vrijdag 11 oktober 2013

Cycling Weekly - Lakeland Monster Miles Adventure X – the Ride

Voor je het weet sta je zondag ’s morgens om half acht aan de start van een tocht, in de eerste groep, die gaat vertrekken voor de Massif (62 miles) of Mini Massif (44 miles). Een rondje crossen om, de op vier na hoogste berg in Engeland in het Lake District. Onderweg kun je nog switchen van route, want de lange route maakt slechts een extra lus aan het einde en sluit daarna weer aan bij de korte route. De eerste groep is een mix van MTB en CX fietsen, in totaal een man (vrouw) of dertig. Officieel is het geen race, maar een tocht met tijdregistratie. Ik heb een genummerd stickertje op mijn helm met een chipje en een stuurnummerbordje met achterom mijn gegevens, voor als ik het ravijn in kukkel. Aangezien ik mijn rib een paar weken geleden gebroken heb, is dit laatste niet geheel onbelangrijk. Ik zit kennelijk in de brokken fase van het seizoen.

We vertrekken in een rustig tempo. Nog al wiedes, want het loopt direct even stevig omhoog. De eerste kilometers rijden we over een oude spoorlijn waar de rails en bielzen al sinds de jaren 70 zijn verdwenen. Hier reed vroeger de stoomtrein over oude ijzeren bruggetjes, waar we zo nu en dan overheen ratelen. Het is droog, maar de ondergrond is behoorlijk nat. Het heeft de afgelopen tijd veel geregend en achter de eerste berg schijnt het behoorlijk te regenen vandaag. Een regenjack is verplicht vandaag. Evenals twee reserve bandjes, plakspul, bandenlichters minitool met kettingpons, een power lock voor de ketting en een pomp. Hier wordt op gecontroleerd. Uiteraard dien je ook genoeg eten en drinken bij je te hebben. Er zijn twee food stops met biscuits, water en fruit, maar je kunt beter zelf alles bij je hebben voor deze tocht.
Vandaag heb ik mijn Camelback (2L), twee bidons (500ml), vier repen en drie gels bij me. Daar moet ik een heel eind meekomen. Daarnaast heb ik de verplichte onderdelen bij me, maar geen regenjack. Ik draag mijn nieuwste aanwinst een Castelli Gabba. Deze blijkt tijdens de tocht van onschatbare waarde. Samen met de Nanoflex arm- en beenstukken en mijn Sealskins sokken, ben ik meer dan behoorlijk gewapend tegen de elementen.

We rijden over alle soorten ondergronden die je maar kunt bedenken. Soms ben je als veldrijder in het voordeel soms als mountainbiker en meer dan me lief is zijn de downhillers of freeriders in het voordeel in de afdalingen. Dan is het klapperen en stuiteren geblazen, iets dat mijn gebroken rib niet kan waarderen. Mijn armen hebben het zwaar te verduren, omdat ze de meeste klappen moeten opvangen, meer dan normaal. Het minimaal kunnen trainen op core stabiliteit in de afgelopen weken is duidelijk te merken. Het is alle hens aan dek.
Na 22 km zit de eerste klim erop en begint een razende afdaling. Boven stormde het behoorlijk en had ik moeite om overeind te blijven. De schapen lagen daar stil achter de kleine stenen muurtjes ons verbaasd aan te gapen, terwijl in de beekjes het water zich woest een weg naar beneden zocht.
 
Het regent nu behoorlijk. Op zijn Engels dan wel te verstaan. Een niet aflatende motregen, alles is nu gehuld in grijze, vochtige lucht. We zijn pas 35 km onderweg en de twijfel slaat toe. 6 uur is de geschatte tijd van de organisatie voor de snelste rijders op de Massif. Ik had er gedacht korter over te doen, maar ik klok nu op 35 km twee uur af. Het zijn de klimmetjes van meer dan 20% die me de das om doen. Ik kan niet beschikken over mijn gehele lichaam, het is roeien met de riemen die ik wel heb. Ik kijk het aan tot de splitsing van de route op 50 km en zal dan mijn beslissing nemen. Tot die tijd is het op en af. Eindeloos genieten is dit. Het ene moment kruip ik stapvoets omhoog, het andere moment is het in razende vaart een grasheuvel af. Spiegelglad en geen remvermogen om over naar huis te schrijven. Gelukkig houden racemarshals ieder veehek open zodra je eraan komt. Alles is prima uitgepijld, met flinke waarschuwingsborden voor aankomende obstakels of gevaarlijke situatie, zodat je tijdig kunt inhouden.
Het voordeel van het starten in groep, is dat je maar met beperkte deelnemers tegelijk onderweg bent. Ik ben nog niet vaak ingehaald en voor me uit zitten hoogstens een man of tien. Ideaal!
De Massif heeft 13 technische secties (als bij Parijs-Roubaix) met klinkende namen zoals de Bone Shaker, dan weet je het wel. De Mini Massif heeft er slechts 9 van de 13, maar dat maakt het niet minder makkelijk. Om mezelf te beschermen en niet tot het uiterste te hoeven gaan, besluit ik bij de splitsing van de routes te gaan voor de Mini Massif en daar een knappe tijd neer te zetten. Dat zal nog niet meevallen, want er zit nog een pittige klim aan te komen. Als tegen prestatie moet ik van mezelf wel proberen alles op het grote blad (46T) te doen. Dat zal nog niet mee zal vallen.
 
Eigenlijk is de Mini Massif een short cut naar de laatste twee secties van de Massif met daar tussen een behoorlijk irritante klim en dito extreem technische afdaling in een bos op een steenachtige glibberige ondergrond. Als ik hier op mijn plaat ga, dan is het vast einde oefening. De mannen met een stevige MTB zullen dit stuk best waarderen, maar ik ben gewoon al blij dat ik heelhuids beneden ben.
De laatste 10 km zie ik niemand meer voor me uit rijden. Ik probeer nog flink tempo te maken, maar ik tel wel 9 klimmetjes met een maal zelf 23% stijging, eigenlijk de zwaarste 30 meter van de hele tocht! Moe maar voldaan bereik ik de finish, waar het nog heel rustig is en de padvinders me bijna de fiets uit de handen trekken om hem geheel schoon te maken. 4 uur en 7 minuten ben ik onderweg geweest volgens het systeem. Een geprint bonnetje krijg ik mee als bewijs.
Uiteindelijk heb ik de 33ste tijd geklokt van de 330 deelnemer(sters) op de Mini Massif en van mijn startgroep ben ik als tweede binnengekomen op deze afstand. Zeker gezien de lichamelijke gesteldheid, de weersomstandigheden en het voor mij onbekende terrein, niet onverdienstelijk.

Wat een mooie tocht!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten