastleggen op beeld van de overwinning. Absoluut geen druk hier, maar ze vindt dat het tijd wordt om te zegevieren. Om het haar makkelijk te maken heb ik mij geheel in het Team Sky-tenue gehesen. I’m a sucker for Rapha!

Tijdens de vier rondjes inrijden voelen de benen zwaar. Het naar de tweede verdieping slepen van een nieuwe 3-zitsbank de vrijdag voorafgaand aan de wedstrijd heeft duidelijk zijn weerslag op de kwaliteit van de beenspieren. Vooral de verhoging in het parkoers voelt niet goed aan. Maar goed, het is droog, de zon schijnt en het waait lekker, beter kun je het niet treffen met het weer zo aan het einde van september.

 

Na het inleidend praatje van Bas, zijn we weg voor een wedstrijd van 5 kwartier en 6 ronden. En ondanks het verzoek van Eduard om een inrijdrondje, is het direct koers. Het tempo is goed te volgen en ik hoef in principe alleen de zwarte (B-groep) rugnummers in de gaten te houden en te voorkomen dat er een of meerderen samen met de witte (A-groep) rugnummers ontsnappen. Uiteindelijk rijden we toch onze eigen wedstrijd en uitslag. Er zijn diverse vluchtpogingen en een paar keer moet ik aan de bak, maar veelal wordt het vuile werk door iemand anders opgeknapt. De explosiviteit van de A’s ligt beduidend hoger dan bij de B’s. Tevens kunnen ze het hogere tempo langer vasthouden. Ontsnappen met een stelletje A’s is geen peulenschil en niet aan te raden. Na goed een uur koers is Teun het zat en kondigt aan dat het tijd is voor de “echte” mannen om te gaan. Twee groepjes maken zich los van het peloton en ik weet niet zeker of er een zwart rugnummer bij zit. Ik besluit om, nu het nog kan, de sprong naar het tweede groepje te wagen en rijd er op de toppen van mijn kunnen naartoe. De aansluiting vindt plaats op het lange rechte eind en voor ons uit rijdt het andere groepje. Allemaal witte nummers en ook in ons groepje ben ik de enige met een zwart nummer. Ze trekken flink door om aansluiting te vinden bij de eerste renners in de wedstrijd en bij het opgaan van het viaduct laat ik ze lopen. Dit tempo ga ik geen half uur volhouden. De kans dat ik eraf moet is vrij groot en dan ben ik een vogel voor de kat. Ik laat me terugzakken naar het restant van het peloton en in de wielen heb ik een paar ronden nodig om bij te komen van mijn inspanningen. Nog zes ronden te gaan. Het is zaak niemand meer te laten ontsnappen en aan te sturen op een sprint van het peloton. De kopgroep met A’s is uit het zicht verdwenen en de A’s in onze groep weten hoe laat het is. Marlin moet er stevig van vloeken.

 

Anders dan bij een wedstrijd, hier op Sloten, met een groot peloton, blijft er nu elke ronde bij het opgaan van het viaduct ruimte op rechts. Ik laat me in de laatste ronde afzakken tot achter in de groep om het overzicht te bewaren en de beste positie te kunnen kiezen op het viaduct. Het spel ontvouwt zich zoals ik het had gevisualiseerd. Iedereen aan de linkerzijde op een kluitje. Ik schakel boven naar de twaalf en geef vol gas naar beneden langs de rechterkant. Ik moet zelfs even inhouden voor de laatste bocht om niet direct op kop te komen. Er is ruimte zat en ik sprint in een ruk naar de finish. Mijn benen protesteren hevig, maar ik ben er bijna. Slechts drie witte rugnummers voor me en ik weet dat alleen Eric (vdH) in mijn wiel zit. Hij zal er niet meer over geraken en ruim voor de finish kan ik een overwinningsgebaar maken. F*ck yes, eindelijk raak! The Sky is the limit!

Mijn supporters hebben nog niet door dat ik gewonnen heb. Vaders denkt dat ik mooi vierde geworden ben. Ik leg het verschil van de zwarte en de witte nummers nog eens aan hem uit. Normaal is hij al trots op me, nu is hij apetrots. Mijn vrouw ziet de grap er wel van in, dat ik win als zij erbij is. The things you do for love…

 

De prijsuitreiking in de sfeervolle wielerkantine van WV Amsterdam is de kers op de taart. Een goed gevulde tafel met prijzen van Ger Hermans en een mooi boeket voor de winnaars, Rinus Cerfontain (A) en ondergetekende (B). Een betere afsluiting van het wegseizoen kan men zich niet wensen.
 
Kunnen we nu dan eindelijk gaan crossen?!

 

 

 

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten