maandag 19 mei 2014

GP Van Riemsdijk Zandvoort FC TRAPPIST


Om te beginnen, wat zat er allemaal niet mee in de aanloop naar de koers van FC Trappist op het Circuit van Zandvoort. Het weer was niet het mooie voorjaarsweer waar we allemaal op hoopten. In vier dagen tijd een maandgemiddelde aan regenwater. Dat zat de trainingen aardig dwars. Dan was er nog enig fysiek ongemak in de vorm van een rechterbeen dat niet zijn best wilde doen en zo’n beetje op halve kracht draaide. Maar de zwaarste morele domper was het breken van een spaak in het achterwiel daags voor de koers. Geen lichte carbon wieltjes voor op het circuit, maar een paar superlichte aluminium exemplaren die niet geschikt zijn om eens flink mee te sprinten. Teveel flex. Heel fijn voor een bergrit of een strakke tijdrit, maar geen koerswielen.

Wat zat er dan wel mee? Het weer verbeterde aanzienlijk. De zon liet zich zien en de temperatuur begon langzaam op te lopen. De wind bleef echter uit noordelijke richting blazen, wat het toch behoorlijk fris maakte. Maar geen regen, dat was wel het grootste pluspunt.

Deze vrijdagavondkoers had een mooie opkomst, zowel bij de A- als bij de B-groep met veel clubshirts. Racen op het circuit blijft een bijzondere gebeurtenis.

Voor mijzelf was het alweer ruim 27 jaar geleden sinds mijn laatste koers op het circuit, het Kampioenschap van Kennemerland, die eindigde in een massieve wolkbreuk. Het enige wat ik daarvan nog weet is dat ik goede benen had, maar onderkoeld moest opgeven na anderhalf uur koers.

Wat is er nu zo mooi aan het circuit? Welnu, twee zaken maken het tot een feestje. Namelijk lekker breed en fijn glooiend asfalt en een mooie lange rechte lijn naar de finish.


De koers startte om 19u00 en de eerste ronden was er een fijn tempo, waarin het zoeken naar de juiste plek in het peloton met het oog op de windrichting een prioriteit werd. Slechts op het lange rechte eind van start en finish was de wind in ons voordeel. Op de rest van het parkoers was het een lastig verhaal om fijn uit de wind te zitten. Uiteraard waren er aanvallen en ontsnappingspogingen, maar die strandden allen in de wind. Slechts een renner wist zich langere tijd uit de klauwen van het peloton te bevrijden, wat op zich al een compliment waard is. Chapeau hiervoor. Halverwege de koers was er toch een hachelijk moment waarop twee der favorieten zich in een kopgroep van vijf uit de voeten maakten. Het kostte ons grote moeite deze ontsnapping te neutraliseren. Ik had twee ronden nodig om weer te weten wie ik was. Naarmate het einde naderde (na vijf kwartier met nog drie ronden te gaan) nam de nervositeit toe. Tevens deed de vermoeidheid een duit in het zakje en werden de klimmetjes, de Hunzerug op, een aanslag op de beenspieren. Het zag er naar uit dat een massasprint de uitslag ging bepalen. Maar bij de laatste beklimming van de Hunzerug was er toch een renner die een gaatje geslagen had en met de afdaling, de Tarzanbocht en wind mee op het laatste rechte eind, zag hij zijn kans schoon en ging ervoor. Ik zelf zat rond de tiende positie op weg naar de Tarzanbocht en wilde nog enkele plaatsen opschuiven, voordat we de bocht uit zouden komen. Hiervoor moest ik vol gas buitenom door de Tarzanbocht. Door deze actie kon ik wel vanuit de derde positie in het peloton de sprint aanvangen. De eenzame koploper was al buiten schot. Zijn overwinning was een feit geworden. Wij, het peloton, deden ons best om de ereplaatsen te bemachtigen. Mijn sprint was niet om over naar huis te schrijven, maar ik kon mijn snelheid (55km/u) vasthouden tot over de streep. Het was echter niet genoeg om een podiumplek te bereiken, vanuit mijn ooghoeken zag ik op links nog renners hun wiel voor mijn voorwiel over de finishlijn drukken. Een zevende plaats was uiteindelijk het resultaat. Ik kon er na afloop tevreden mee zijn. Mijn kleine schare trouwe fans vonden het een mooie prestatie.

1 opmerking: