zondag 24 augustus 2014

Klimmen in Beverwijk


Een kleine week na het NK-debacle is de klimkoers van de Trappist op het parkoers van BRC Kennemerland te Beverwijk. Geen idee of het überhaupt een goed idee is om met een nog niet herstelde, verrekte hamstring deze koers te rijden. Maar ik heb nog een appeltje met deze wedstrijd te schillen. Vorig jaar had ik vertraging met de pont over het Noordzeekanaal waardoor ik de start van de B-groep miste. Uit nood heb ik toen met de A’s meegereden die later van start gingen. Het verschil tussen de A’s en de B’s is nog behoorlijk, zodat ik na een ronde of zes een verloren koers bleek te rijden. De moraal was na de gemiste start van de B’s al naar een dieptepunt gezakt en dat kwam bij de A’s niet meer goed. Zeker niet op een rondje van 1,3km op ongelijke klinkerbestrating en met een klimmetje.

Vanwege het mindere weer, kans op regen, zijn we met de auto gegaan. De Velsertunnel is door onbekende mankementen vandaag uit de running en we moeten door de Wijkertunnel samen met alle andere weggebruikers richting het noorden. Gelukkig komen we zonder al teveel oponthoud aan op het parkoers, als één van de eersten. En beter, het is nog steeds droog. De voorspellingen lopen uiteen, maar regen zit in de lucht en de wind heeft vrij spel. De werkzaamheden aan het parkoers hebben ervoor gezorgd, dat alle hoge beplanting en bomen zijn verwijderd, het ligt er tamelijk kaal bij. Ik draag vandaag mijn vrij warme koersbroek van Castelli met Nanoflex, dus de hamstring is warm ingepakt. De opkomst is laag, slecht 16 man en een vrouw staan aan de start. De verwachte regen en de vakantie spelen hierbij een rol. Het mag de pret niet drukken. Ik heb er zin in. Zolang mijn hamstring zich gedraagt, komt het allemaal wel goed. In ieder geval liet hij zich niet horen tijdens de warming up.

We zijn weg voor een uur en 6 ronden koers. Elke doorkomst bergop is een punt voor de eerste passant, voor de bergprijs. Mijn game plan is niet de bergprijs, maar de eindoverwinning. Rustig blijven tot na een half uur koers, dan eens flink heuvelop doortrekken en zien of er mannen meewillen. Ik weet dat ik een dergelijk korte heuvel behoorlijk hard kan oprijden, dus in de sprint ben ik niet kansloos. Vanaf de start rijdt er twee man weg, Jeroen en Paul, duidelijk kandidaten voor de bergprijs. Ik sukkel er op het gemak, op kop van ons kleine peloton, achteraan. Geen intentie om de vluchters direct te achterhalen. De anderen hebben daar een ander idee over en voor we het goed en wel doorhebben, liggen we op koers voor een straffe wedstrijd. Het kost N. direct haar kopje. De afdaling over de klinkers met een scherpe haakse bocht is er teveel aan voor haar techniek, mede door de hoge snelheid. Dat is op zich geen schande. Ik merk dat de bocht ook mij parten speelt. De 8 bar luchtdruk in de bandjes laat me diverse malen wegstuiteren in deze bocht. Zeker als ik, na ruim een half uur koers, de heuvel opknal voor een bergpunt. Je moet er toch minimaal één hebben. Op de top trek ik hard door de afdaling in, vlieg bijna de haakse bocht uit en kijk op het wind-tegen-gedeelte achterom. Niemand. Daar heb ik dus niets aan. Ik had gehoopt enkele renners mee te krijgen voor een leuke ontsnapping, maar helaas. Ik houd de benen stil en herstel van de inspanning. De hamstring houdt zich keurig aan de gemaakte afspraak, warm ingepakt tijdens de inspanning en ijs na afloop.

 
 
Voor de vijfde maal tweede.

Er volgen geen ontsnappingen meer en we maken ons op voor de eindsprint. Ik wil aan de linkerkant sprinten vandaag. Daar zit ik het langst uit de wind en de rest zal toch naar rechts trekken. De een-na-laatste bocht is de ideale plaats om mij in positie te brengen. Alleen Bart heeft hetzelfde idee, bewust of onbewust, hij brengt mij waar ik zijn wil. Links voorin. Het wachten kan beginnen. De laatste bocht is een makkie, alles en iedereen trekt naar buiten, naar de rechterkant. Ik blijf fijn aan de linkerkant zitten en laat me meedrijven naar boven. Nu zij er nog twee opties over, of ik spring ongeveer 35 meter voor de streep (er staat een rood/wit hek als markering aan de zijkant) of ik ga mee met wie er eerder gaat. Het is Jan die eerder gaat vanuit de rechterkant. Ik spring direct van links, voor iedereen langs, naar zijn achterwiel. Daar blijf ik zitten, totdat we de streep passeren, want er zat niet genoeg power in de benen om een tweede jump te maken. Of spaarde ik onbewust mijn hamstring? Onvoorstelbaar maar waar, ik scoor mijn vijfde tweede plaats van het seizoen. Winnen wil maar niet lukken. Ik kan er wel om lachen. Het is meer dan waar ik op gerekend had. Maar een overwinning was dichtbij vandaag.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten